Onze jongens
De week van...
Bericht uit België
51
Bij ons zijn tv-uitzendingen vooral bedoeld voor de feestjes achteraf. Ik woonde net na nieuwjaar
het 'Gala van de Sportpersoonlijkheid van het Jaar' bij, een lekker ouderwetse en zwaar op de
hand liggende benaming voor een show van Carl Huybrechts, waarin die steevast een van onze
twee tennismeisjes tot laureate uitroept. De rest van onze topsporters, van Sonck tot Museeuw,
zit er jaarlijks bij voor spek en bonen. En voor de receptie achteraf.
Die was weer volgens de regels van de kunst uitgewerkt: een warm én een koud buffet, plus
drank ruim voorradig.
In dat kader liep ik Freek de Jonge tegen het lijf. Hij had in de uitzending iets gezongen over
angst in de sport. Die angst stond alvast niet in zijn ogen te lezen. De beide buffetten hadden
hem weer ruimschoots met het leven verzoend.
We zetten meteen een Ajax-babbel op.
'Zeg, die Escudé...,' begon hij.
'Heb ik geïnterviewd voor het septembernummer, Freek.'
'Tja, die wil ik weieens spreken over zijn functioneren in de defensie.'
'Wat wil je hem zeggen?'
'Nou, mijn Frans is niet zo schitterend... Maar ik denk dat ik wel genoeg Frans ken om het hem
zelf uit te leggen. Zeg, weet jij wat af van die twee nieuwe Belgen?'
Ik moest hem ontgoochelen. En hij verdween na een stevige handdruk in de massa, op zoek naar
een welgevuld glas.
Ze komen op een slecht moment in beeld, die twee nieuwe jonge Belgische Ajacieden, Thomas
Vermaelen en Tom de Mul.
Want België is nu even niet bezig met Ajax, moet je weten, sinds rood en wit door Club Brugge uit
de Champions League werd gestoten. Club Brugge heeft powerplay als watermerk. Het was een
krachtige thuisploeg, die op die kille avond eind vorig jaar Ajax met 2-1 uitschakelde. Maar dat
zelfde Brugge telt intussen in de competitie méér dan twintig punten achterstand op Anderlecht.
Een straatlengte achter staan op de lijstaanvoerder en dan toch Ajax opzij kunnen zetten...
Het beeld van de Ajax-bus na die wedstrijd werd vaak getoond in de journaals. Niet de spelers
bus, maar die van de VIP's, wachtend om terug naar Amsterdam te keren. Louis van Gaal zat al
voorin, met Rinus Michels naast hem. Twee generaals die vele oorlogen wonnen, maar ditmaal
verslagen werden op Vlaamse bodem. Daar lusten de media pap van en dat beeld heeft zelfs het
jaaroverzicht gehaald. C'est la vie.
Hierbij kan vermeld worden dat zelfs de ooit zo machtige Franse generaal Napoleon Bonaparte in
België verloor. In Waterloo kende hij zijn Waterloo, nietwaar.
Het probleem is dat iedereen die twee jonge talenten momenteel over het hoofd ziet. Thomas en
Tom hebben amper de krantenkolommen gehaald. Ergens in de rand, zo van: 'Twee nieuwe Belgen
in A-kern van Ajax'. Méér ook niet.
Er zal iets met hen moeten gebeuren en ik weet wat ervoor nodig is: ze moeten elk een doelpunt
scoren. Tom de Mul is een aanvaller, dat moet dus kunnen. Thomas een verdediger. Oprukken is
de boodschap, zeker bij een hoekschop.
Tom de Mul beleefde al een heuse promotie: hij sliep in Portugal tijdens de winterstage op de
kamer met Wesley Sonck. Voor een Belg moet dat het toppunt zijn, ik zou ook weieens met Sonck
op de kamer willen slapen. Om in het donker met hem over voetbal te praten. Dat moet een
prachtweek geweest zijn voor Tom de Mul.
'Wesley...? Wesley, slaapje al?'
'Neen Tommeke, ik zit net aan thuis te denken.'
'Wesley, mag ik je wat vragen?'
'Over voetbal of over relaties? Hoe oud ben jij eigenlijk?'
'Zeventien, Wesley.'
'Wat wil je mij vragen?'
'Die dubbele salto die jij maakt, Wesley. Kun je dat ergens leren?'
'Je moet eerst scoren, Tom, het is een ontlading.'
'Ik wil ook zo'n nummertje maken bij een doelpunt.'
'Die salto is van mij, Tom, je moet wat anders vinden.'
'Ik ben een echte rechtsbuiten. De schaar van Tcheu-la Ling? Is dat niets voor mij?'
'Is alleszins beter dan de schaar van Mido.'
(Gebrul op de kamer)
Wat zou Ajax toch zijn zonder zijn Belgen?
Armand Schreurs
Wegens het mooie weer was het tijdens de uitlooptraining
op zondagochtend goed toeven op het strand.
FEBRUARI 2004