denken: "Barst maar." Dat wist ik al in de jeugd. Zolang ze met je bezig zijn, heb je een kans om verder te komen. Als ze niks meer tegen je zeiden, wist je dat je aan het einde van het seizoen je spullen kon pakken. Zo ging het altijd. Ik heb er zo heel wat af zien val len. Gelukkig kreeg ik constant kritiek. Het was niet goed of het deugde niet. Ik moest elke wedstrijd presteren. Als ik een keer een mindere wedstrijd speelde, stond ik er soms de volgende wedstrijd gewoon naast.' Snel zelfstandig 'Ik ben door de Ajax-opleiding heel snel zelfstandig geworden. Op tienjarige leeftijd zitje al een week in Italië op een buitenlands toernooi. Ook gewoon met z'n tweeën op een kamer. Dat geeft een voorsprong op leeftijdgenoten die die ervaring niet hebben. Dat merk ik ook tegenwoordig regelmatig. Als ik andere jongens van negentien zie, heb ik het gevoel dat ik al wat verder ben. 'Ik kan me herinneren hoe het was in Italië. Ik had heel veel heimwee, zoals iedereen. Maar je merkt nog niets bewust van wat er gebeurt. Je realiseert je niet dat je op jezelf moet leren zijn. Je bent nog heel speels. Maar als je veertien, vijftien bent heb je al tien van die tripjes achter de rug. Dan besef je dat dit het leven gaat zijn, mocht je uiteindelijk ooit doorstromen naar het eerste. Dat is voetbal. Je zat in je eentje op een kamer. Ik leerde het prettig te vinden. Ik had er helemaal geen moeite mee. Ik had toen ook geen spoor van heimwee meer. Sommige anderen snakten na twee dagen al naar huis. Dat had ik helemaal niet.' Misschien was het bij de anderen heel leuk thuis? Sneijder: 'Bij mij was het ook leuk hoor. Daar lag het niet aan. Maar het heeft gewoon met zelfstandigheid te maken, ik was ook echt met het voetbal bezig. Ik was er volledig op geconcentreerd. Alles moest ervoor wijken. Alles. Je jeugd dus. Toen ik zes, zeven jaar was, speelde mijn broer Jeffrey al bij Ajax. Dan moest ik na schooltijd om drie uur direct naar huis en stond er een bordje eten met folie erover klaar en een flesje drinken. Hup de auto in en op de achterbank onderweg naar Ajax samen wat eten met het bord op schoot. Dan moest eerst mijn broer om half vijf anderhalf uur trainen en daarna was ik aan de beurt, van half zeven tot acht. Voordat je dan thuis bent, is het negen uur en kon je na een magnetronmaaltijd zo'n beetje gelijk je bed in. Op sommige momenten had ik het er ook heel moeilijk mee. Ik merkte het ook bij mijn broertje Rodney, die nu bij Ajax in de D2 speelt. Hij had hetzelfde probleem. Hij miste dat hij na schooltijd niet met zijn vriendjes op straat kon spelen. Ik legde mijn broertje uit dat ik het ook allemaal heb meegemaakt en dat hij moest beseffen dat je dingen moet opgeven. Hij heeft mij als voorbeeld, wil ook zo ver komen en accepteert dan ook de dingen die hij moet opgeven. Maar hij heeft er, net als ik destijds, ook in zijn voetbal heel veel last van gehad. Ik zag het gebeuren. Als je nu kijkt, is het gelukkig weer over. Hij speelt de sterren van de hemel. Ik ging ook wei eens met tegenzin naar Ajax. Moet ik nou alweer, dacht je dan. En die strengheid. Soms raakte ik geen pepernoot omdat ik veel liever met mijn vriendjes buiten wilde spelen. 'Ik denk dat mijn broers het zo nu en dan wel moeilijk hebben met mijn succes. Ze zouden het zelf ook zo graag mee willen maken. Voor mijn oudere broer is het nog lastiger, omdat hij mijn oudere broer is. Maar ik denk dat ze er beiden goed mee omgaan. Mijn broer is heel erg trots en dat vind ik natuurlijk heel fijn. Zo moet het ook zijn, maar je moet het wel kunnen opbrengen. Hij heeft Ajax 1 nooit gehaald. Kort geleden heeft hij, tij dens een wedstrijd van zijn club Telstar/Stormvogels, zijn meniscus en zijn voorste kruis band gescheurd. Hij is er een jaar uit. Dat is de andere kant van het leven. Mijn jongere broertje moet tegen de verwachtingen opboksen. Dat lukt aardig. Hij hoort heel vaak: waar ben je nou mee bezig, je broer dit en dat... Dat is lastig voor hem, maar hij begrijpt het wel.' Mijlpaal Jeffrey en Rodney hebben zitten meegenieten van de hoofdrol die hun broer Wesley voor zich opeiste in de allesbeslissende interland tegen Schotland. Tot in de eeuwigheid zal Nederland dank verschuldigd zijn aan het kleine tweebenige fenomeen. En dat terwijl hij bij de uitwedstrijd nog roemloos op de tribune had moeten plaatsnemen. Sneijder: 'Als ik terugkijk, denk ik dat als we die eerste wedstrijd niet verloren hadden, ik ook niet in de tweede wedstrijd had gespeeld. Heel stiekem was ik toch wel tevreden dat we die wedstrijd met 1-0 verloren. Voor mij persoonlijk was dat een goed resultaat. Stom misschien, om er zo over te denken, of fout, maar ik wist dat er wat anders zou gebeuren bij de thuiswedstrijd. Dat gebeurde, met een afloop waar ik nooit van had durven dromen. 'Die wedstrijd was een mijlpaal in mijn carrière. Daarna was ik bekend. Er keken vijf mil joen mensen. Opeens merkje dat iedereen je belangrijk vindt. Ik moest overal opdraven. Dan is het zaakje hoofd koel te houden. Ik moest de volgende dag eigenlijk al weer de knop omzetten om me weer op de volgende wedstrijd met Ajax te richten. De trainer feli citeerde me met de avond ervoor. Natuurlijk vond hij het allemaal fantastisch, en dat zei hij ook. Maar Koeman gaf ook direct aan dat ik wel moest zorgen dat ik meteen bij de les was. En ook met Van Gaal heb ik erover gesproken. Hij heeft ook gezegd: "Nu moet je heel scherp zijn en je niet gek laten maken." Hij gaf aan dat het heel belangrijk is hoe ik met deze periode om zou gaan en hoe ik eruit zou komen. Gelukkig ben ik van nature heel nuchter.' Na een eerdere goede interland, tegen Moldavië, zette Koeman Sneijder de volgende competitiewedstrijd met Ajax nog gewoon op de bank. Ajax won, maar Sneijder was zo boos en beledigd dat hij zonder de trainer te feliciteren het veld afliep. Zijn kont keek kwaad. Sneijder: 'Moldavië was fantastisch. Het was niet mijn officiële debuut, want ik had tegen Portugal al meegedaan. Maar nu stond ik voor het eerst in de basis. Dat is iets speciaals. Ik speelde een goede wedstrijd. Ik scoorde zelfs. Dat ik vier dagen daarna tegen Volen- dam niet speelde, was een grote teleurstelling voor me. Voor wat er daarna gebeurd is, heb ik mijn excuses aan de trainer aangeboden. Ik reageerde volkomen verkeerd. Dat was allemaal fout van mijn kant. Ik maakte de fout om geen verschil te maken tussen het Nederlands elftal en Ajax. Ik stond bij Oranje in de schijnwerpers, speelde goed, scoorde en dacht dat ik zondag bij Ajax ook automatisch zou starten. Toen dat niet zo bleek te zijn, knapte er wat. Ik ben er sterker door geworden. En gelukkig werden de excuses aan vaard.' Belangrijk gemaakt Het was een relatief zeldzaam moment dat Sneijder zich groter voelde dan de groep. Wat dat betreft heeft zijn maatje Van der Vaart een omvangrijker oeuvre opgebouwd. Onder werp van de discussie was telkens een verschil in inzicht over de mogelijkheden en onmogelijkheden om Sneijder en Van der Vaart samen op het middenveld in te zetten. In die discussie hield Sneijder zich opvallend afzijdig. Het gesprek liep via de media en werd gevoerd door Van der Vaart en 'koppelbaas' Koeman. Sneijder: 'Rafael is de aangewezen persoon om er iets over te zeggen. Ik niet. Hij loopt al wat langer mee hier, is aanvoerder, is wat ouder. Er is veel interesse voor hem vanuit het buitenland. Hij heeft ook wat meer interlands gespeeld. Rafael is een speler die toch wat meer krediet heeft, en wat verder is dan ik. Maar ook ik ben belangrijk gemaakt. Als we samen op het middenveld spelen, gaat het twee weken goed en een week niet. Maar iedereen haakt in op de wedstrijd dat het niet ging. Dat is frustrerend. Als we van het veld stappen, kunnen we al uittekenen hoe er de volgende dag in de kranten over gespro ken wordt. Daar word je niet vrolijk van. Het is een extra druk. Heel vaak wordt er naar het middenveld gewezen als het hele elftal niet draaide. Niet de voorhoede faalde, of de verdediging, nee, wij, de middenlinie. Aan de andere kant begrijp ik wel welk probleem de trainer bedoelt. Alleen zijn wij het er niet mee eens. Als wij met drie middenvelders spe len en we spelen met de punt naar voren, dus met een echte nummer tien, en ik sta links- of rechtshalf, is er eigenlijk geen probleem. Want dan staat Rafael niet eens echt op het middenveld, maar is hij meer een vierde spits. En dan heb je twee controlerende midden velders. Maar als wij naast elkaar moeten spelen is het anders. Dan nog, dan hebben we Galasek die met de punt naar achteren speelt. En je weet van Galasek dat hij alles opknapt. Misschien hebben we in die opstelling allebei inderdaad iets te veel de neiging om achter de spits te komen; we willen dan te veel naar voren voetballen en laten een gat in onze rug vallen. Daar moeten we aan werken. We moeten om en om gaan en de balans op het middenveld bewaken. Maar ook al doe je dat goed, dan nog werkt het niet altijd. 'Men verwacht gewoon heel veel van ons. Na Schotland was het allemaal geweldig. Zo kan het niet altijd gaan, maar we hebben toen wel laten zien dat we juist heel goed kunnen functioneren samen. Een paar weken later is het weer helemaal niets en gaat men schrij ven dat er iemand van 120 kilo over het veld liep. Dat is niet echt leuk. Het is frustrerend. Dan roept Rafael bij het Nederlands elftal weer een paar dingen die hij beter niet had kunnen zeggen. En zo lijkt het veel erger dan het is. Maar gelukkig is het allemaal uitge sproken. We hebben het er niet meer over. We moeten gewoon samen het tegendeel bewijzen, dat is de beste manier om de discussie te voeren. Bij Ajax, maar ook in Oranje. AJAX MAGAZINE

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2004 | | pagina 12