Technisch directeur Hier bij Ajax ligt mijn hart Een club fascinerend, altijd apart Door velen genoemd naar Godenzonen Voor mij de bakermat vam voetbaliconen Mijn herineringen gaan terug naar de Meer Ook daar heerste een bijzondere sfeer Nu ga ik mijn gevoelens achterna En treedt technisch toe in de ArenA In mijn levensfase is dit een nieuwe kans En mijn jeugdliefde krijgt een extra stimulans En daarom klinkt het vol overgave uit mijn mond Vandaag is de cirkel écht weer rond LBNAMRO Achter de schermen De aanstelling van Louis van Gaal als technisch directeur van Ajax trok de te verwachten media-aandacht. Van Gaal is nu eenmaal al sinds 28 september 1991, toen hij de plotseling vertrokken Leo Beenhakker opvolgde als technisch directeur van Ajax, een man die volop in de belangstelling staat en de gemoederen van sportredacties bezighoudt. De geschiedenis herhaalt zich, maar anders dan het lijkt. In 1991 was de functie van technisch directeur bij Ajax een andere dan sinds 1 september 2000 het geval is. Toen trad Beenhakker in dienst bij Ajax in een nieuwe functie, waarin hij verantwoordelijk was voor het langetermijnbeleid op voetbal-technisch gebied. Het instellen van die functie had Louis van Gaal al in 1991 bepleit. Een technisch directeur, vond hij indertijd, heeft eenvoudigweg de tijd niet om oog te hebben voor alle elftallen als hij in de eerste plaats trainer-coach is van het eerste elftal. Wat er op zijn voorstel veranderde was dat de technisch directeur directeur betaald voetbal werd en naast hem een directeur opleidingen (Co Adriaanse) werd aan gesteld. Nu is Van Gaal zelf degene die de functie bekleedt waarvan hij altijd heeft gevonden dat die er bij Ajax moest zijn. Zijn voorganger Beenhakker zei het al: trainers zijn passanten. De technisch directeur is er voor de lange termijn. De media- aandacht ging op 10 oktober vooral uit naar de korte termijn: 'Louis, komt het ooit nog goed tussen jou en Johan Cruijff?' Van Gaals antwoord luidde: 'Wat ik denk of wat Johan Cruijff denkt, is niet van belang. Wat de club denkt wel. Kennen jullie Schoevaart? Ik wel. Van Wim Schoevaart kom ik bij Rinus Michels. Dan kom ik bij Henk Groot. Bij Piet Keizer. Bij Marco van Basten. Bij Danny Blind. Bij Rafael van der Vaart. Ik ken de iconen van Ajax. Hun mening respecteer ik. Dus zeker ook die van de grootste icoon, Johan Cruijff.' Van Gaal gaat de komende maanden eerst om zich heen kijken en naar de mensen om hem heen luisteren, zegt hij: 'Dat heb ik altijd gedaan. Het eerste halfjaar heb ik nergens wat ver anderd.' Zijn werk zal zich achter de schermen afspelen, buiten het voetlicht. 'Maar wel op het eerste plan. Dat is voor anderen schijnbaar het tweede plan, omdat ik niet meer iedere dag in de schijnwerpers sta. Ik heb daar geen moeite mee. Al die media-aandacht van de afgelopen twaalf jaar kwam voort uit de functies die ik bekleed heb. De druk van het moeten winnen van iedere wedstrijd heb ik achter me gelaten. Ik kijk vanaf heden naar de lange ter mijn. Mijn taak is het voorwaarden scheppende beleid uit te stippelen. Zodat Ronald inder daad iedere wedstrijd kan winnen. Zo simpel is het. Ik zal heus nog weieens interviews geven, maar die moeten dan wel gaan over het langetermijnbeleid. Over welke kant Ajax op moet. Daar kan ik op dit moment nog weinig over zeggen. Eerst ga ik alles in me opnemen. Ajax is een dynamische club. Er kan in zes jaar heel veel veranderd zijn. Er zijn drie gebieden waarover ik de verantwoordelijkheid heb voor de lange termijn: het betaalde voetbal, de jeugdopleiding en de scouting. Mijn eerste gesprekken zullen dus zijn met Ronald Koeman, Danny Blind en Tonnie Pronk, want zij beheren de afdelingen die onder mij ressorteren. Als eerste ga ik met Ronald praten. Dat zal gaan over de verwachtingen die we van elkaar hebben. Ik kan een klankbord voor hem zijn, een extra klankbord. Bij Ronald zal ik waarschijnlijk een streepje voor hebben op andere mensen omdat we elkaar kennen. Ik heb hem in Barcelona zijn licht op laten steken en we zijn bevriend geraakt. Datzelfde geldt voor Danny Blind, die mijn aanvoerder was in het elftal van al die successen. Wij had den een heel goede onderlinge verhouding. Ton Pronk heb ik indertijd zelf aangesteld als hoofd scouting. Voor iedere organisatiestructuur geldt dat je de werkverhoudingen nog zo goed af kunt spreken en vast kunt leggen, maar uiteindelijk gaat het om het onderlinge vertrouwen. Ik heb daar een goed gevoel over want ik kom voort uit de Ajax-familie en heb met al deze mensen gewerkt. Ik heb met de mensen met wie ik nu weer ga werken een goede onderlinge verhouding, waar veel vertrouwen in zit. Ik denk dat de meerderheid van de mensen bij Ajax gelukkig is met de komst van Louis van Gaal als technisch directeur. Dat gevoel heb ik. Anders had ik het niet gedaan.' Michel Sleutelberg NOVEMBER 2003 33

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2003 | | pagina 33