Historische grond
Stadion Vasilij Levski is de thuishaven van het Bulgaarse nationale elftal, dat hier
aantreedt voor de EK-kwalificatiewedstrijd tegen België (2-2) op 7 juni 2003.
Het Bulgaarse voetbal was na de Tweede Wereldoorlog lange
tijd geïsoleerd. Nadat het land in 1946 communistisch was
geworden, speelde men negen jaar lang alleen maar tegen
andere socialistische heilstaten. In die tijd kwam iedere club
onder controle van een staatsapparaat. De twee bekendste,
CS KA Sofia en Levski, waren de clubs van respectievelijk het
leger en het ministerie van binnenlandse zaken.
In 1949 besloot het Centrale Comité van de Sport dat er een
nationaal stadion moest komen. Daartoe werd het kleine sta
dion van Levski volledig getransformeerd, van een 15.000
toeschouwers aankunnend complexje in een bombastisch
bouwwerk voor 70.000 vaderlandslievenden. Veel ornamen
ten, plaquettes en andere neoclassistische uitingen werden
afgewisseld met grote, grauwe stukken beton. Het stadion
was zoals veel stadions in het Oostblok heel open en ruim
gebouwd, met veld én atletiekbaan. In de hoofdingang waren
plakkaten aangebracht met de wereldrecords die behaald
zijn in het stadion, maar dan alleen door socialistische
atleten.
Het stadion dankt zijn naam ook aan een sportman, Vasilij
Levski, een verspringer. Maar zijn faam dankte hij vooral aan
zijn heldendaden midden negentiende eeuw als revolutio
naire vechter in de strijd tegen de Turkse bezetters. In 1873
stierf Vasilij Levski op 36-jarige leeftijd een, zoals een
regime dat dan noemt, 'heldendood'. De naam Levski was
trouwens een pseudoniem, en betekent 'leeuw', een naam
die hij verwierf door zijn 'leeuwachtige' verspringtalenten.
Achter de tribune tegenover de hoofdtribune bevindt zich
een opmerkelijke rij cabines. Die vormen de bovenste verdie
ping van een kantoortoren, die aan het stadion is vastge-
bouwd. In de cabines bevinden zich de ruimtes van het tijd
schrift Futbol (de journalisten zijn aan reiskosten weinig geld
kwijt). In het persgedeelte voor niet-Futbolreporters bevindt
zich een songfestival-achtige boodschap: 'Sport voor een
vreedzame wereld'. Wie durft het hiermee oneens te zijn?
Helaas hield die eeuwige spelbreker, de realiteit, er zich niet
altijd aan. Zo ontaardde in 1985 de bekerfinale tussen CSKA
en Levski in een veldslag, op het veld en de tribunes. Beide
clubs werden officieel opgeheven, maar maakten een door
start onder een nieuwe naam, respectievelijk Sredets en
Vitosha. Inmiddels hebben ze hun oude namen weer terug.
Superieur
In november 1972 heette CSKA Sofia CSKA Sofia, dus dat was
lekker gemakkelijk. Ajax mocht zich behalve Ajax ook 'rege
rend wereldkampioen' en 'Europa-Cup-1-houder' noemen. De
club was als cuphouder zelfs vrijgesteld voor de eerste
ronde van het nieuwe Europa-Cupseizoen. Wat een contrast
met CSKA Sofia, dat pas na een derde wedstrijd tegen Pana-
thinaikos de eerste ronde overleefde. In het tweede duel had
de scheidsrechter zich verteld bij de strafschoppenserie,
waarna het duel moest worden overgespeeld.
Bij de replay aanwezig was Stefan Kovacs. De Ajax-trainer
was niet zozeer sportief als wel organisatorisch bevreesd
voor de confrontatie in Sofia. Hij sprak daarover met CSKA-
voorzitter Manolov en trainer Boskov. Het resultaat was dat
op de dag voor de wedstrijd Ajax probleemloos het Oostblok
binnenkwam, in tegenstelling tot vorige visites. Kovacs: 'Ik
had tegen hen gezegd geen trucs uit te halen op het vlieg
veld. Ik ben zelf Roemeen, dus ik ken hun streken. Ik wilde
op Sofia landen en niet met een of ander smoesje 500 kilo
meter verderop worden gestuurd om daarna uren in een bus
te zitten. En ook wilde ik geen spelletjes bij de douane.'
Kovacs had ook op de persconferentie iedereen in zijn zak.
Op de vraag of Ajax zwakke plekken had, antwoordde hij dat
hij die natuurlijk had thuisgelaten. Jaap van Praag som
meerde een ober om rapper met de cognac rond te gaan:
'Wij betalen toch immers alles.'
Hier was een club op bezoek die zich superieur waande. Dat
bleek ook een dag later op het veld, waar Ajax gemakkelijk
met 3-1 won (doelpuntenmakers Ajax: Swart, Keizer, Haan).
De overmacht was zo groot dat naarmate de wedstrijd vor
derde, het publiek steeds vaker applaudiseerde voor de
show van Cruijff en kompanen.
Hoe anders was de situatie bijna exact een jaar later, toen
Ajax opnieuw in de 'eerste' tweede ronde CSKA lootte. Ajax
was opnieuw Europa-Cup-1-houder, maar Cruijff en Swart
waren inmiddels verdwenen.
CSKA Sofia hield lange tijd het aanvangstijdstip van de wed
strijd 'geheim' (uiteindelijk werd het drie uur plaatselijke
tijd). Ajax' verminderde status bleek ook bij de persconfe-
MEI2004 59