Het Ajax Museum Ajax is weer even terug in de Meer! Tot en met 29 februari 2004 houdt het Amsterdams Historisch Museum de tentoonstelling 'Oost', gewijd aan de Amsterdamse buurt waarin Ajax zoveel hoogtepunten beleefde. Het Ajax Museum stond uit de eigen collectie enkele bruiklenen af voor deze unieke expositie. HjSr OÖ>T OG&I genheidsopdruk Johan Cruyff Farewell 7-11-78, bevindt zich tegenwoordig in de collectie van het Ajax Museum. Van Swart liggen er twee medailles uit de grote hoeveelheid onderschei dingen die hij bij elkaar voetbalde en van Menzo ligt er een trui met de voor hem zo type rende blonte kleuren. Natuurlijk zijn er ook andere attributen die herinneren aan de tijd in de Meer, zoals originele bakstenen uit het gesloopte stadion, programmaboekjes van de opening in 1934 en programmaboekjes van de sluiting in 1996. Op foto's komen ook andere sporten aan bod die in het Ajax-stadion werden beoefend, zoals atletiek (met een piepjonge prins Bernhard als toeschouwer), cricket en honkbal. Ook niet-Ajax-sporters uit de wijk Amsterdam Oost hebben trouwens een plaatsje gekregen, zoals wereldkampioen schaken Max Eeuwe en wereldkampioen Thai-boksen Mousid Akhamrane. De bouw van het Ajax-stadion, in 1934, komt in deze rubriek binnenkort nogmaals aan de orde, maar wie nu al nostalgisch wil genieten van Ajax in de Meer, kan tot 29 februari 2004 van dinsdag tot zondag terecht in het Amsterdams Historisch Museum aan de Kalverstraat in Amsterdam. Carel Berenschot (met dank aan Paul Spies en Martha Bakker) Binnenkort, op 21 december, is het precies zeventig jaar geleden dat architect en Ajax-lid Daan Roodenburgh zijn plannen voor de bouw van een stadion op het zogeheten Voorland complex presenteerde aan de 'Algemeene Vergadering' van Ajax. De nood was hoog. Het ter rein aan de Middenweg, waarop Ajax al sinds 1907 speelde, was volstrekt ongeschikt voor het niveau dat Ajax inmiddels had bereikt en de houten tribunes, bankjes en plankiers - want een echt stadion was het niet! - bezweken bijna onder de tweewekelijks last van de vele, vele toeschouwers. De gemeente kwam maar niet met een goede locatie over de brug en dus dreigde Ajax zelfs te gaan verhuizen. Misschien naar Diemen, misschien langs de Amstel, richting Amstelveen, of misschien zelfs naar Hilversum. Maar omdat uiteindelijk ook het gemeentebestuur besefte dat je de club die al vier landskampioenschappen naar de hoofdstad had gebracht, niet zo maar kon lozen, bood men in de herfst van 1933 een terrein aan waarop de hoeve Voorland stond. Een technisch bezwaar was nog wel dat die boerderij op de monumentlijst stond, maar in het Gouden Jubileumboek leest men 'dat de Hoeve Voorland veeleer een natuurwonder dan een natuurmonument was, want de spanten bijvoorbeeld droegen het dak niet, maar hin gen er aan en de rest was navenant en het mocht een geluk genoemd worden dat het behang de zaak steeds bij elkaar gehouden had.' Enfin, Ajax mocht het terrein huren en daarmee werd de club behouden voor een stukje Amsterdam dat toentertijd volop in ontwikkeling was. De eerste wijken die begin 1900 ten oosten van het centrum van Amsterdam werden aange legd, waren de Dapperbuurt en de Oosterparkbuurt. De weilanden die daar toen lagen, wer den zowel door Openbare Werken als door particulieren volgebouwd en dat is nog steeds te zien: er staan hier en daar fraaie huizen die de beslist minder fraaie arbeiderswoningen erachter aan het oog moesten onttrekken. De reactie op deze wat vreemde mengelmoes bleef niet uit: tal van idealistische organisaties - filantropen, vakbonden, socialisten - kwa men met ambitieuze bouwprojecten voor 'de arbeidende klasse' op de proppen. Zo ontston den de Transvaalbuurt en Betondorp. En vanaf de jaren twintig werkten de gemeente en de woningbouwverenigingen samen aan het sociale bouwen. In de Wederopbouw resulteerde dit in sobere maar knusse wijken in de Watergraafsmeer, de wijk van Ajax. Lucht, licht en ruimte Vanaf het begin was Oost een buurt van arbeiders. Toen bijvoorbeeld in pakweg 1910 de oude jodenbuurt rond het Waterlooplein werd afgebroken en gesaneerd, verhuisde een grote kolo nie joods proletariaat naar de toen nieuw opgeleverde huizen in de Transvaalbuurt, waar lucht, licht en ruimte heersten. Er wordt wel gezegd dat Ajax daarom de naam heeft een joodse club te zijn, maar dat is niet waarschijnlijk. Het etiket 'joodse club' kwam pas na de oorlog in zwang en toen waren er niet veel joden meer in Amsterdam, laat staan in Oost (de Transvaalbuurt werd in 1943 door de Duitsers letterlijk leeggehaald en de bewoners keerden nooit meer terug). De komst van Ajax naar Oost dateert van 1907. De weilanden in Amsterdam Noord, waarop Ajax tot die tijd speelde, lagen te zeer afgelegen voor een club met ambities en dus werd er verhuisd naar de Middenweg, naar een gebied ter hoogte van waar tegenwoordig het Christi- aan Huygensplein ligt. In de zevenentwintig jaar dat men daar speelde, groeide Ajax geleidelijk naar de status van nationale topclub. Vervolgens kwam de verhuizing naar het Voorland complex en daar bereikte Ajax de status van internationale topclub. Er zijn in de tentoonstelling in het Amsterdams Histo risch Museum nu de nodige voorwerpen te zien die daaraan herinneren. Het betreft eigendommen van voetballers die ook in Amsterdam Oost woonden, zoals Johan Cruijff, Sjaak Swart en Stanley Menzo. Van Cruijff is er het originele shirt dat hij droeg tijdens zijn afscheidswedstrijd. Het shirt, met de gele- 'Oost. een Amsterdamse volksbuurt'. Affiche van de tentoonstelling Een bezoek aan het Ajax Museum maakt deel uit van de World of Ajax Tour. U krijgt eerst iets te drinken aangeboden en ziet daarna een korte film. Dan volgt een rondleiding door de ArenA en een bezoek aan het museum. Voor kinderen zijn er speciale kinderrondleidin gen, met spelletjes, een quiz en een cadeautje. De prijs van de twee uur durende World of Ajax Tour bedraagt €9,50 p.p. Kinderen t/m 12 jaar en 65+-pashouders betalen €8,00 p.p. De starter-tour (1 uur, reserveren niet nodig) kost €8,00 p.p. en €7,00 voor kinderen t/m 12 jaar en 65+-pashouders. Voor grote groepen gelden speciale tarieven. Voor groepen kan ook een speurtocht door stadion en museum georganiseerd worden. Voor inlichtingen en reserveringen: 020-3111336. U kunt ook alleen het museum bezoeken. Toegang en kaartverkoop lopen via de supportersbalie in de Official Ajax Fanshop. De entree bedraagt €3,50. Openingstijden: 1 apr-30 sep ma t/m vr 9.30-18.00, za en zo 10.00-17.00 (niet tijdens wedstrijden op zondag); 1 okt-31 mrt ma t/m za 10.00-17.00, zo alleen op koopzondagen (niet tijdens wedstrijden op zondag). Openingstijden ArenA-tours: dagelijks 10.00-17.00 (op wedstrijddagen geldt een aangepast programma). JANUARI 2004

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2004 | | pagina 63