Ajax - KFC 4-2 56 Ajax Magazine De 64-jarige Smit komt zo'n twee keer per jaar naar zijn vaderland. 'Om vrien den te bezoeken, uit senti mentele redenen en ook vanwege Lucky Ajax. Met een bootje varen wat vrienden en ik Nederland door. Over het water zijn geen stop lichten en files. Nederland is in mijn hart, maar ik woon inmiddels langer in Amerika dan ik in Nederland ge daan heb. Als ik hier ben moet ik Amerika verdedigen en in Amerika moet ik Nederland verdedigen. In Nederland vreet ik alles: paling, tom poezen, gevulde koeken, moorkop pen. Ik weeg normaal zo'n 95 kilo, als ik hier wegga is dat gestegen tot 105 kilo. Dat geeft niet, doe ik het in Amerika wel wat rustiger aan.' Een typerende uitspraak van Smit, die vindt dat je nü moet leven.Grab your opportunitieser is geen garan tie voor morgen.' Ook in zijn voet- baltijd ging hij zijn eigen gang. 'Voetbal was voor mij j ust another activity. Ik heb mezelf nooit als voet baller gezien, maar als atleet. Ik was een tienkamper. Ik liep in 1960 de honderd meter in 10,6 seconden. Dat was snel. Daarnaast deed ik aan judo. Het kwam voor dat ik 's och tends in Bloemendaal op de mat stond bij de Nederlandse judoploeg en 's middags voetbalde bij Ajax. Of men dat wist bij Ajax? Dat zei ik nooit. Ik heb twee keer de Elfstedentocht gereden. De Telegraaf schreef daaro ver, zodat men het te weten kwam bij Ajax en boos werd. Ik had het moeten vragen.' Sportief bezig zijn kreeg Smit met de paplepel ingegoten. 'Mijn vader Arie heeft een gouden olympische medaille behaald bij het boksen in Parijs. Hij deed ook aan tennissen en cricket. Mijn moeder was een zwemkampi- oene in Rotterdam en Schiedam. Genetisch was het gemakkelijk. Ik was gewoon snel. Atletiek ging me gemakkelijk af. Er was sprake van dat ik naar de Olympische Spelen zou gaan, maar dat mocht niet want ik was professioneel voetballer. Ik werd voornamelijk gezien als voetballer, maar ik wilde atleet genoemd worden, dat had veel meer betekenis voor me.' Toch maar even door op het voetbal: Smit was een geboren aanvaller. 'In het Nederlands jeugdelftal speelde ik rechtsbinnen. Ik maakte veel doel punten. Op mijn achttiende ging ik naar Ajax. Piet Ouderland raakte ge blesseerd en Vic Buckingham vroeg of ik linksback wilde spelen. Ik weigerde niet, maar vond het helemaal niet leuk. Als ik naar voren trok riepen Wim Anderiesen en Ger van Mourik me meteen terug. Opkomen mocht toen helemaal niet. We hadden bij balbezit vijf man in de voorhoede. Ajax 1960-1961Staand vanaf links: Piet Ouderland, Sjaak Swart, Werner Schaaphok, Jan van Drecht, Ton Pronk, Cees Smit; gehurkt: Bennie Muller, Piet Keizer, Henk Groot, Bob Westra, Co Prins. - Toeschouwers: 2.000 Scheidsrechter: Van Malen Scoreverloop: Cees Smit 1 -0 Cees Groot 2-0 Martin Koeman 2-1 Martin Koeman 2-2 Bob Westra 3-2 Cees Groot 4-2 Van Drecht; Van Mourik; Ouderland; Severijnse, Pronk, Schaaphok; Petersen, Smit, Cees Groot, Westra, Keizer Schouten; De Bruyn, Wullems; De Lange, Cees Molenaar, Keereweer; Boer, Parree, Koeman, Van Vlierden, Blok Bron: Evert Vermeer Ajax scoorde heel veel: 9-0 tegen Volendam, 8-1 tegen Blauw Wit. Het was leuk voetbal, maar voor mij was het niks! Maar omdat voetballen niet mijn allerhoogste prioriteit had, kon ik het wel uithouden in de achterhoede. In mijn eerste seizoen (1959-1960) werden we kampioen. Ik was pas negentien. 'Ik heb maar een paar keer in de voor hoede gespeeld, maar dat vertellen ze je dan pas zaterdagavond, met als ge volg dat je het eerste half-uur naar je verstand loopt te zoeken, want die plek was ik helemaal niet gewend.' Tijdens een van die spaarzame mo menten maakte Smit zijn enige treffer in Ajax-dienst, maar aan de beker wedstrijd tegen eerstedivisionist KFC (met Ronald Koemans vader Martin als tweemaal scorende spits) bewaart hij geen enkele herinnering. Kankeraars Na een tussenstop bij Zaanstreek be landde Smit in 1967 in het 'wilde' Amerikaanse profvoetbal. 'Co Prins en Theo Laseroms hadden me ge vraagd. Ik was vrijgezel en wel in voor een avontuur. Net als iedereen in de jaren zestig wilde ik Amerika zien. Amerika was nog niet aangesloten bij de wereldvoetbalbond, dus toen wij daar gingen spelen, royeerde de FIFA ons. Naar hun maatstaven voetbal den we illegaal. We zijn met een pri- vévliegtuig naar Engeland gevlogen en van daaruit naar Amerika gegaan, want sommige jongens moesten hun club nog betalen.' In een programmablad van zijn club Pittsburgh Phantoms wordt Smit om schreven als een 'Casanova'. 'Typisch Amerikaans, heel overdreven. Maar ik ben wel de enige die in Amerika is blijven wonen. De Pittsburgh Phantoms gingen failliet, maar ik vond het hartstikke goed in Amerika. Het is een land van "laat maar zien wat je kunt". En ik ben een Am sterdams jongetje en Amsterdammers denken alles te kunnen. Diploma's zijn veel minder belangrijk in Ame rika dan hier. Nederland is een land van kankeraars, ik ben altijd een po sitief iemand geweest. Amerika is een

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2004 | | pagina 56