John Hartlief: optelsom van van alle verzamelaars.
vriendin zegt: Ajax komt op de eerste
plaats, dan pas kom ik. Voor mij is het half-
half. Maar Ajax is mijn alles.'
Alles. Een passend woord bij een bezichti
ging van het Ajax Museum te Annen. Wat
heeft Hartlief niet uitgestald, opgehangen,
opgeprikt en neergelegd? We zien een ori
gineel trainingspak van mede-Drent Sies
Wever, een keeperstrui van Stanley Menzo,
een trainingspak(je) uit de jaren zeventig
van een destijds beduidend slankere Bobby
Haarms, handschoenen van Maarten Steke
lenburg. 'Ik doe ze niet in de was. De hand
schoenen van Fred Grim waren kletsnat. Ze
zijn inmiddels opgedroogd en beginnen te
verkruimelen.'
Op zijn zevende begon Hartlief met het
bewaren van knipsels in dozen. Met de
Europa-Cupvaantjes startte het aanleggen
van een verzameling. Daarna kwamen er
'onder andere' shirts, boeken, platen,
posters, bierviltjes, stoeltjes uit de ArenA,
herdenkingsmunten, programmaboekjes,
Ajax-zeepjes- en -matroesjka's bij. 'Daar
zijn maar drie sets van gemaakt. Ajax wilde
ze niet in de verkoop hebben. 150 gulden is
het meeste wat ik ooit heb betaald, samen
voor de 30 jaar Ajax-spec\a\ van het club
blad en het programmaboekje van Sjaak
Swarts afscheidswedstrijd.
'Er komt nooit een einde aan mijn verza-
meldrift. Ik schrijf bedrijven aan en ga vaak
naar rommelmarkten. Daar heb ik bijvoor
beeld kleine voetbalschoenen gevonden
met de Meer erop getekend. Ik let op de
details. Het geheim bij het struinen op een
rommelmarkt is: niet te dicht erop, maar
afstand houden, want je hebt met lichtinval
te maken.'
Het museum bestaat vijfjaar. 'Ik zit hier
weieens, met gedimd licht, en denk dan:
man, je bent hartstikke gek. Maar ik ben
hartstikke trots. Ik heb een inboedelverze
kering met verzamelaarswaarde afgeslo
ten. De taxateur kwam tot een waarde van
een ton. Maar niets is te koop.'
De huidige wensen van de onverzadigbare
Hartlief: bakstenen en stoeltjes van de
Meer ('Die had Bobby Haarms me beloofd,
maar ik hoor niets meer. Ik ben best wel
boos op hem.'), een replica van de Europa
Cup en het Gouden Boek uit 1950. 'Ik ben
niet zo'n lezer, maar wil het wel hebben,
puur om het te laten zien.'
Zijn allerliefste wens is minder materieel
van aard. 'Och, als eens een Ajacied zou
komen kijken. Daar droom ik weieens over.
Een Ajacied in mijn museum: dan ben ik
klaar. Ik wil erkenning. Mijn grootste wens:
de hand van Johan Cruijff schudden. Al
krijg ik maar een schoenveter van hem. Als
Cruijff zou komen, ga ik janken. Voor een
vent van 38 jaar voel ik me soms best wel
een kind.'
Marcelle van Hoof
JUNI 2004
79