'Het aanvoerderschap is iets om heel erg trots op te zijn'
Rafael van der Vaart
Op Koninginnedag landde Kuijpers, met aanvoerdersband en al, op de steppe van
Kazachstan. Als door een kosmische samenhang was dat ook precies de dag dat
Rafael zijn eerste fanclubdag vierde. Bij zijn vorige club VV de Kennemers in Bever
wijk stroomden de fans in groten getale toe. In samenwerking met Nike werd het eer
ste Van der Vaart-Straatvoetbaltoernooi gehouden. Waar op Koninginnedag heel veel
moeders hun kinderen helpen op kleedjes uitgestalde rotzooi te slijten, zag Rafaels
moeder Lolita toe op de verkoop van fanartikelen als placemats, petjes en mokken
met daarop de beeltenis van haar aanbeden zoon.
Van der Vaart: 'Het was heel erg leuk, die fanclubdag. Ontspannen. Vooral dat voetbal
toernooi was mooi om mee te maken. Ik geloof dat iedereen het naar zijn zin heeft
gehad. Ik in ieder geval wel. Het was eigenlijk voor het eerst dat ik Koninginnedag
heb gevierd. Ik ben op die dag nog nooit naar Amsterdam geweest. Ook niet om
Koninginnenacht te vieren. Niks voor mij.'
Als aanvoerder nam Van der Vaart de kampioensschaal in ontvangst na de wedstrijd
tegen NAC. Eigenlijk was hij voor aanvang van het seizoen niet de eerste keus van
Koeman voor het aanvoerderschap. Litmanen viel die eer te beurt. Door diens niet
geheel onverwachte blessures bleek deze hiërarchie weinig realistisch. Het sierde
Van der Vaart dat hij op het bordes van de Stadsschouwburg met de microfoon aan de
mond nog wel het eeuwige 'Litmanen ohoo' inzette. De massa volgde dankbaar.
Van der Vaart: 'Het aanvoerderschap vind ik heel mooi. Aanvoerder van Ajax, dat is
niet niks. Toen ik net bij de selectie van Ajax kwam, dacht ik dat dat zo'n beetje het
hoogste was wat je kon bereiken. De aanvoerder van Ajax, daar keek je tegenop. En
nu ben ik hem zelf. Dat is iets om heel erg trots op te zijn. Gek genoeg voel ik me pas
echt aanvoerder sinds Jari Litmanen naar Lahti is vertrokken. Hij was eigenlijk eerste
aanvoerder, ik tweede. Maar goed, als je aan het begin van het seizoen Jari aanvoer
der maakt, weet je dat de tweede aanvoerder meer kans maakt op die band dan Jari
zelf. Jammer genoeg voor Jari, en voor Ajax, bleek dat ook. En toch voelde ik me het
hele seizoen nog steeds reserve-aanvoerder. Het is een andere rol die je vervult met
zo'n band om je arm. Ik ben er niet het type naar dat meteen iedereen gaat zeggen
hoe het binnen en buiten het veld moet. Ik sta niet boven welke andere speler dan ook.
Natuurlijk heb je wel de taak om je in het veld meer met het hele elftal te bemoeien. Dat heb
ik ook gedaan, maar als je zelf je eigen niveau niet haalt, valt dat soms niet mee. Ook die rol
is iets waar je naartoe moet groeien.
'Het grappige is wel dat Jari waarschijnlijk de enige speler is uit onze groep die juist wel een
onbeperkt krediet heeft. Ik heb nooit één fluitconcert voor hem gehoord. Ondanks dat hij
weinig kon spelen, bleef hij mateloos populair bij het publiek. En terecht, want hij heeft
onwaarschijnlijk veel voor de club betekend, is een fantastische voetballer en een heel aardig
mens.'
Dat laatste bleek toen de kampioensploeg per bus onderweg was van de ArenA naar het
Leidseplein. De Fin, die je toch bepaald een heroïscher afscheid had gegund, sms'te naar
teammanager David Endt zijn felicitaties voor de gehele groep waarvan hij eigenlijk zelf nog
deel had moeten uitmaken.
Mandekking
De tijd van bodyguards lijkt weer voorbij. De eerste persoonlijke bewaking krijgt Van der
Vaart waarschijnlijk pas weer in Portugal, van een directe tegenstander. 'Ik ben nooit bang
geweest,' zegt Van der Vaart over Ajax' dieptepunt van het jaar. 'Maar het was wel heel ver
velend dat het nodig was. Het is toch raar als je de deur niet uit kunt. Vervelender was de
aanleiding, op de Toekomst. Nog steeds kan ik me niet voorstellen dat het echt gebeurd is.
Soms, als je alle nare dingen naast elkaar zet, zou je genoeg kunnen krijgen van het publiek.
Maar dat idee klopt natuurlijk niet. De meeste mensen doen normaal en komen echt voor het
voetbal. De meeste mensen op de tribune fluiten Kluivert en Seedorf niet uit. Het probleem is
dat je die mensen niet hoort, en de fluiters wel. Ik hoop dat we in Portugal en in Nederland
wel gesteund worden. Het zou al helpen als mensen zouden kunnen en willen geloven dat we
nooit met opzet slecht spelen of verliezen en dat we juist dan alle hulp kunnen gebruiken.
Want het liefst hebben wij ook het idee dat we voor alle fans moeten winnen. En het mooiste
zou zijn als niemand erover na hoefde te denken en gewoon juichend achter ons aan kon
lopen om de titel te vieren. Van mij mag iedereen in het succes delen.'
Raymond Bouwman
JUNI 2004 15