Historische grond
Curva
hummel^
UDI1NESE
ajax
000531
4 novembre
COLLECTIE EVERT VERMEER
man Van der Sar een uitblinker had, leek roemloos op weg
naar het einde. Gelukkig in het voetbal zijn daar altijd de
spelers met de geniale actie. Shota Arveladze is er zo een.
De Georgiër danste tien minuten voor tijd langs wat tegen
standers en plaatste de bal met een boog net zo fraai als die
van de hoofdtribune in de verre hoek. Een briljant doelpunt,
en Ajax was toch nog door. Morten Olsen: 'Ik denk dat Shota
zonder zijn heupblessure dat doelpunt nooit had kunnen
maken, want die bewegingen zie je een normaal mens niet
doen.' Kijk, een nabeschouwing, daar heb je pas iets aan.
Marcelle van Hoof
zette naar Udine. Enige dagen eerder waren tegen Roda JC
(1-1) voor het eerst punten verspeeld, maar dat Ajax lekker in
zijn vel zat had Richard Witschge gedemonstreerd tegen
Feyenoord door de bal een keer of elf keer hoog te houden.
De thuiswedstrijd tegen Udinese was slechts met 1-0 gewon
nen, maar niemand maakte zich echt zorgen om de return.
Trainers prijzen dan altijd de tegenstander de lucht in om 'de
groep scherp te houden' en Olsen deed dat door - in heer
lijke trainerstaai - te verkondigen 'dat Udinese een echte
drang naar voren heeft. Spits Oliver Bierhoff scoort bijna
altijd. Ik schat onze kansen om verder te komen op vijftig
procent.'
Hij had wel een punt toen hij de spelers opsomde die gebles
seerd waren. Michael Laudrup en Tijjani Babangiba waren
sowieso niet inzetbaar en de lijst met lichtgeblesseerden
was lang: Danny Bind: griep, Frank de Boer: teen, Shota Arve
ladze: heup, Richard Witschge: knie, Dani: knie én griep.
Olsen nam uit voorzorg maar liefst twintig spelers mee naar
Udine.
Bij de tegenstander heerste vooral respect voor Ajax. De
Belgische middenvelder Johan Walem: 'We moeten vooral
geen gekke dingen doen, voor alles een tegendoelpunt zien
te voorkomen, dan gaandeweg de wedstrijd zelf scoren en
dan maar uitkijken waar we kunnen uitkomen.'
Normaal mens
De uitspraken van Walem onderstrepen nog maar eens dat
het gebabbel voor een wedstrijd slechts decoratie is: je
neemt er (noodgedwongen, wordt er ooit nog eens een wed
strijd niet voorbeschouwd?) notie van en in de praktijk blijkt
het allemaal anders uit te pakken. Zo scoorde Udinese niet
gaandeweg de wedstrijd, maar binnen een half uur twee keer
en was Ajax en niet Udinese de mindere ploeg. En gelet op
het wedstrijdbeeld had Ajax niet vijftig, maar slechts zo'n
tien procent kans om door te bekeren.
Ajax maakte veel persoonlijke fouten, met name de omhoog
gevallen Oliseh onderscheidde zich door twee te zachte
terugspeelballen. De tweede leverde de openingstreffer van
Udinese op, van Poggi. Bierhoff scoorde ook (Olsen had
gelijk, leve de voorbeschouwing!) en Ajax, dat alleen in doel-