Mauro Rosales
Een dag voor de sluiting van de internationale transfermarkt versterkte Ajax zich met de door Ronald Koeman
zo gewilde rechtsbuiten Mauro Damian Rosales. Als klein jongetje was Rosales slechts een van de miljoenen
jongetjes in Argentinië die dromen van een leven als profvoetballer. Nog geen twintig jaar later is hij een van de
weinigen voor wie die droom uitkwam.
De droom is
uitgekomen
tekst Bregje Wouters
fotografie //Tessa Posthuma de Boer
Mauro Damian Rosales
werd drieëntwintig jaar
geleden geboren in Villa
Maria, in de Argentijnse
provincie Córdoba. Net
als elk Argentijns jongetje voetbalde hij
zodra hij enigszins kon lopen op straat
met jongetjes uit de buurt. Bij El Santo
('de heilige') werd de basis gelegd voor
de voetballer die Rosales nu is.
'Ik was vijf jaar toen ik bij El Santo ging
spelen. Met dat jeugdteam trainden we
al drie keer per week. De club was dicht
bij huis en ik ging met mijn vriendjes
van school en uit de buurt met de fiets
naar de training. Op zondag speelden
we een wedstrijdje, dat ging het hele jaar
door. Als ik niet bij El Santo was, voet
balde ik op straat. Ik was altijd en overal
aan het voetballen en ik was niet
de enige. Voetbal is in Argentinië de po
pulairste sport, alle jongetjes daar voet
ballen op straat of in een team, dat is
heel normaal.'
De buurt waarin Mauro Rosales op
groeide was een normale volksbuurt.
Zijn vader had de leiding over een
schoenenfabriek, zijn moeder was huis
vrouw en zijn broertje en hij gingen naar
school en voetbalden. Het was een gezin
in de, toen nog, brede middenklasse van
Argentinië. De lagere school bleek geen
problemen op te leveren voor Rosales.
Sterker nog, in het laatste jaar werd hij
een van de drie beste leerlingen van de
klas. 'Daarom werd ik gekozen als es-
colta, begeleider van de vlag. De drie
beste leerlingen van de laatste klas
mochten bij speciale gelegenheden de
vlag dragen. De beste droeg de vlag, de
andere twee fungeerden als een soort be
geleider. Dat was een beloning voor de
prestaties van die leerlingen. Het was
een hele eer.'
Rosales kan niet zeggen wanneer hij wist
dat hij meer talent had dan zijn voetbal
vriendjes. 'Ik begon veel te scoren bij
mijn team. Zoveel dat ik mee mocht
voetballen met een ouder team. Maar
ook daar scoorde ik veel, terwijl ik dus
ook tegen oudere jongens speelde. Het
niveau was daar niet zo hoog.' Zo werd
langzaam duidelijk dat de kleine Mauro
snel uitgeleerd zou raken in Villa Maria.
Er was in zijn geboortestad geen club die
op het hoogste niveau speelde in
Argentinië, dus, wilde hij nog beter leren
voetballen, was het zaak naar een an
dere club te gaan. Op zijn veertiende
werd de oplossing hem onverwacht
doorgebeld. 'Een coördinator van
Newell's Old Boys uit Rosario had me
een keer zien spelen in Villa Maria en
belde naar mijn huis om te vragen of ik
niet bij Newell's wilde komen voetbal
len. Daar hoefde ik niet lang over na te
denken. Vervolgens heeft hij met mijn
ouders gesproken over hoe het er alle
maal aan toe zou gaan bij de club. Toen
zij instemden nam iemand van de club
me voor drie dagen mee naar Rosario,
250 kilometer verderop. Daar mocht ik
trainen en maakte ik kennis met de men
sen daar. Er waren in totaal vijftien jon
gens die daar die drie dagen waren. De
hoofdcoördinator vroeg na afloop van
de drie dagen of ik wilde blijven. Er ble
ken tien jongens af te vallen, vijf moch
ten er blijven, onder wie ik.'
Mauro was door het dolle, maar zijn fa
milie had haar bedenkingen. Het gevolg
van de goede stage van Mauro was na
melijk dat hij zou moeten verhuizen
naar Rosario. 'Ik was enorm blij dat ik
werd gevraagd voor Newell's Old Boys,
een team uit de eredivisie! Ik had op
mijn veertiende de kans om bij een
goede club als Newell's te spelen en op
geleid te worden tot een profvoetballer.
Vanaf dat moment stelde ik mij als doel
om het goed te doen, hard te trainen en
in het eerste team te komen. Bij Newell's
waren kinderen uit het hele land die
daar wilden slagen als voetballer. De
concurrentie daar was veel groter dan in
Villa Maria, ik moest veel harder wer
ken. Mijn familie vond het maar niks
dat ik naar Rosario zou gaan, ik was
tenslotte pas veertien jaar. Ze vroegen
wat ik later wilde doen, of ik niet in Villa
Maria wilde blijven, of ik niet wilde stu
deren. Ik zei dat ik profvoetballer wilde
worden en heel graag naar Rosario
wilde. Ze zeiden: als dat echt is wat je
wil, dan moet je gaan. En omdat ik het
zo graag wilde, kreeg ik alle steun. Maar
mijn moeder vond het heel moeilijk.'
Voetbalschool
De voetbalschool van Newell's Old Boys
was een internaat. Er waren alleen maar
jongens zoals Rosales, met dezelfde
droom en hetzelfde doel: profvoetballer
worden. De jongens kwamen uit het
november 2004 19