De buitenstaander
Theatervrouw Karin Bloemen (1960) praat veel en graag. Ook over voetbal. De cabaretière beschouwt
de zondagse uitzending van Studio Sport als het ijkpunt in haar leven. Haar DVD-recorder is zodanig
ingesteld dat hij iedere zondag tussen 19.00 en 20.00 uur automatisch het programma op Nederland 2
opneemt. Praten met Bloemen is vooral luisteren, waarbij de onderwerpen voetbal, theater, zingen,
vakmanschap, Rijkaard en intuïtie aan bod komen. Ook staan we stil bij de burn-out die haar ruim drie
jaar geleden tot absolute rust noopte.
Karin Bloemen over haar
liefde voor voetballers
met intuïtie
Het lijkt of Karin Bloemen audiëntie heeft in het Okura Hotel, waar zij vrijwel altijd
afspreekt voor het geven van interviews. Ditmaal heeft zij haar vrije woensdag eraan
besteed, want ik ben niet de eerste op deze dag. Haar energie is er niet door verminderd.
In burger ziet de 'Diva der lage landen' er minder flamboyant en extravagant uit dan tij
dens een show of een tv-optreden. Praten doet ze daarentegen net zoveel en net zo
ongedwongen. De weinige pauzes in het gesprek vult ze op met gezang, waarbij haar
stemgeluid een paar octaven stijgt. Als ik bij de start van ons gesprek voorstel om te
beginnen met haar eerste voetbalervaringen, reageert ze guasi teleurgesteld. Beteuterd:
'Ik dacht eigenlijk dat we het over seks zouden hebben.' Goed, dat is dan 1-0 voor Bloe
men, die kennelijk zelf het ijs wil breken. Als ze uitgelachen is, vertelt ze over haar jeugd:
'Ik ben een meisje, dus voetbal is me niet met de paplepel ingegoten. Mijn eerste echte
vriendje was een fanatieke amateurvoetballer in Schagen. leder wekend ging ik braaf met
hem mee en stond ik langs de zijkant de boel een beetje op te jutten. Ook nam hij me
geregeld mee naar wedstrijden van AZ. Op die manier leerde ik de regels en de termen
vrij snel kennen. Ik vond het heerlijk om met mensen over voetbal te discussiëren. Ik ben
van nature een fanatiek mens; een type van "als we kunnen winnen, moeten we dat
vooral ook doen!". Ik had net de ervaring West-Duitsland - Nederland achter de rug, de
beroemde finale van 1974. Tijdens dat toernooi heb ik bijna alles gevolgd en ik zag heus
dat het talent van Cruijff gigantisch groot was. Sindsdien is Studio Sport een soort ijkpunt
in mijn leven geworden (begint de tune te zingen, waardoor de verbaasde Japanners in
het restaurant even hun lunch onderbreken). Vroeger was er bij ons thuis immer een
strijd gaande. Je had aan de ene kant de TROS en aan de andere kant de VPRO. De NOS
was met Studio Sport een soort bindmiddel om alle partijen bij elkaar te brengen.'
Frank Rijkaard
Kijken naar voetbal kan ook slopend zijn: 'Die strafschoppenserie tegen Italië in 2000
was verschrikkelijk. Dat hoop ik nooit meer mee te maken. Ik zat volledig vast in dat toer
nooi, want Rijkaard was bondscoach en die is echt een vriend van me geworden, heel leuk.
Onze eerste ontmoeting was prima. Ik stapte op hem af en zei dat ik een fan van hem was.
"Nou dat is mooi," zei hij, "want ik ben ook een fan van jou." Kon niet beter en sindsdien
hebben we regelmatig contact. In onze gesprekken hebben we het vaak over de groep van
2000 gehad. Volgens mij heeft hij er moeite mee gehad om baas over die groep te zijn,
terwijl hij met de meeste nog had samengespeeld. Ach, die nederlaag tegen Italië was
zo'n domper en ik was ook zo verschrikkelijk teleurgesteld dat Frank stopte. Ik had hem
graag nog vier jaar door zien gaan. Gelukkig doet hij het nu weer goed met Barcelona. Als
ik met Frank uit eten ga, praten we niet alleen maar over voetbal. Hij is gek op muziek,
dus daar hebben we het veel over, maar ook over het opvoeden van kinderen. Mijn man zit
in de jazz en Frank kan met hem rustig een uur beppen over componeren en de nieuwste
invloeden in de muziek.'
Bloemen is zelf nooit actief met sport bezig geweest. 'Ik ben geen sporter, ik was altijd
met dansen bezig. Mijn vader had het wel. Die was voetbal- en handbaltrainer, semiprof bij
de wielrenners en deelnemer aan de barre Elfstedentocht in 1963. Kortom, hij was een van
de fanatiekste mannen uit Schagen. Van hem heb ik het fanatisme meegekregen. Alleen,
ik heb dat fanatisme nooit op sport toegepast. Lid worden van een sportvereniging en
alles wat daarbij komt, was gewoon te duur. Op mijn dertiende ben ik op ballet gegaan,
maar op een teamsport heb ik mij nooit gestort. Nu richt ik mij op tennis, ik ben kennelijk
toch meer individualist dan teamspeler. Gek eigenlijk, want in mijn vak vind ik het juist
heel leuk om samen met anderen te werken. Uiteindelijk ben ik natuurlijk een theaterma
ker en geen sporter. Er zijn wel degelijk overeenkomsten, want theater en voetbal spelen
zich beide af in twee helften van ongeveer drie kwartier met een pauze ertussen. Het was
Freek die zei dat wij analytisch verder kunnen gaan dan de gemiddelde voetballer, omdat
wij 150 keer per jaar hetzelfde doen. Wij kunnen zodoende gemakkelijker lering trekken
en iets verbeteren voor de volgende wedstrijd, c.q. voorstelling. Een voetballer kan alleen
zichzelf of zijn techniek verbeteren. Hij moet mentaal harder en weerbaarder zijn dan wij
MEI 2004 105