'Ik weet nu dat je het ongelijk van een trainer alleen op het veld kunt aantonen' het eerste vliegtuig naar huis gepakt. Ik wilde maar een ding: weg. Dat kon na tuurlijk niet. Ik belde met mijn ouders. Zij zeiden wat ze altijd zeggen: "Jongen, doe je best en je ziet het wel." Dat heb ik gedaan. Op dat moment zeiden sommi gen al dat het goed voor mij was om zo'n tegenslag mee te maken. Daar konden ze me niet van overtuigen. Je ziet het niet als je die leeftijd hebt en er middenin zit. Op dat moment kwam ik om te laten zien wat ik kon. Ik had een doel voor ogen. Daarvoor kreeg ik geen kans meer. Ten onrechte vond ik. De uitschakeling in de kwartfinale was een verlossing. 'De bondscoach van toen is de technisch directeur van nu. Dat is grappig. Ik heb het met hem nooit meer over dat WK gehad. Wel destijds met Jan Olde Riekerink, die toen mijn trainer was bij het tweede. Adriaanse was hoofdcoach en ook met hem sprak ik er over. Zij zeiden al dat het goed voor me was om deze teleurstelling mee te maken. Daar word je sterker van, wijzer. Het moet je niet alleen maar meezitten, want tegenslagen krijg je toch en je moet ook leren daarmee om te gaan. Beter eerder dan later, zeiden ze tegen me. Op dat moment zit je echt niet op dergelijke ad viezen te wachten. Maar inmiddels heb ik ingezien dat het wel hout sneed. Ik weet nu dat je het ongelijk van een trainer alleen op het veld kunt aantonen. Als je speelt: in een wedstrijd; als je niet speelt: op de training. Je moet niet over je heen laten lopen, maar je moet weten hoe, waar en met wie je de strijd moet voeren. 'De meeste keepers van mijn leeftijd heb ben veel minder ervaring. Zeker op dit niveau. Ik zal nog wel fouten gaan ma ken. Dat doe je tot het einde van je carri ère. Maar als het goed is, wordt dat steeds minder. En van fouten leer je vooral harder te worden. Voor jezelf, en voor de omgeving. Ik kan me herinneren dat we 4-2 verloren van PSV. Toen maakte ik ook een fout, met Vennegoor. Ik heb toen besloten niet naar de pers te gaan na afloop van de wedstrijd. Dat leek mij toen verstandiger. Als 19-jarig jochie die net een paar wedstrijden in het eerste had gestaan, was ik er kennelijk niet aan toe. Ik voelde me al zo kloten. Om er dan ook nog over te moeten pra ten, leek me iets te veel van het goede. Achteraf gezien was het niet verstandig; had ik het beter anders kunnen doen. Daar leer je van. Toen ik tegen Utrecht ook een fout maakte, heb ik het anders gedaan; ben ik wel naar de pers gegaan. In één keer erdoorheen. Uitleggen hoe of wat en het dan achter je laten. Je weet dat er toch over geschreven wordt. Dat heb je als je bij een topclub speelt. Als je zo streng bent voor jezelf als ik, heb je van de rest van de wereld weinig kritiek meer te vrezen. Je moet zelf als beste weten wat je fout hebt gedaan. En wat niet, want dat hoort er ook bij. 'Soms vergeet men weieens dat ze elf mensen moeten passeren om er bij ons eentje in te krijgen. Die bal komt niet alleen langs mij, maar die is daarvoor al langs tien anderen gegaan. Vaak heeft men vooral oog voor de laatste - de kee per dus - die gepasseerd wordt. Maar dat neemt niet weg dat ik er voor sta om die ballen tegen te houden. En op dit niveau moet je in eerste instantie de fout bij je zelf zoeken. Streng zijn voor jezelf. Dat heb ik geleerd in de loop der jaren. Ik ben pas 21, dat is iets anders wat nog weieens vergeten wordt. Ik moet nog zo veel bewijzen. Aan de andere kant weet ik als geen ander dat je leeftijd in Ajax 1 nooit een excuus kan zijn. Als je er staat, moet je er staan.' Met dank aan Hotel Arena oktober 2004 25

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2004 | | pagina 25