je met niets minder dan de titel genoegen nemen, maar achteraf kan blijken dat je die titel
niet gewonnen hebt en toch het maximale hebt gebracht. Bij Ajax moesten we minimaal de
halve finale Champions League halen. Het eindigde al in de poule. Op een zeer schlemielige
manier. Maar men vergeet dat we het seizoen ervoor onwaarschijnlijk veel geluk hebben
gehad. We hebben daar wedstrijden gespeeld, tegen Lyon en Valencia, waarin we met heel
veel kunst- en vliegwerk overeind zijn gebleven. In die wedstrijden leek het nog geen doel
punt te zijn als de bal er allang inzat. Natuurlijk was het knap dat we de kwartfinale haalden,
en we waren zelfs heel dicht bij de halve finale, maar als je vergeet datje onderweg extreem
veel geluk hebt gehad, kan je de vergissing maken dat deze groep tot nog veel meer in staat
zou moeten zijn. En zo is het dit jaar ook vooral de pech geweest die ons heeft doen stranden
in de poule. Ook dat resultaat zegt niet veel over de groep. Wat wel iets zegt, is het kam
pioenschap. Dat is een prijs die over het hele seizoen gaat. En het zijn uiteindelijk alleen de
prijzen die iets zeggen over je carrière. Nu heb ik met Ajax twee kampioenschappen behaald
en een Amstel Cup. Daar ben ik trots op. Het is geen slechte score. Dit was misschien niet
mijn beste seizoen bij Ajax, maar daar gaat het ook helemaal niet om. Het gaat erom dat we
aan het einde van de competitie bovenaan stonden. En gelukkig heb ik er iets aan kunnen
bijdragen. Met name in de tweede helft van de competitie ging het beter. Ik heb minder ge
scoord dan vorige seizoenen, maar meer assists gegeven. En dat conflict met Koeman was,
achteraf bezien, nodig om mezelf erbovenuit te knokken. Ik vond dat er wat gezegd moest
worden. Namens mezelf en namens de hele groep. Ik merkte dat er daarmee een last van
mijn schouders viel. Het was een opluchting. Kennelijk moest ik het echt kwijt. Ik heb het
lang uitgesteld. Het zat me al een tijdje niet lekker, maar ik ben van nature niet het type dat
meteen verhaal gaat halen. Daarvoor ben ik te rustig. In het veld kan ik soms een opgewon
den standje zijn, maar daarbuiten is het anders. Je moet er ook naartoe groeien om een
dergelijk conflict aan te gaan. Eigenlijk is het meer het niet langer uit de weg gaan van het
conflict. Ronald Koeman is niet de eerste de beste. Bij zo iemand ga je niet over elk wisse
wasje klagen. Hij is iemand. Maar ik ben ook iemand. Inmiddels wel, gelukkig. Vijfjaar gele
den was ik nog niemand. Dan gedraag je je anders dan wanneer je belangrijk bent. Daar moet
je naartoegroeien. Het is de ontwikkeling die ik dit seizoen heb gemaakt. In eerste instantie
AJAX MAGAZINE
als persoon, maar daarna ook als voetballer. Want ik kan alleen nog maar beter worden door
meer ervaring. Je leert van de ervaring, in en buiten het veld. Dit jaar heb ik veel ervaring
opgedaan. En niet alleen op voetbalgebied. De aandacht voor mij en mijn vriendin hield maar
niet op. Dat heeft me gestoord, zeker. Niet dat dat de reden is dat ik minder goed voetbalde,
maar je moet er wel mee leren omgaan. Het hoort er kennelijk bij. Aan de andere kant krijg
je er veel voor terug. De meeste mensen zijn enthousiast. En er worden ook dingen geschre
ven waarmee je wel blij bent. Mark van den Heuvel, van Sportweek, heeft een boek over mij
geschreven en daar ben ik heel erg trots op. Je kan zeggen: zo jong en dan al een boek, maar
ik vind het mooi. Hij weet meer van mij dan ik zelf.'
Deutschland über alles
Niets menselijks is Van der Vaart vreemd. Het ongebroken zelfvertrouwen heeft kennelijk
toch stimuli van buiten nodig. Dat lijkt tegenstrijdig en is het ook.
Van der Vaart: 'Ik heb nooit getwijfeld aan mijn kwaliteiten. Talent is iets waarmee je geboren
bent. Het is niet iets dat er opeens niet meer is. Je moet ook niet eindeloos gaan nadenken
hoe het komt dat de dingen niet lukken. Pas als je er niet meer over nadenkt, gaat het beter.
Op nummer 10 is het ook moeilijk om je vorm weer terug te vinden. Het is zo'n beetje de
moeilijkste positie op het veld. Als je uit vorm bent, wil je zoveel mogelijk balcontact omdat
je denkt dat het dan vanzelf weer terug komt. En als je dan voor je gevoel te weinig ballen
krijgt, ga je op zoek naar de bal. Daarmee verlaat je dus je eigen positie, sta je steeds op de
verkeerde plek en ga je juist slechter spelen in plaats van beter.
'Nu ga ik spelen voor het Nederlands elftal. Het wordt misschien zwaar, dat EK, althans, dat
hoop ik want dat zou betekenen dat we ver komen, maar dat is iets waaraan ik totaal niet
denk. Ik wil ervan genieten. Als ik jongens spreek die dat allemaal al hebben meegemaakt,
dan is het iets dat met niets te vergelijken valt. Ik merk het ook in de voorbereiding, met de
vriendschappelijke wedstrijden. Je voelt in de groep dat de spanning er al is. Het gaat niet
om die oefenwedstrijden zelf, en of je daarin wint, maar om de voorbereiding op de wedstrij
den die er wel toe doen. Je kunt met 4-0 winnen van Griekenland, maar dat is niet belangrijk.
Ook niet dat die tegenstander de tweede helft voor een groot deel niet met de eerste keus
speelde. Het gaat om die eerste wedstrijd tegen Duitsland. De poule is niet gemakkelijk. Het
zal heel wat moeite kosten om daar goed doorheen te komen. Die eerste wedstrijd zal bepa
lend zijn. Niet omdat het Duitsland is, maar omdat het gewoon een moeilijke wedstrijd is om
zo'n toernooi mee te beginnen. Van huis uit ken ik alle gevoelens die horen bij een wedstrijd
tussen Nederland en Duitsland. Alle dingen uit het verleden speelden bij mij thuis mee als
Duitsland de tegenstander was. Bij mijn opvoeding hoorde ook de finale in '74. Ik heb alle
videobanden uit die tijd. Ik heb ze ook allemaal gezien. Het was ander voetbal; een ander
tempo. Onvergelijkbaar met het voetbal van tegenwoordig. Het EK in '88 was het eerste toer
nooi dat ik min of meer bewust meemaakte. Ik was vijf en voetbal was toen al belangrijk voor
me. Dus ik keek. Natuurlijk weet ik dat het feest was toen Nederland won, en ik weet van die
fantastische goal van Van Basten in de finale, maar die dingen kan ik me niet echt uit die tijd
herinneren. Het is meer dat je het later weer terugziet. De enige echte herinnering die ik aan
dat EK heb, is de penalty die Duitsland kreeg tegen Nederland. Ik weet nog dat ik toen vrese
lijk moest huilen. Dat ze een penalty kregen... Ik vond het zo oneerlijk. Verdriet was het, echt
puur verdriet. Ontroostbaar was ik. Matthaus maakte hem. Volgens mij huilde ik nog toen
Nederland al gewonnen had. Nu ben ik zelf van de partij. Raar. In '98 zat ik nog met een
oranje muts voor de televisie. Wat zeg ik, zelfs in 2000 keek ik met zo'n ding op mijn hoofd
naar de wedstrijden van het Nederlands elftal.'
Hemellichaam
'Van der Vaarts ontwikkeling is gestagneerd,' zei een begripvolle trainer Ronald Koeman over
zijn vice-aanvoerder. 'Maar hij is dan ook gekomen als een komeet...'
Anderhalve kilo aan persoonlijke bezittingen mocht André Kuijpers meenemen in de Soyuz
TMA-3 capsule op weg naar het internationaal ruimtestation ISS. Hij selecteerde in alle zorg
vuldigheid een aantal dierbare spullen. Daaronder ook de aanvoerdersband van Rafael van
der Vaart. Kuijpers neefje Bas speelt in Ajax E2, vandaar. Twaalf dagen cirkelde het kleinood
in gewichtloze toestand om de aarde: de ondraaglijke lichtheid van het bestaan. Van der
Vaart: 'Ik wist er zelf niets van. Voor zover ik heb begrepen heeft Ajax een aanvoerdersband
opgestuurd. Ikzelf heb er niet eens een. Voor de wedstrijd krijg ik hem om, en na de wed
strijd lever ik hem keurig weer in. Maar het is wel een grappig idee dat het gebeurd is.'