Technisch directeur
Vandaar ook dat ik daarmee op de persconferentie begonnen ben. Ik ben geboren in de
Watergraafsmeer. Daar voetbalde ik met mijn vriendjes op straat en op de veldjes. Als
Ajax thuis speelde, zaten wij voor vijftig cent op de jongenstribune. Soms sprongen we
over het slootje en glipten we naar binnen. Ik kende ieder hoekje en gaatje van de Meer,
iedere ingang. Mijn vriendjes en ik zijn een keer naar het hoofdveld geslopen. Ik nam een
penalty en zei: hier zal ik ook ooit spelen. Het is bij het tweede elftal gebleven, maar
toch: het is gelukt, ik heb bij Ajax gespeeld. Als we naar de training gingen kijken, vroe
gen mijn vriendjes na afloop handtekeningen aan de spelers. Ikzelf had alleen maar naar
die ene man staan kijken, naar Rinus Michels, en ik besloot dat ik trainer wilde worden.
Ajax - weer Ajax - gaf me die kans. Als jonge jongen, als jonge speler, als jonge trainer
was Ajax mijn club, die als het ware je leven was. Als directeur betaald voetbal van die
club heb ik de rondvaart door de Amsterdamse grachten meegemaakt na het winnen van
de Champions League. Dat was fenomenaal. De blijheid van al die mensen, de sfeer. Dat is
het mooiste geweest wat ik in mijn leven heb meegemaakt, en ook dat heeft Ajax me
gegeven. Ik heb nu mijn doelstellingen bijgesteld en stop eerder als trainer dan ik
gepland had. Dat had ik voor geen enkele andere club gedaan.'
Ambitie
De eerdere functies als technisch directeur die Van Gaal bekleedde, zowel bij Ajax en Bar
celona als bij de KNVB, behelsden naast de verantwoordelijkheid voor de gehele organisa
tie op voetbal-technisch gebied vooral de directe eindverantwoordelijkheid voor de pres
taties van het eerste elftal. Het cruciale verschil met zijn huidige baan bij Ajax is dat die
laatste verantwoordelijkheid op de schouders van een ander ligt, coach Ronald Koeman.
Van Gaal gaat achter de schermen werken. Het trainerschap zal hij niet missen, want hij
heeft zijn beslissing genomen en weet dat hij periodes goed kan afsluiten. Van Gaal: 'Ik
ga een nieuwe levensfase in. Daarmee is de vorige afgesloten. Na vier jaar FC Antwerp
wilde de club mij een jaar verhuren aan La Louvière. Na dat jaar zou ik voetbal-Belg zijn
en mocht Antwerp mij naast de drie toegestane buitenlanders in nationale wedstrijden
opstellen. Hoewel ik veel geld kon verdienen bij La Louvière, deed ik het niet. Ik had mijn
buik vol van mijn bestaan als voetballer zoals dat toen was. Ik was niet altijd basisspeler,
ik verveelde me overdag en wilde wat met mijn diploma's gaan doen. Ik schreef honderd
sollicitatiebrieven en werd leraar lichamelijke opvoeding in Amsterdam. Dat deed ik
omdat ik het graag wilde. Ik wilde dat leraarschap ervaren Daarnaast was ik semi-prof-
voetballer, eerst bij Telstar, toen bij Sparta en AZ. Elf jaar heb ik met veel plezier voor de
klas gestaan. Als ik nu door Amsterdam loop, kom ik die jongens nog tegen. Vaders met
kinderen zijn het nu, en ze komen naar me toe: hé meester! Maar hoe leuk ik het ook
vond, na elf jaar was het klaar. Ik ben nooit meer teruggeweest naar die school. Het was
afgesloten. Zestien jaar ben ik speler geweest, zestien jaar - toevallig - ben ik trainer
geweest. Dat sluit ik af. Indertijd heb ik een goede keuze gemaakt door leraar te worden;
ook nu denk ik dat ik een goede keus heb gedaan.'
Doorslaggevend bij Van Gaals besluit om technisch directeur van Ajax te worden was de
overtuiging dat hij in die functie zijn ei kwijt kan. Van Gaal: 'Ik kon op grond van mijn
eigen overwegingen niet zeggen: ik wil die baan. Ik kon hoogstens concluderen dat ik
geïnteresseerd was. Daarna ging het erom wat de mogelijkheden zouden zijn om mijn
kennis en kunde over te brengen in het huidige Ajax, wat de ruimte zou zijn waarbinnen ik
mij zou kunnen bewegen. Daar heb ik het het meeste over gehad in de gesprekken met
Jaakke, Van Eijden en Nuninga. De definitieve overweging is geweest: denk je datje bij
Ajax ver kunt reiken? Het begint met ambitie, zegt de hoofdsponsor toch? Nou, ook bij mij
begint het met ambitie. Ik behoorde tien jaar geleden niet tot al diegenen die riepen dat
een Nederlandse club nooit meer Champions-Leaguewinnaar kon worden. En wat
gebeurde er? We werden het gewoon; met heel veel allure en ongeslagen werden we
Champions-Leaguewinnaar. Ook nu denk ik dat de Ajax-selectie de kwaliteit herbergt om
de Champions League te kunnen winnen.'
Dominant
Van Gaal stelt het luid en duidelijk, zoals men van hem gewend is: 'De doelstelling is om
nogmaals zo'n rondvaart door de grachten te kunnen maken. Daar ga ik als technisch
directeur mijn bijdrage aan leveren.' De prestatie van vorig seizoen, toen een jong Ajax
onder leiding van Ronald Koeman reikte tot de kwartfinale van de Champions League, was
in de ogen van Van Gaal geen toevalstreffer. Van Gaal: 'Ik heb de afgelopen twee maanden
heel veel wedstrijden gezien op televisie. Echt heel veel, en alleen Ajax en AC Milan vond
ik goed spelen. Dat waren de enige ploegen die ik dominant en aanvallend heb zien spe
len. Juventus heb ik ook zien spelen. Dat wint zijn wedstrijden en ze staan bovenaan,
maar ik vind het geen aantrekkelijk voetbal. Juventus speelt altijd vanuit een gesloten
organisatie, wachtend op de uitvalletjes waaruit Nedved, Del Piero en Trezeguet kunnen
scoren. Ajax is dominant, wacht niet op wat de tegenstander doet. Om tactische redenen
is dat in Europese wedstrijden weieens anders, maar in principe zie je ook dan, zoals uit
tegen AC Milan, wat Ajax wil en op welke wijze het het wil. Dat past bij mijn voetbalvisie,
dat past ook bij de Ajax-cultuur. Dat Milan nu zo goed speelt, is een compliment voor
Ancelotti. Vorig jaar won Milan de Champions League, maar vond ik ze niet de beste ploeg.
Dat was voor mij Real Madrid. Zij gingen er in de halve finale uit, zoiets kan gebeuren.
Niet altijd wint de beste. Dit seizoen is Madrid niet zo goed begonnen. Er is geen balans in
het elftal. Ze hebben Beckham gekocht, ze hebben een nieuwe trainer, dus ze moeten
groeien en een evenwicht zoeken. Bij Ajax zie ik nog steeds het evenwicht van vorig jaar.
En dus zie ik heel veel mogelijkheden. Vorig jaar haalde Ajax de kwartfinale, dan kun je
ook de finale halen. Maar daar heb je geluk bij nodig. Alles moet passen. Het mentale
evenwicht in het team, de wisselwerking tussen trainers en spelers, dat moet allemaal
blijven passen. Dat is voor een trainer een kunststuk op zich. En dan overkomt het je,
zoals Ajax vorig seizoen tegen Milan, dat je er in de laatste minuut uitgaat, dat is toch
pure pech? Natuurlijk kun je erop wijzen dat er dus wel een technische, tactische of men
tale fout aan voorafgegaan zal zijn, waardoor die goal kon ontstaan, maar dat is alleen
maar jeugdigheid en onervarenheid. Daar leren we van. Het gaat niet alleen om het win
nen van de finale. Het gaat ook om de uitstraling. Milan had vorig seizoen minder uitstra
ling dan nu. Ik heb Milan - Ajax gezien. Zoals Ajax die wedstrijd speelde, en zo fantastisch
als Ajax de tweede helft tegen Brugge speelde, dan mag je stellen dat het de komende
jaren moet gaan lukken om die finale weer te halen. Hem winnen is dan een tweede, er
zijn zoveel factoren die je niet in de hand hebt. Waar het om gaat is dat Europa over Ajax
praat. En kom mij nou niet aan met die onzin dat Ajax kansloos is omdat de goede spelers
toch worden weggekocht. Wie dat zegt, vergeet dat in mijn tijd als trainer van Ajax ook
ieder jaar spelers werden weggekocht. Bergkamp, in die tijd de grote vedette van Ajax, is
een jaar na de UEFA Cup gewoon naar Inter gegaan. Wim Jonk, die speelde op de belang
rijke nummer-4-positie: ging naar Inter. En Vink, en Winter, en Roy, en Wouters, en Menzo:
al die jongens zijn die eerste twee, driejaar vertrokken, en toch wonnen we daarna de
Champions League. Dat heeft niet met één speler te maken. Het heeft met de club te
maken, met de opleiding van de spelers.'
NOVFMBFR 2003