Richard Krajicek
De buitenstaander
Richard Krajicek (Rotterdam, 1971) begint deze maand aan zijn eerste ABN AMRO World Tennis Tourna
ment als toernooidirecteur. Hij won het toernooi in zijn geboorteplaats twee maal en beschouwt deze
overwinningen na Wimbledon (1996) en Key Biscayne (1999) als de mooiste uit zijn loopbaan. Naast
toernooidirecteur van Nederlands grootste tennisevenement is Krajicek ook ambassadeur van de
Sports Desk bij ABN AMRO. Een heel ander leven dan pakweg één jaar geleden, maar daar zit de succes
volle tennisser niet mee. 'Ik heb het voordeel dat ik met prettige collega's samenwerk, mensen die mij
alle ruimte geven om me rustig te ontwikkelen in mijn nieuwe functie.' Een gesprek over Ajax, het
Nederlands elftal, Van Basten, het hunkeren naar Roddick, de onderhandelingen met managers, slape
loosheid, het tegenvallende Stones-concert en natuurlijk heden, verleden en toekomst.
'Ik was even super
supporter van Ajax'
We hebben afgesproken in de founder's lounge van ABN AMRO in de ArenA. Krajicek oogt
bij binnenkomst vermoeid. De vorige avond was er een gala ter ere van de Richard Kraji
cek Foundation, de instelling die geld inzamelt voor kansarme jongeren in de sport. Bij
thuiswedstrijden van Ajax is het in de founder's lounge een drukte van belang en is de
ruimte gevuld met (veel) mensen, die goed voorzien worden van hapjes en drankjes. Dit
maal is het er, de chique entourage ten spijt, koud en stil. We zitten met z'n drieën in de
lounge en ieder geluid, elke voetstap is hoorbaar. Op de barrand zijn koffie en thee klaar
gezet. De fotografe vraagt wat we willen drinken. Krajicek wil thee. 'Wilt u daar wat bij?'
De vraag wordt zo beleefd aan hem gesteld dat de Wimbledonwinnaar van 1996 er wat
verlegen op reageert. Maar ook met een kwinkslag: 'Nee, helemaal niets, dankjewel. Maar
wel een theezakje graag.'
Van zijn lichting tennissers beschouwt Krajicek zich minder betrokken bij het voetbal dan
veel van zijn voormalige collega's. Hij zegt: 'Siemerink, Haarhuis en Sluiter zijn fanatieker
dan ik. Zij vertegenwoordigen als supporters respectievelijk Ajax, PSV en Feyenoord.
Ikzelf ben opgegroeid in een klein dorp, Westland. Tot mijn tiende hield ik me niet zoveel
met voetbal bezig, behalve dan met straatvoetbal. We deden dat op allerlei verschillende
manieren, tot aan flessenvoetbal toe. (Hij laat zien hoe een stuk van z'n boventand is
beschadigd toen hij bij een poging zijn fles te verdedigen viel en daarbij ruw in aanraking
kwam met dezelfde fles.) Op een gegeven moment leerde ik een vriendje kennen die uit
Amsterdam kwam en fanatiek voor Ajax was. Toen ben ik ook maar voor Ajax geworden
(lacht).' Zijn vader was voor Feyenoord. Een andere reden om voor Ajax te worden, zo
vindt hij. 'Noem dat maar het jongensachtige verzet tegen de ouderlijke macht,' glimlacht
Krajicek.
Hij bleef supporter van Ajax, totdat in 1995 de Champions League werd gewonnen. Kraji
cek: 'Als niet-Amsterdammer voelde ik me ineens een enorme meeloper om voor Ajax te
zijn, dus toen ben ik een tijdje geen supporter geweest. Maar ik keek wel graag naar Ajax,
ook in die tijd. Vooral in 1996 vond ik ze in de poulewedstrijden heel erg goed voetballen.
De manier waarop ze Real Madrid in Spanje deklasseerden, dat vond ik indrukwekkend. Ik
wist niet dat het grote Real in eigen huis zo kansloos kon zijn.' In de periode dat Krajicek
bewust enige afstand van Ajax nam, besloot hij aanhanger van het Nederlands elftal te
worden. 'Want ik wil wel voor iemand zijn als ik naar een wedstrijd kijk. Maar ik moet zeg
gen dat mijn loyaliteit als supporter de laatste jaren danig op de proef is gesteld!'
Thuis voor de buis
Krajicek heeft de laatste tijd redelijk wat voetbal gezien. Hij was bij Nederland - Schotland
en zag Ajax enkele malen in de ArenA aan het werk. Hij zit net zo lief thuis voor de tv als
in het stadion. 'Voor mij is alles best. Ik zit tegenwoordig meestal in een VIP-box, omdat ik
daarvan via twee vrienden gebruik kan maken. Maar in de Meer heb ik vroeger ook
gestaan. Eerste ring, tweede ring of thuis voor de buis: het maakt me niet uit, als er maar
een ploeg staat waarvoor ik ben. Want als er twee ploegen spelen waarmee ik geen
enkele affiniteit heb, hoef ik niet te kijken. Ook niet op de beste plek in het mooiste sta
dion. Ik ben niet een pure voetballiefhebber die kan genieten van mooi voetbal. Ik ken
FEBRUARI 2004 105