Verbeelding De trein meert aan. Het perronvolk komt in beweging, de portieren slaan open. De mannen zwieren koffertjes en koffers het comparti ment binnen en nemen plaats. Het is een dikke vijf uur naar Hannover en vandaar nog vier uur naar eindbestem ming Aue. Er vormen zich kaartgroepen, een enkeling heeft een boek meegenomen, gesprekken komen samen met de trein op gang. Europa Cup. Het klonk goed, exotisch bijna. En de Ajax-kameraden doen mee! Vaag bewust van het primeurschap stappen de Ajax-jon- gemannen het veld van het Otto Grotewohl Stadion op. Het is een dag voor warme jassen, de tribunes zijn meer dan gevuld. Afleiding in het Ertsgebergte. Ze kijken elkaar aan, de jongemannen in hun Ajax-shirts, en ze voelen iets van de elektrische spanning die deze wed strijd anders maakt. Europa Cuplading. Ze kijken elkaar aan en zien eenheid gloeien. Herkenbaar van de kam pioensrace van het jaar daarvoor en eensgezindmakend. De kleibodem van het stadion koekt onder hun kicksen vast. De bodem is natter dan een dag eerder toen ze ken nis maakten met de Saksische aarde. Die was toen nog hard, bevroren. De helft van de warming-up is opgegaan aan het verstellen van de noppen. Hoge jongens onder in plaats van de kleine puntjes. Het gooit de technische voorbereiding in de war maar de ergerlnis zorgt voor adrenaline in het bloed. En die adrenaline zorgt voor een vliegende start. Pietje van der Kuil scoort. En Wim Bleij- enberg. En weer Pietje. Glijdend en strijdend en slidend en tackelend en af en toe combinerend wordt gewonnen, Het publiek blijft stil, de heuvels rondom turen zwijgend naar het stadion. Als een stationscheffluit over Perron 4 schelt de afscheidstoon van de scheidsrechter. Daar staan ze, met trots in hun ogen. Verwondering en trots. Ze stellen zich ten afscheid op bij de middenlijn. Deze groep jongemannen die voor het eerst Ajax in de Europa Cup vertegenwoordigen en de kwartfinale binnen handbereik hebben. 3-1 winst op de kampioen van Oost- Duitsland, de DDR zo u wilt. Een dag treinen van Amster dam. In een provinciestadje met een heus stadion en een zuig- modderig veld zoeken zij naar aanknopingspunten. In de starende publieksmassa speuren ze naar en glimp van hun vier meegereisde supporters, naar de bestuursleden. Daar, aan de zijlijn, staan trainer en elftalleider. Net zo trots in hun alleenigheid. Kijk, die Ajacieden van het eerste Europese uur, fier en onwennig. Dicht tegen elkaar in eenheid. Vuilvegige shirts over hun kameradenbasten. Opgestroopte mou wen. Onder aanvoering van Ger van Mourik hijsen zij vuistgebald de Ajax-vlag voor het eerst ten top in de Europa Cup. Op een vreemde bodem in het Ertsgbergte, in een ver, door doctrine verwijderd Saksisch land. David Endt APRIL 2004 55

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2004 | | pagina 55