Dave van den Bergh
Voor het eerst in deze serie is de gesprekspartner niet een oude(re) Ajacied, maar een voetballer in de
bloei van zijn loopbaan. FC Utrecht-linksbuiten Dave van den Bergh is 27 jaar en gezegend met een nuchtere
kijk op zijn kunnen: 'Ik kom snelheid te kort voor de absolute top.' Bij Ajax mocht hij daar in 1996 en 1997
even aan ruiken, met onder meer één doelpunt als resultaat.
Dolgelukkig in de hekken
Elf jaar bracht de Amsterdammer bij Ajax door. 'Vanaf de D2 heb ik er gespeeld. Ik kijk er met
een goed gevoel op terug, heb veel plezier gehad. Als ik het vergelijk met hoe men nu met
jeugdspelers omgaat, heb ik het als meer ongedwongen ervaren. Natuurlijk, het was presta
tiegericht, maar we hadden meer ons eigen leven naast het voetbal. Het lijkt me nu meer een
keurslijf, met busjes en uniforme kleding. Ik moest nog zelf mijn wedstrijdshirts kopen, was
nog niet bewust bezig met prof worden. Het stond overigens nooit vast dat ik mocht blijven.
Ik was heel klein en had daardoor weinig kracht. In het begin was het niveau niet echt
gemakkelijk bij te benen. Het scheelt nogal of je vijftig of zeventig kilo weegt.'
In het seizoen 1995-1996 kwam Van den Bergh als linksbuiten bij het eerste. 'Ik was aanvoer
der van het tweede en maakte veel doelpunten. In de winterstop ging ik mee op trainings
kamp naar Israël. Overmars en Reuser waren zwaar geblesseerd en aankoop Peter Hoekstra
mocht niet in de Europa Cup spelen omdat hij dat dat seizoen al met PSV had gedaan. In
Europa lagen dus mijn kansen. Ik debuteerde in de Supercupwedstrijd bij Real Zaragoza. Dat
was een fantastische ervaring. Ik mocht warmlopen na rust. Maar het is vreemd: je staat er
niet bij stil dat het een Supercupwedstrijd is. Je weet dat Ajax de Europa Cup en de Wereld
Cup heeft gewonnen. Maar ik realiseerde me niet echt dat ik mocht meedoen met het beste
elftal ter wereld. Het ging in een roes. Als je nadenkt gaat het niet, dan sta je stijf van de
zenuwen. Pas achteraf besef je watje hebt meegemaakt.'
Opmerkelijk was Van den Berghs verschijning rond de wedstrijd. 'We moesten als eerste elftal
natuurlijk in kostuum verschijnen, maar als speler van het tweede had ik dat niet. Kon ik naar
Marcio Santos in Amstelveen om diens pak aan te trekken. Maar Santos was wat breder dan
ik. Het zat op zijn zachtst gezegd nogal ruim.'
Van den Berghs optredens in het eerste bleven dat seizoen beperk tot drie. In zijn tweede
seizoen bij de A-selectie speelde Van den Bergh vaker. Op 27 oktober 1996 maakte hij in de
uitwedstrijd tegen Vitesse zelfs een doelpunt. Het was alweer een tijdje geleden dat hij deel
had uitgemaakt van de spelersgroep, maar blessures van onder anderen Hoekstra, Overmars,
Babangida en Litmanen brachten hem terug.
Mede-talent Rody Turpijn stond in Arnhem in de basis, maar Van den Bergh verving hem in de
rust. In de slotminuut tilde hij de stand naar 1-4. 'Nordin Wooter wilde zijn verdediger voorbij,
maar werd van de bal afgehouden. Ik pikte de bal op en schoof hem langs Westerveld. Ik was
dolblij. Je eerste doelpunt voor Ajax 1 is iets bijzonders. Ik hing meteen in de hekken achter
het doel. De week erna hing er een algemeen communigué van de KNVB in de kleedkamer
waarin stond dat de voetballers de supporters niet mochten ophitsen, onder andere door in
de hekken te klimmen. Maar ik wilde niemand ophitsen, ik was gewoon dolgelukkig.'
Atheneum
Gedurende zijn hele Ajax-tijd zat Van den Bergh op school. Uiteraard volgde hij eerst een
middelbare school, het atheneum, en daarna studeerde hij Management en recht. 'School is
me altijd goed afgegaan, ik vond het leuk bovendien.' Een hoge opleiding komt niet veel voor
in de voetballerij. 'Inderdaad, maar wat maakt dat in de kleedkamer uit? Sommige interesses
liggen misschien anders, maar of dat nou samenhangt met je schoolopleiding...? Misschien
heeft het meer te maken met de fase van je leven. Een 35-jarige met twee kinderen is met
andere dingen bezig dan iemand van 18 die net zijn rijbewijs heeft gehaald.'
MEI 2004
65