hele land en hadden verschillende leef
tijden. Leeftijdgenoten woonden met
elkaar in een huis en kregen begeleiding
van een soort leraar, die hielp dingen te
regelen waar je als veertienjarige geen
verstand van hebt; school en andere za
ken. Er was een kokkin en nog een aan
tal mensen die hielpen in het huishou
den. 'Het was net een grote familie,' her
innert Rosales zich. 'In het begin vond ik
het moeilijk mijn draai te vinden, ik was
ver weg van mijn familie en had niet
mijn eigen spulletjes van thuis. Ook de
gewoonten van het opstaan, ontbijten en
eten wat ik wilde werden anders. In het
internaat aten we allemaal hetzelfde, op
hetzelfde tijdstip. De warmte van mijn
moeder, vader en oma miste ik. Om ze
ven uur 's ochtends stonden we op. Van
kwart voor acht tot een uur zaten we op
school. Om half twee kwam er een busje
langs het huis om ons naar de training te
brengen. Om vijf uur bracht het busje
ons weer thuis, waar we om half zes
terugkwamen. Daar rustten we uit,
moesten we studeren en aten we. Dat
was niet gemakkelijk, want elke dag was
hetzelfde en erg vermoeiend. Het eerste
jaar ging het daarom moeilijk op school.
Het was zwaar school en voetbal te
combineren omdat we tussen de middag
maar heel weinig tijd hadden om te eten
enzovoort. Daarom kregen we het jaar
daarop in de ochtend computerles en 's
middags training, zodat we tussendoor
wat meer rust hadden. Het was nog
steeds niet gemakkelijk voor een veer
tienjarige, een puber, maar ik had ervoor
gekozen. En toen ik er eenmaal aan ge
wend was, dat duurde een paar maan
den, had ik geen problemen meer. Ik kon
het goed vinden met alle jongens in het
huis, ze waren leuk en we maakten veel
lol. Het feit dat de jongens om me heen
aardig waren en allemaal hetzelfde wil
den, heeft me enorm gesteund. We hiel
pen elkaar om op het hoogste niveau te
komen, dat was een gedeelde droom van
ons allemaal. We waren vrienden. En het
is leuk dat enkele van die vrienden zoals
Maxi Rodriguez van Espanyol en
Leonardo Ponzio, voetballer van
Zaragoza met wie ik jeugdkampioen bij
Newell's ben geworden, nu op het hoog
ste niveau spelen.
'Elke leeftijdsgroep had zijn eigen trai
ner, die af en toe kwam informeren in
het huis hoe het met iedereen ging. Ook
kwamen er soms andere mensen van de
club kijken hoe het in huis was, of we
nog iets nodig hadden. We hielden tele
fonisch contact met onze families. Om
de twee of drie weken ging ik met de bus
naar Villa Maria om mijn familie te be
zoeken. Ik bleef er twee of drie dagen en
ging dan weer terug. Ook kwam mijn
20 Ajax Magazine