Een snoekduik a la Beb Bakhuys Werner Schaaphok Eentje! In de twee jaar dat deze rubriek bestaat, is het niet eerder voorgekomen dat de aanleiding voor het gesprek zo passend was. Het enige doelpunt van Werner Schaaphok was goed voor langdurig applaus op de tribunes, aparte stukken en foto's in de kranten en kippenvel op het veld bij de maker. En er is meer bijzonder aan Schaaphoks leven, zoals zijn twee ontvoeringen en twee 'nationaliteiten'. 'Z.n.e.s' staat er mysterieus op het naambordje bij zijn voordeur. De afkorting staat voor 'zich noemende en schrijvende' en ze bevindt zich tussen de namen Glanz en Schaaphok in. Werner Glanz noemt zich en schrijft Schaaphok. Een uitdrukking bedacht door de belasting dienst. 'Men was erachter gekomen dat ik Glanz heette. Lange tijd heeft niemand geweten dat Schaaphok de naam van mijn tweede vader was.' Werner Glanz werd op 22 december 1941 in Berlijn geboren. Na de oorlog scheidden zijn ou ders en werd Werner toegewezen aan zijn moeder. Een dagje uit met pa Glanz werd door hem wel heel ruim genomen. Schaaphok: 'We gingen naar vliegveld Tempelhof in Berlijn, vliegtui gen kijken, maar ik moest in het vliegtuig en weg waren we!' Vader vertrok met de kleine linea recta naar Parijs. 'Terughalen kon mijn moeder me niet, want de relatie tussen Frankrijk en Duitsland was niet zo best. Mijn vader had een nieuwe vrouw, een Frangaise. Na anderhalf jaar kwamen op een dag twee mannen in Parijs op bezoek. Mijn vader was niet thuis. Ze gaven die Frangaise een zwieper en lieten mij een foto van mijn moeder gezien. Ik was met een verkocht natuurlijk en we gingen snel naar de trein, naar Amsterdam. Dat was in 1949, ik was zeven jaar oud en sprak Frans. Die twee mannen waren de nieuwe man van mijn moeder en een neef. In de trein probeerden ze me nog een paar Hollandse woorden te leren, maar dat ging niet best.' Schaaphok laat een A4-tje zien met Franse en Duitse krantenartikelen van zijn tweede ont voering. Er staat dat zijn 'kidnappers' zich hadden uitgegeven als Kriminalbeamte. Hij kan er wel om lachen. Paspoort In Amsterdam ging kleine Werner weer naar school. 'Ik heb drie keer in de eerste klas geze ten: in Berlijn, Parijs en Amsterdam. Maar voor de rest heb ik een normale jeugd gehad hoor.' Schaaphok bleek goed te kunnen voetballen. Via WA belandde hij na het spelen van een proefwedstrijd op zijn veertiende bij Ajax. In het seizoen 1958-1959 maakte hij zijn debuut in het eerste. Tot op dat moment wist iedereen niet beter dan dat Schaaphok een Nederlander was. 'Ik dacht er zelf ook niet over na. Ik werd uitgenodigd voor een training van het Neder lands jeugdteam. We moesten een paspoort meenemen naar de eerste training, ineens reali seerde ik me: ik kan helemaal niet voor Nederland spelen.' Eenmaal in Ajax 1 had Schaaphok andere twijfels: zijn benadering van gelouterde Ajacieden als Wim Anderiesen of Ger van Mourik. 'Ik wist niet wat ik moest zeggen: "meneer" of "Ger". Van Mourik zei dat ik "Ger" moest zeggen, maar ik kon het niet uit mijn strot krijgen; ze waren nou eenmaal "meneren" voor me. Als ik nu Rinus Michels tegenkom, zeg ik nog steeds "meneer Michels".' Zijn Duitse afkomst is Schaaphok nooit nagedragen. 'Ik heb er, toen het eenmaal bekend was, nooit geheimzinnig over gedaan. In het dagelijks leven zei men weieens "rotmof" tegen me, maar op het voetbalveld eigenlijk nooit. Bij Ajax had je ook kennis aan joodse mensen, die familie in de oorlog hadden verloren, maar ik ben zoals ik ben. Ik ben er nooit op aangeke ken.' Op 6 oktober 1963 viel Schaaphok zelfs veel lof ten deel. Tegen Heracles (7-0) scoorde Schaaphok na een vrije trap vanaf rechts van Piet Keizer met een zweefduik a la Beb Bakhuys Met een snoekduik a la Beb Bakhuys scoort Werner Schaaphok 4-0 tegen Heracles. APRIL 2004 47

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2004 | | pagina 47