Over de bijnamen van onze helden Het Ajax Museum Museumstukken Vele voetballers - en niet alleen de hele grote - hebben bijnamen. Dat is nauwelijks opmerkelijk te noemen, want het geven van bijnamen is zo oud als de mensheid zelf. In deze aflevering van Museumstukken staan we stil bij hoe enkele Ajacieden ook wel heten. De 'Godenzonen' van 'Lucky Ajax' Er is een opvatting dat het geven van bijnamen zijn oorsprong vindt in de intimiteit van de familiekring. Als kinderen nog heel klein zijn, kunnen ze vaak hun eigen naam nog niet uit spreken. Carel wordt dan al snel verkort tot 'Caca' en Marianne tot 'Nanne'. Ook hebben veel ouders de neiging hun wurmen koosnaampjes te geven, die in vele gevallen de echte naam verdringen. Ze worden meestal alleen in een liefdevolle context gebruikt en daarom heet bijna iedereen in het begin wel Pikkie, Kruimpje of Dikkie Dik. Totdat mamma een keer boos wordt. Dan blijkt 'Proppie' in werkelijkheid Abrahram te zijn. Bij volwassenen krijgt het gebruiken van koosnamen al gauw iets kinderachtigs. Tenenkrom mend is het voor omstanders wanneer stellen elkaar in het openbaar aanspreken als 'scheetje' of 'poepie'. Het wat neutraal geworden 'schat' kan vaak nog wel, omdat het meestal wat achteloos wordt gebruikt. Maar eigenlijk zijn bijnamen voor grote mensen alleen acceptabel als het gebruik beperkt blijft tot de privéwereld. Het is die sfeer van intimiteit die verklaart waarom we juist onze helden zo vaak trakteren op een bijnaam. Als je het tegenwoordig hebt over 'de blonde Socrates' weten nog maar weini gen dat je Arnold Scholten bedoelt. Zo geef je dan aan dat je in elk geval een kenner bent en misschien zelfs een insider. Niet voor niets heeft een Mart Smeets het in zijn verslaggeving eigenlijk alleen maar over de wielrenners 'Poupou' (Raymond Poulidor, ook wel bijgenaamd 'de eeuwige tweede') of 'Abdoe' (Djamolidine Abdoesjaparov, ook wel 'de Dolle Tartaar' of 'de Cowboy van Taskent' genoemd). En heeft u een Frank Snoeks Tijjani Babangida ooit iets anders horen noemen dan 'Baba'? De verslaggever kent de sporters over wie hij spreekt bij hun intiemste namen en een korte naam is niet alleen gemakkelijker uit te spreken, hij sug gereert ook vertrouwdheid. Lichamelijke kenmerken Ook wij geven onze helden graag bijnamen, want ze zijn immers van ons. In sommige gevallen gebruiken we daarvoor lichamelijke kenmerken. In de jaren dertig heette Wim Volkers 'de Mug', net zoals vijftig jaar later de even kleine Jesper Olsen 'de Vlo' heette. De gebroeders Jan-Willem en Ruud Lucas waren vanwege hun wat waggelende manier van lopen 'de Kippies'. En de zelf wat rossige Beenhakker (ook wel 'Don Leo' genaamd) noemde de eveneens rossige Spren Lerby 'de Rooie'. Eerder kende Ajax trouwens al een 'Rooie Piet' van Deijck. Wat haren betreft noteren we onder de huidige trainerstaf nog 'Sneeuwvlokje' (Koeman) en 'Johnny Gel' (Van 't Schip). Hij werd door zijn collega's trouwens 'Schippie' genoemd en bij Genua heette hij 'Johnny il Bello' (mooie Johnny). Krol had korte tijd een snor wat hem onmiddellijk de bij naam 'de Walrus' opleverde. En tijdens het WK '74 vormde hij samen met Wim Suurbier het komische tv-duo 'Schnabbel en Babbel'. Om nog even bij de trainers te blijven: we hebben 'de Tiran van Tilburg' (Adriaanse, ook wel 'koperen Cootje'), 'het Orakel van Avenhorn' (Van Gaal), 'de Generaal' (Michels; ook wel 'de Bul' en 'de Sfinx') en 'Afkoopsom Aadje' (Aad de Mos). Deze laatste brengt ons dan op een ander opmerkelijk element aan het gebruik van bijnamen: je kunt er iemands negatieve kanten gemakkelijk mee karakteriseren. Vanaf het moment dat Frank Rijkaard Rudi Voller op het hoofd spoog, heette hij lange tijd 'de Lama' of 'Chico Lama'. Bob Haarms stond vanwege zijn onbarmhartige stijl bekend als 'de Spijker'. Het voorbeeld van Piet Schrijvers laat zien hoe genadeloos het publiek soms kan zijn. Eerst heette hij nog 'de gele Tijger' en al snel werd hij 'de Beer van de Meer'. De nadruk op zijn lichaamsomvang klonk ook door in zijn eerste bijnaam bij PEC: 'de Bolle van Zwolle'. Toen het vervolgens wat minder ging was het plotsklaps 'het Lek van PEC'. En ook bij zijn volgende club, Top Oss, doorliep hij die twee stadia: van 'de Kolos van Oss' werd hij 'de Flop van Top'. En niemand blijft scheldnamen bespaard, ook niet die twee andere grote Ajax-keepers: Van der Sar (van wege zijn oren ook wel 'Dombo' en 'Flappie' genoemd) en Stuy ('Heinz Kroket' omdat hij de bal vaak even liet stuiteren, als ware het een hete kroket). Gelukkig zijn er ook mooie bijnamen. Guus Drager was 'de Matador op de Vierkante Meter' en Van Basten heette 'San Marco' of 'Van Gol'. Cruijff ging eerst door het leven als 'de Spriet', maar werd al snel 'El Salvador', daarna 'het Orakel van Betondorp' en uiteindelijk 'het Broer tje van God'. En lelijke bijnamen, zijn die er ook? Ja zeker: 'Goudhaantje', voor Johnny Rep. Omdat die zo'n grove miskenning is van een lange en grootse carrière. Carel Berenschot Een bezoek aan het Ajax Museum maakt deel uit van de World of Ajax Tour. U krijgt eerst iets te drinken aangeboden en ziet daarna een korte film. Dan volgt een rondleiding door de ArenA en een bezoek aan het museum. Voor kinderen zijn er speciale kinderrondleidin gen, met spelletjes, een quiz en een cadeautje. De prijs van de twee uur durende World of Ajax Tour bedraagt €9,50 p.p. Kinderen t/m 12 jaar en 65+-pashouders betalen €8,00 p.p. De starter-tour (1 uur, reserveren niet nodig) kost €8,00 p.p. en €7,00 voor kinderen t/m 12 jaar en 65+-pashouders. Voor grote groepen gelden speciale tarieven. Voor groepen kan ook een speurtocht door stadion en museum georganiseerd worden. Voor inlichtingen en reserveringen: 020-3111336. U kunt ook alleen het museum bezoeken. Toegang en kaartverkoop lopen via de supportersbalie in de Official Ajax Fanshop. De entree bedraagt €3,50. Openingstijden: 1 apr-30 sep ma t/m vr 9.30-18.00, za en zo 10.00-17.00 (niet tijdens wedstrijden op zondag); 1 okt-31 mrt ma t/m za 10.00-17.00, zo alleen op koopzondagen (niet tijdens wedstrijden op zondag). Openingstijden ArenA-tours: dagelijks 10.00-17.00 (op wedstrijddagen geldt een aangepast programma).

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2004 | | pagina 61