Dan Petersen
Hamlet
Land van Hamlet. Het Deense land is mooi, met zijn milde plooien en glooiingen. Van Sjael-
land naar Fyn, van Kopenhagen naar Odense. Een haven en een kathedraal. En een voet
balclub. Odense Boldklub. Blauw-wit gestreept. Af en toe een hoofdprijs en gerespecteerd
in den lande, ook omdat uit de vruchtbare grond regelmatig talenten ontspruiten. In 1991
plukte voetbalman John Steen Olsen er een juweeltje uit het gras. Dan Petersen. Een
Ajax-voetballer, dacht John meteen.
Ajax-voetballer? Is dat een soortnaam? Bij welk type speler is die kwalificatie van
kracht? Wat John Steen Olsen zag, was een ranke, snelbenige, technisch vaardige en met
intuïtieve fantasie gezegende jongen. De kousen hingen hem halverwege de kuiten, iets
wat de meeste voetballers onelegant maakt, maar deze jongeman kon het hebben. Het
paste zelfs bij zijn nonchalante dromerigheid, die zich, als hij eenmaal aan de bal en aan
de ren was, omzette krachtige snelheid, als een uit een brandspuit spetterende straal
water. In het verlichtende balbezit oogde hij vlotter en werd hij ongrijpbaar. Deze Dan
Petersen holde zijn tegenstanders voorbij en het hollen leek hem geen kracht te kosten,
hij werd gestuurd door de bal die hij aan zijn voeten voerde. Rechtdoor, naar voren, naar
het doel. Dribbeltechniek in optima forma. Soms leek een hakkend been van de tegen
stander hem uit het lood te slaan maar zijn lichaam helde even opzij en herstelde gelijk
tijdig het evenwicht. Fluweel op de schoenen waartussen de bal mild maar niet te vangen
kaatste. Doelgerichte schoonheid over om het even welke flank.
Een Ajax-voetballer.
Dat vonden de technische kenners uit Amsterdam ook.
En Dan Petersen kwam naar Ajax. Toen hij in de zomer van 1991 zijn verliefdmakende, flu-
weelvoetige ongrijpbaarheid liet zien aan het publiek, stootte men elkaar aan en knikte
veelzeggend: een Ajax-voetballer.
Zijn of niet zijn. Dromerige acceleratie die uitmondt in de kracht van een waterstraal uit
een brandspuit, van de natuur gekregen balgevoel, intuïtieve fantasie vormen een basis
maar maar zijn niet voldoende om van potentieel Ajax-voetballer een speler van Ajax te
worden. Het verschil zit hem in andere talenten. Het talent van wilskracht en mentaliteit
bijvoorbeeld. De bereidheid om pijn te lijden om je doel te bereiken en de overgave om
weerstand te bieden aan de verlokkingen van het leven. De kracht om tegenslagen te
overwinnen levert de winnaarsmentaliteit op die het beeld van de Ajax-voetballer com
pleet maakt. Dan Petersen betoverde de mensen met de gemakkelijk te prijzen kant van
zijn talent. Alleen wat duivels jammer dat een ketting van blessureleed hem zo vaak in de
weg stond. Alle windwijzers gaven aan dat de als rechtsbuiten begonnen Petersen de
opvolger van de naar Italië vertrekkende Dennis Bergkamp zou worden. Een even eervolle
als zware erfenis. 'Wuivend riet' werd hij poëtisch gedoopt. Hellend-herstellend op zijn
eigen bries. Maar het ranke lichaam leek week en naarmate de kwetsuren zich aaneenre
gen, groeide er ongeruste twijfel. Er viel donkerte over de schaduwspits. Het verslaan
van malheur was moeilijker dan in een bekerfinale tegen Heerenveen de ene na de
andere tegenstander zijn hielen te laten zien. Zo licht voetballen was, zo ondraaglijk was
het om pijn te overwinnen en mentale hardheid te tonen.
Bergkamps erfenis ging naar een ander. Verrassend. Pijnlijk verrassend en vanuit zijn
bedroefde hart onacceptabel voor Dan Petersen. Hij zag de andersoortige klasse van zijn
concurrent, erkende de waarde ervan. Er zat een andere gaafheid in de benen van de
andere Ajacied. Ja, best mogelijk dat de latente begenadigdheid in de lange benen van
Petersen groter was dan die van Litmanen. Maar de begenadigdheid van Petersen slui
merde te veel. Zinnenprikkelend maar uiteindelijk te weinig gezaagd hout. In plaats van
een heilig vuur aan te wakkeren, doofde de tegenslag beetje bij beetje zijn overtuiging en
spinde er iets van wrok in zijn ziel. Wrok tegen een onzichtbaar hem aangedaan onrecht.
De stille stekende pijn omdat hij niet gemist werd blies hij op tot een niet dulden en
onoverwinnelijk misfortuin. Zijn of niet zijn, Hamlet. Twijfel versloeg overtuiging.
Aan het eind van wat zijn kroningsjaar had moeten zijn viel de fermheid op waarmee hij
zijn vertrek bij Ajax aankondigde. In feite een afspiegeling van de lauwheid van karakter.
Kwetsbaarheid van mentaliteit.
De fijnzinnigheid van Odense, de Ajax-voetballer, de verwachtingswekker verliet Amster
dam. Zo jong nog, met zoveel winstkansen nog, liet hij het ideale klimaat om te genieten
en te winnen achter zich.
Zijn naam stond op de loonlijsten van Monaco, Anderlecht, Standard Luik en, ten slotte,
eindstation Bastia. Overal wist hij de zinnen te roeren, nergens voldeed de verwachting.
De begenadigdheid is nu gedoofd.
David Endt
NOVEMBER 2003 81