Op 11 november 1962 speelde het Nederlands elftal voor het eerst een wedstrijd in het kader van het
Europees kampioenschap, al heette het toernooi toen nog anders. Zes Ajacieden traden aan in dat his
torische Oranje-duel tegen Zwitserland. Tot en met de wedstrijd waarin Nederland zich vorig jaar ten
koste van Schotland kwalificeerde voor Euro 2004, waren 59 Ajax-internationals betrokken bij de EK-
historie van Oranje. Een overzicht, waarin de oud-Ajacieden in Oranje (Cruijff in 1976, Krol in 1980, Van
Basten in 1988, Koeman in 1992, Seedorf in 1996, Kluivert in 2000) niet meedoen.
Ajacieden op het EK
Michel Sleutelberg
Terwijl het Wereldkampioenschap en het Olympisch voetbaltoernooi een geschiedenis kenden die terugging tot ver voor de Tweede Wereldoorlog, bestond er tot 1960 geen apart
toernooi voor Europese landenteams. De nog jonge Europese voetbalassociatie UEFA voorzag in die leemte door de organisatie van een toernooi om de Beker der Europese Naties,
waarvoor de kwalificatiewedstrijden startten in 1958. De eindronde, met vier teams, vond in 1960 plaats in Frankrijk en werd gewonnen door de Sovjet-Unie. Nederland schreef zich
niet in voor dit toernooi, wat jammer was want Oranje presteerde tussen 1958 en 1960 niet onredelijk. Piet van der Kuil en later Bennie Muller en Henk Groot waren in deze periode
de Ajacieden in Oranje. Muller en Groot debuteerden beiden in de wedstrijd Nederland - Bulgarije (4-2) op 3 april 1960. Op de foto kan ook Muller, terwijl doelman Frans de Munck al
verslagen is, de 2-2 niet meer voorkomen. Groot scoorde in zijn debuutwedstrijd het laatste Nederlandse doelpunt.