Wesley Sonck Voor de wedstrijd tegen Vitesse kwam er een oplossing uit de bus: 'Jij speelt hangend op rechts,' zei trainer Koeman. Sonck: 'In eerste instantie huiverde ik ook nu, want ik had op die positie bij Genk één keer gespeeld onder Boskamp. Een ramp was het geworden. Maar bij Ajax lukte het. Ik stond dan wel op rechts, maar ik mocht dichtbij Zlatan spelen. Daar lag dan toch die vrijheid, die mogelijkheid tot acties, die ik zo nodig heb. En allengs begon ik me beter in mijn vel te voelen.' Niveau Daarnaast begon hij de andere Ajacieden stilaan te leren kennen. Vooral de kwaliteiten van Maxwell staken hem de ogen uit. 'Wat die jongen allemaal kan. Zijn linkervoet is zo goed als twee voeten bij een ander. Hij is zo slim en nog zo jong. En Wesley Sneijder is links en rechts sterk. En Trabelsi, wat een snelheid heeft hij.' En Zlatan? 'Het contact is beter, maar ik vind het nog altijd een rare jongen. In de voorbereiding lagen we samen op de kamer, maar we zeiden weinig. Hij kan zo enorm goed voetballen. Zijn grootste troef vind ik zijn onvoorspelbaarheid. Je loopt vaak voor niets, maar het loont de moeite, want als hij je vrijspeelt, sta je zo voor het doel. 'In België trainde ik nooit op dit niveau, ledereen heeft hier zijn kwaliteiten. Alleen die boslopen... Ze zijn me niet vreemd, maar tot het einde van mijn loopbaan zal ik ze blijven haten. Je hebt ze echter wel nodig, omdat de trainingsintensiteit hier zo hoog ligt.' Hij heeft inmiddels een huis gekocht in Ouderkerk. Hoe went hij in en rond Amsterdam waar hij met vrouw Evy, dochter Amy (4) en zoon Jason (7 maanden) terechtgekomen is? 'Duur dat het hier is!' roept hij welgemeend uit. 'Nu begrijp ik waarom Nederlanders net over de grens in België gaan wonen. Je kunt hier haast niets huren, heb ik gehoord. In België woonden we op een perfecte plek in Diepenbeek, op een kwartier van het stadion en vijf minuten van Hasselt. Hier werken we eraan om hetzelfde geluk te bereiken.' Hebben vrienden hem al bezocht? 'Jazeker, daarover heb ik niet te klagen. Na de wedstrijd tegen Club Brugge stond ik met Bernd Thijs van Racing Genk in het spelershome. Opeens kwam daar Johan Cruijff aan ons voorbij. Ik had hem nog nooit in het echt gezien. Bernd en ik stootten elkaar aan: "Daar is hij, de grootmeester!"' En even was Sonck weer het jonge straatvoetballertje, uit die kroeg in Ninove. Armand Schreurs en Saar van Bueren NOVFMRFR 2003

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2003 | | pagina 15