Inmiddels durft Johnny Heitinga met de jongens onder de douche Johnny Heitinga Zijn opa diende in het KNIL, het Koninklijk Nederlandsch-lndisch Leger. Zijn ouders zien de grote voetbal ler in wording nog vooral als hun kleine jongen. Zijn fanatisme is even karakteristiek als zijn lange bal. Zijn linkerknie is inmiddels weer zo goed als nieuw. Zijn moeder schonk hem eerst het gewone leven en later het voetballeven. Zijn dromen zijn soms zo mooi dat Johnny Heitinga er zelf weieens van schrikt. Tussen de twee wedstrijden van het Nederlands elftal tegen Schotland in, traint de Ajax- romp van niet-internationals gewoon door. Op de dag dat Berti Vogts, de bondscoach van Schotland, een persconferentie geeft in de perskamer van de ArenA, gaat Johnny Hei tinga met een aantal selectiegenoten naar het Amsterdamse Bos voor een pittige trai ning. Voordat Heitinga aanschuift voor het vraaggesprek, pakt hij een persbulletin van de KNVB dat op de bar is achtergebleven, en bladert het aandachtig door. Je staat er niet bij hè? Heitinga: 'Nee.' Hij zucht. Een vergissing? Heitinga: 'Nee, laten we het nou maar rustig aan doen. Het gaat al allemaal hard genoeg. Veel sneller dan verwacht ben ik terug. Ik had verwacht er na de winter stop pas weer te zijn, maar als je kijkt hoe ver ik nu al weer ben, dan mag ik niet klagen.' Heitinga is blij dat hij überhaupt weer kan voetballen. Een lange lijdensweg lijkt eindelijk ten einde, maar verder dan een basisplaats bij Ajax kan en wil Hei tinga niet kijken. Twee knieblessures hebben hem anderhalfjaar van zijn loop baan gekost. Na een uit de hand gelopen meniscusblessure volgde een afge scheurde kruisband, compleet met een tergend langzame revalidatie. Net als die revalidatie ten einde is, en Heitinga zijn plek in Ajax' basis bijna heeft her vonden, valt de gehele natie over Frank de Boer heen, die in de uitwedstrijd tegen Schotland volgens sommige opinieleiders opnieuw zou hebben aangetoond dat zijn interlandloopbaan om een einde smeekt. Over de opties voor zijn opvolging is men somber. Het heersende idee is dat Nederland geen nieuwe generatie verdedigers voorhanden heeft. Heitinga is kennelijk toch te lang buiten beeld gebleven. Niet bij bondscoach Advocaat, die Heitinga's naam al eens liet vallen, maar wel bij het onvolprezen gilde der analisten. Alsof Nigel de Jong, Kevin Hofland, Pascal Bosschaart en Johnny Heitinga niet al een tijdje hadden aangetoond een zeer hoog niveau te kunnen halen. Dat Heitinga de man voor de toekomst is, centraal achterin bij zowel Ajax als Oranje, is geen wilde gok. Een eerste voorwaarde is dat hij nu wel voorlopig even fit blijft. De tijd stond stil Het jonge lichaam heeft het in korte tijd twee keer laten afweten. Vooral de eerste blessure kwam op een onverwacht moment: in de warming-up, zonder druk, zonder tegenstander die in zijn nek stond te hijgen. Maar de tempel van de geest staat voor Heitinga nog altijd als een huis. Heitinga: 'Ik ben een topsporter, en ik heb het lichaam van een top sporter. Het was pure pech. Bij mijn meniscusblessure verdraaide ik mijn knie. Ik wilde een bal aannemen, draaide om mijn as en toen ging het mis. Het was niets anders dan pech. Het kan iedereen overkomen. En de tweede blessure was vooral mijn eigen schuld. We stonden met 2-0 achter tegen NAC. In de rust mocht ik erin. Het was mijn rentree. Ik moest per se laten zien dat ik helemaal terug was. En we moesten winnen. Ik wilde te graag en ging verkeerd het duel in. 'Weg kruisband, weg seizoen. Het heeft geen zin om jezelf dan allerlei verwijten te gaan maken. Het is gebeurd, klaar. Ik denk dat het voor een voetballer de ergste blessure is die je kunt hebben. Maar je kunt er goed van terugkomen. Dat hebben anderen al bewe zen, en ik hoop het opnieuw te bewijzen. Ik heb met Giovanni van Bronckhorst gesproken over de blessure. Hij had het al allemaal doorgemaakt; hij overtuigde me ervan dat ik me in Colorado moest laten opereren, door dokter Richard Steadman, waar spelers als Van Nistelrooy ook voor hadden gekozen. Ook over wat me daarna te wachten stond heb ik veel met Giovanni gesproken. Daar heb ik veel aan gehad. 'Op het moment datje geblesseerd bent, staat de tijd stil. De eerste tijd kon ik geen voet balwedstrijd meer zien. Ik kon het niet aan. Pas als je aan het revalideren bent, komt dat weer terug. Maar die revalidatie Mt gaat heel langzaam. Je krijgt een heel pro- jr m tocol, waarin je week voor week ziet wat je $jr '7 moet doen en wat je voor vooruitgang boekt. 7 Gelukkig zie je niet de schema's weken vooruit. Rob Ouderland, de fysiotherapeut in Zeist bij wie ik (P revalideerde, overzag het geheel; hij liet mij steeds kleine stapjes extra maken. 'Te ver vooruitkijken kan alleen maar tegen je werken. Als het niet lukt wat je voor ogen had, zit je met een teleurstel ling. Ik weet nu dat je heel gemakkelijk tegen een zware blessure kunt aanlopen. Niet dat je daar bang voor moet zijn, maar als je voor jezelf een heel plan hebt uitgestippeld waar je wanneer wilt spelen, dan kan dat heel gemakkelijk worden doorkruist. En dan valt je hele droom in duigen, terwijl de werkelijkheid dan nog helemaal zo slecht niet hoeft te zijn. Het is beter niet te dromen dan verbitterd te raken doordat de werkelijk heid iets anders loopt. Je moet realistisch blijven. Het is de korte termijn die belangrijk is. Dat de trainer zegt datje een aantal wed- strijden de kans krijgt om je te bewijzen, daar gaat het om. Je moet niet bezig zijn met wat daarna allemaal zou kunnen komen. Als de blik te ver vooruit is, struikel je over de bal. Ik moet me bewijzen. Ik ben nu zo fit, dat ik het ook kan bewijzen. Ik voel me sterk. Geen pijntjes, geen klachten, het is tijd om op te staan.' «Ml 31

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2004 | | pagina 31