Mooie herinneringen. Toch blijkt weemoedig terugkijken naar het verleden niet aan de
oud-Ajacied besteed. Het moment waarop hij als voetballer besloot te stoppen, was niet
eens zo erg, stelt Pettersson nuchter vast. De Scandinaviër wil liever niets dramatiseren.
'Ik had mezelf natuurlijk al wel een beetje op het einde van mijn carrière voorbereid. En
daarbij: ik had toen al zo'n twintig jaar gevoetbald.'
Kunstgras
Sinds twee jaar begeeft de ex-voetballer zich daarom onder meer in de wereld van het
kunstgras. Een betrekking die hem anno 2004 eventjes heeft teruggebracht in Amster
dam. Als vertegenwoordiger van Field Turf, een van de spelers op de kunstgrasmarkt,
neemt Pettersson in de hoofdstad deel aan een zakelijke meeting met collega-vertegen
woordigers. De oud-Ajacied probeert vooral in Scandinavië de producten van Field Turf
aan de man te brengen.
'Omdat ik na het voetbal niet wist wat te doen, heb ik eerst een jaartje niks gedaan. Nu
heb ik sinds enkele jaren mijn eigen bedrijfje. Eigenlijk ben ik nu freelancer. Naast mijn
werk als vertegenwoordiger van Field Turf, werk ik ook voor een bekend Zweeds evene
mentenbureau. Dat bureau kan mij inhuren om bijvoorbeeld bij bepaalde reizen of activi
teiten aanwezig te zijn.'
Pettersson volgde Ajax aanvankelijk op de voet. Vooral de eerste jaren na zijn vertrek uit
Amsterdam hield hij zijn oude ploegmaten nauwlettend in het oog. De groep die aan de
hand van trainer Van Gaal Europa en zelfs de wereld veroverde, bleef lange tijd ook 'zijn'
groep. 'Zolang er in het elftal nog spelers lopen met wie je zelf hebt gespeeld, blijft het
extra leuk je oude club te volgen. Vooral Danny Blind sprak ik regelmatig. Nu je steeds
minder spelers kent, lees ik vooral Nederlandse kranten en volg ik het nieuws op de web
site van Ajax.'
De kunstgrasspecialist die de Zweed inmiddels is, las dan ook veel over de problemen die
Ajax en de ArenA jarenlang met de grasmat hadden. Vroeg of laat zal zo'n probleem tot
het verleden behoren, voorspelt Pettersson. Kunstgras zal op de lange termijn uitkomst
bieden. Pettersson: 'Het moderne voetbal draait helaas veel te veel om geld. Daarom zul
len ook om economische redenen in de komende jaren steeds meer voetbalclubs over
stappen op een kunstgrasveld. Volgens de tegenstanders gaat daarmee de romantiek van
het voetbal verloren. En dat ben ik ook wel een beetje met ze eens. Maar als jongeren
eenmaal opgroeien met kunstgras, raakt waarschijnlijk iedereen er heel snel aan gewend.
Als je op televisie ziet hoe slecht sommige velden zijn, dat is bijna niet normaal.'
Op de website van Ajax las Pettersson kort voor de winterstop een verslag van de vriend
schappelijke wedstrijd tegen Heracles. Een oefenpotje op kunstgras, is de Zweed bijge
bleven. 'Het vergt natuurlijk enige aanpassing, maar Ajacieden zouden volgens mij weinig
moeite hebben met een wekelijkse wedstrijd op kunstgras. Het Ajax-spel komt immers
het best tot zijn recht op een goed veld. Daarom verwacht ik dat over vijf a tien jaar ook
in de ArenA op kunstgras wordt gevoetbald. Maar hoe snel die ontwikkeling ook interna
tionaal zal gaan, is lastig te zeggen.'
In de huidige Ajax-selectie herinnert alleen Jari Litmanen nog aan de jaren waarin ook
Pettersson het Ajax-shirt droeg. Uitgerekend het seizoen na zijn terugkeer naar Zweden
won Ajax de Champions League. Is de speler nét te vroeg weg gegaan? 'Dat is altijd ach
teraf, hè,' pareert Pettersson de suggestie. 'Al vroeg in het seizoen 1993-1994 had ik de
beslissing genomen terug te keren naar Zweden. Het was een beslissing die niet alleen
met het voetbal te maken had; ook mijn privé-leven speelde in die keuze een rol. Het is
een weloverwogen beslissing geweest. Een beslissing ook die ik al tijdens de winterstop
naar buiten heb gebracht. Toen ik Ajax in 1995 de Champions League zag winnen, heb ik
in elk geval nooit gedacht dat ik daar ook bij had kunnen zijn. Pas vele jaren later
bedacht ik me weieens: "Had ik ook de Champions League kunnen winnen...?!" Maar spijt
van mijn vertrek heb ik echt nooit gehad. Met IFK hebben we het trouwens ook best aar
dig gedaan in de Champions League. Mijn herinneringen aan dat toernooi zijn bijna alleen
maar goed.'
Ooit, zo klinkt het opeens stellig, hoopt hij terug te keren in de voetballerij. Het voetbal-
wereldje blijft verleidelijk lonken. Komende zomer verhuist de familie Pettersson naar
Stockholm. 'Daar zijn enkele clubs met wie ik in gesprek zal gaan. Misschien kunnen we
iets voor elkaar betekenen,' kijkt Pettersson vooruit. 'De sport heeft mijn hele leven
beheerst; ook daarom wil ik als het even kan weer terug naar de voetballerij. Als het kon,
zou ik het liefst zó zelf weer gaan voetballen.'
Een terugkeer bij zijn oude clubs IFK dan wel Ajax, sluit hij uit. Göteborg en Amsterdam
blijken vooral praktisch gezien onhaalbaar. Vooral ook omdat hij zijn leven voorlopig niet
meer geheel in dienst van het voetbal wil stellen. Twee decennia lang leven als een prof:
Pettersson vindt het vooralsnog genoeg. 'Daarom zie ik mezelf ook niet snel terugkeren
als trainer, scout of technisch directeur. Als je dergelijke functies goed wilt invullen,
moetje daar alles voor opzij zetten. Dat zie ik nu nog niet zitten. Misschien later wel, wie
weet. Ik wil voorlopig tijd vrijhouden om ook leuke dingen te doen. Een van de leukste
dingen na je voetbalcarrière is juist datje op vrijdagavond kunt besluiten een weekendje
weg te gaan. Dat was voorheen onmogelijk.'
Toch ziet Pettersson wel degelijk iets in een trainerschap naar Amerikaans model. In het
American football bijvoorbeeld wordt bijna elk specialisme getraind door een specifieke
trainer. Pettersson heeft als voormalige spits, schaduwspits en middenvelder een vracht
aan kennis en ervaring waarvan de spelers van nu en de toekomst moeten kunnen pro
fiteren. Pettersson: 'Die kennis wil ik op een of andere manier gaan gebruiken.'
Zoet en zuur
Terug naar de in vuurwerknevelen gehulde Meer van mei 1994. Het afscheid is zoet en
zuur tegelijk. Zelden nam Ajax zo groots en emotioneel afscheid van een van zijn zonen.
Een zoon uit Zweden nog wel. 'Dat het zo groots zou worden, had ik vooraf nooit ver
wacht,' stelt de ex-speler bescheiden. 'Al weetje natuurlijk wel dat de laatste thuiswed
strijd van het seizoen altijd wel bijzonder is. Mezelf focussen op de wedstrijd was niet
zo'n probleem; al drong tijdens de wedstrijd het besef soms wel door dat ik bezig was
aan mijn laatste optreden voor eigen publiek. Dan keek ik even rond en zag ik het stadion
en de supporters om me heen. Toch kwam het échte besef later, pas na de wedstrijd. Dan
realiseer je je hoeveel er is gebeurd in zes jaar tijd. Ook het afscheid in de Meer én het
feest dat we na Groningen in de stad vierden beschouw ik als een van mijn hoogtepunten
bij Ajax. Het afscheid was gewoonweg een fantastische ervaring.'
Dat toenmalig voorzitter Michael van Praag hem na het laatste thuisoptreden stante
pede uitriep tot Mister Ajax, kwam niet alleen voor de speler als een complete verras
sing. 'Dat was volgens mij niet gepland,' grijnst Pettersson. 'De voorzitter voelde dat op
dat moment kennelijk zo.' De speler beschouwt het meer als een ultieme blijk van waar
dering. Pettersson stelt zich bescheiden op door zich niet te opzichtig naast die andere
Mister Ajax te plaatsen. Sjaak Swart én Stefan Pettersson hebben beiden hun eigen ver
diensten voor de club gehad. Maar het was Swart die de club zijn hele loopbaan trouw
bleef. En daarom wellicht meer recht heeft op het predikaat 'Mister Ajax'.
AJAX MAGAZINE