Bericht uit USA
Een paar jaar geleden heb ik, tegen wat extra betaling
aan de Californische dienst voor het wegverkeer, het
nummerbord van mijn auto laten veranderen in HUP AJAX.
Dat mag in Amerika. Zolang niemand anders in de staat
die uiting al heeft, mag je zo ongeveer alles op je num
merbord laten zetten, in maximaal zeven letters. Sinds ik
dit nummerbord heb moet ik wat ik noem 'schoonmaak-
vragen' beantwoorden.
Ajax-fans in Amerika hebben het er soms maar moeilijk
mee. De meeste mensen hebben nog nooit gehoord van
de Amsterdamse club, dus denken ze eerst aan het
schoonmaakmiddel. Daar word je weieens moe van. En
denk maar aan de spreuk 'Gedeelde smart is halve smart
en gedeelde vreugde is dubbele vreugde'. Nou, er is
eigenlijk niemand om de vreugde en het verdriet mee te
delen. Niemand van mijn vrienden en collega's begrijpt er
echt iets van. Dus als ik dan iemand vind die het wel
begrijpt, kan ik soms doorslaan...
Op een dag, toen ik aan het werk was voor een groot soft-
ware-bedrijf, bevond ik mij in een lift met een andere
man. We droegen allebei naamplaatjes en het viel me op
dat zijn voornaam Jari was. Dus ik vertelde hem onmid
dellijk: 'Mijn favoriete voetballer heet Jari!' Hij keek me
aan alsof ik zojuist een mes uit mijn aktetas had getrok
ken.
Hij kwam uit Finland en natuurlijk had hij gehoord van Jari
Litmanen. Maar als je uit Finland komt, verwacht je geen
doorsnee Amerikanen die in de lift tegen je beginnen te
praten over Jari Litmanen. Als ik dezelfde man in een bar
in Amsterdam, of Helsinki, was tegengekomen, was dit
een amusant gesprekje geweest, en zou ik een grappige
zonderling zijn geweest. 'Een Amerikaan die verstand
heeft van Ajax. Wat schattig.' Maar in een kantoorgebouw
in Californië is zoiets bizar en verwarrend, en hij wilde
niets liever dan zo snel mogelijk die lift uit. Ik had hem
bang gemaakt.
Zeker, het was enigszins gênant. Maar wat moest ik doen?
Ik ben niet van plan om niet met iemand uit Finland te
praten over Jari Litmanen! Ik ben voortdurend onder
mensen die geen idee hebben dat Ajax bestaat, die nog
nooit van Jari Litmanen gehoord hebben. Ik moet de hele
tijd dit enthousiasme binnen houden. Ik vecht constant
tegen de drang om tegen mensen over Ajax te praten. Dus
als ik dan iemand uit Finland tegenkom - wat natuurlijk
niet al te vaak voorkomt - kan je er donder op zeggen dat
we over Jari Litmanen gaan praten, of-ie het nou leuk
vindt of niet!
Aan de andere kant doe ik niet mijn best om met Amerika
nen - vrienden, collega's, familie zelfs - te praten over
Ajax. Het kan me niet schelen dat ze denken dat ik een
beetje raar ben, want ze hebben misschien wel gelijk.
Maar zij willen ergens van overtuigd worden. Ze hebben
behoefte aan een rationele reden dat ik Ajax-fan ben. Er
is echter geen rationele reden. Ik kan het alleen proberen
uit te leggen.
Mijn verhaal is typisch voor veel Amerikaanse Ajax-fans.
Rond 1993 begon sportzender ESPN live wedstrijden uit de
Nederlandse competitie uit te zenden op zondagmorgen.
Dus ik stond thuis in Californië zondagochtend om vijf uur
op, maakte een lekker ontbijtje voor mezelf en nestelde
me voor de tv om voetbal uit Nederland te kijken. Op dat
moment had ik nog geen favoriete ploeg. Het waren
gewoon wat uiterst rustige en aangename uren die ik met
mezelf kon doorbrengen, kijkend naar voetbal van de
andere kant van de wereld.
Vaak was Ajax een van de ploegen die aan het spelen
waren. Het eerste wat me opviel was dat ik teleurgesteld
was als het geen Ajax-wedstrijd was. Je weet waarschijn
lijk nog wel dat Ajax in 1993 een bijzonder goed team had,
maar ik wist dat niet. Voor mij was dit eenvoudigweg Ajax-
voetbal; soepel, een tikje arrogant en aanvallend dodelijk.
Ze waren fenomenaal. En mijn favoriete speler was een
donkerharige Fin, een erg enthousiaste jongen die nooit
de bal leek te verliezen aan het andere team, en als-ie
scoorde, rende hij in de rondte als een klein kind, een
grote grijns op zijn gezicht en zijn wijsvingers prikkend in
de lucht...
In 1994 ging ik naar Amsterdam om een paar vrienden van
de universiteit te bezoeken, en ze namen me mee naar
mijn allereerste Ajax-wedstrijd, de openingswedstrijd van
het seizoen, tegen RKC in de Meer. Het voetbal was beto
verend; Ajax won met 3-1. En het gezang van de F-side
was zo fascinerend, al verstond ik er geen woord van. Dit
was het. Het zaadje dat was geplant, had zon en water
gekregen. Ik was Ajax-fan, of ik het nu wilde of niet.
Dit was ten tijde van de eerste bloei van het internet, en
ik ontdekte dat ik uitslagen en statistieken online kon
bekijken. Dus begon ik met het maken van een nieuws
brief, gewoon als hobby, voor Ajax-fans in de Verenigde
Staten. Aanvankelijk stuurde ik die naar enkele tientallen
jongens via e-mail en fax. In 1995 begon ik Ajax-nieuws te
publiceren op het World Wide Web. 'Ajax USA', de website
(www.ajaxusa.com) en de club, was geboren.
Vanaf die tijd hebben we duizenden geregistreerde leden
overal in de USA en in bijna alle landen van de wereld, van
Laos tot Guatemala en de Fiji Eilanden. Maar Ajax-fan zijn
in Californië, is nog steeds een eenzaam bestaan. Behalve
eens in de zoveel keer...
Ongeveer een jaar geleden reed ik in traag verkeer op
vrijdagavond, met mijn vrouw en wat vrienden. Plotseling
zag ik dat de man in de auto naast me zijn vuist naar me
schudde en vreselijk zat te schreeuwen. Ik dacht eerst
dat ik hem had afgesneden en dat-ie gewoon even stoom
moest afblazen. Maar hij bleef volhouden, hield zijn auto
naast de mijne en schreeuwde en schreeuwde. Uiteinde
lijk rolde ik mijn raampje maar naar beneden om de con
frontatie met de woedende man aan te gaan. 'Hup Ajax!
Hup Ajax!' riep-ie, telkens weer, met de grijns van een
waanzinnige op zijn gezicht. Hij had mijn nummerbord
gezien en kon zich niet beheersen. Ik begreep het volko
men.
Jim McGough
Kam
60.000 uitzinnige Tunesische fans barstten zater
dag 14 februari in tranen uit na afloop van de met
2-1 gewonnen finale tegen Marokko. Voor het eerst
in de geschiedenis mag Tunesië zich kampioen van
Afrika noemen. Onder leiding van bondscoach
Roger Lamerre, die met Frankrijk in 2000 Euro
pees kampioen werd, een terechte winnaar, want
de ploeg van Hatem Trabelsi liet in eigen land het
gehele toernooi goed en gepassioneerd voetbal
zien. De 'adelaars van Cathargo' rekenden in de
18