'Ik was naïef door te denken dat het Ajax-systeem voor mij veranderd zou worden'
Ik behaalde in mijn gemeente 666 stemmen. Ik volg de politiek nog altijd, maar ik ben in
een andere richting geëvolueerd. Als je sterker staat dan een ander in de samenleving,
omdat je daar ook keihard voor gewerkt hebt, dan moet dat toch kunnen.'
Genk
De bijna-politicus bleef intussen pittig presteren bij GBA. 'Ik hoefde daar dus niet weg,
toen Racing Genk twee wedstrijden voor het einde van de competitie interesse toonde.
Die club was net bekerwinnaar geworden en werd getraind door oud-Feyenoorder Jan
Boskamp. Maar trainer Franky Vander Eist speelde open kaart: GBA had geld nodig.
Uiteindelijk vertrok ik samen met keeper Jan Moons naar Genk. In het voetbal maak je
niet veel vrienden, maar als ik er één heb, is het Jan Moons, met wie ik vijfjaar heb
samengespeeld. Ik wist ook niet of het moment geschikt was. Ik ben weliswaar zeer
ambitieus, maar ook realistisch. Was ik al klaar voor de Belgische top?'
Bij Genk kwam hij bij een bijzondere familieclub terecht. Hij vond er een nieuwe voetbal
vriend, middenvelder Bernd Thijs, en leerde wat sfeer maken betekent. Het Limburgse
Genk heeft een fonkelnieuw stadion met meer dan 22.000 seizoenkaarthouders. Voor
Sonck brak een succesperiode aan. 'Het elftal trok veel met elkaar op en dat leidde tot
resultaten. In het tweedejaar werd Sef Vergoossen trainer, die overkwam van Roda JC. Hij
introduceerde meteen een familiedag. Bij hem thuis moesten wij samen met de vrouwen
allerlei opdrachten oplossen. De sfeer zat er meteen in. Wij gingen voor elkaar door het
vuur en dat leverde uiteindelijk de landstitel op. De club besteedde ook veel aandacht aan
liefdadigheid. We bezochten veel acties voor het goede doel, wat Genk enorm populair
maakte. Ik herinner me nog een jongetje van vijf met verouderingsverschijnselen. Je kunt
je niet voorstellen hoe blij de mensen waren als je zo iemand met een actie ondersteunde.
De fans gingen nog méér achter je staan. Ik weet nog dat we ooit na een bekerwedstrijd
tegen Virton de helft van onze premie aan een kinderfonds afstonden. Zulke momenten ga
ik misschien nooit meer meemaken. Maar vergeet niet dat we ook enorme fuifnummers
waren. Op den duur gaf bij ons iedereen feestjes: de fysiotherapeuten, de spelers, de
technische staf. Ik gun het iedereen om op die wijze resultaten te behalen.'
Mogelijk is er op dat vlak voor hem nog een rol weggelegd bij Ajax?
'Nu je het zegt,' lacht hij. 'Wij zijn hier met méér Vlamingen dan Nederlanders, dus we
moeten het hier naar onze hand kunnen zetten.'
Halve Hollander
Wesley Sonck stond zijn hele leven al in de spits. Maar waarin lag de vooruitgang, die hem
bij Racing Genk twee maal tot nationaal topschutter kroonde? 'Ik leerde bij Sef Vergoos
sen in een systeem te spelen met een diepe en een hangende spits. De diepe spits was
Moumou Dagano, een boomlange kerel uit Burkina Fasso die nu in Frankrijk speelt bij Guin-
gamp. Ik speelde achter hem en deed in feite wat ik wilde. Ik kon een balletje op het mid
denveld komen ophalen of ik kon naast Dagano voorin opduiken, links of rechts, alles was
mogelijk. Dagano en ik hebben uren getraind op onze samenwerking en we speelden op
den duur haast blindelings met elkaar. We gebruikten hakjes, schijnbewegingen, noem
maar op. Hoofdzaak voor mij was dat ik altijd in beweging moest zijn. Ik ben immers geen
stilstaande voetballer.'
Het eerste jaar onder Vergoossen scoorde Sonck dertig maal en werd Genk landskam
pioen. Vorig seizoen werd hij andermaal topschutter met 24 goals, maar tegen het later
failliete Lommei scoorde hij twee maal en die goals werden nadien afgetrokken. Met 22
eindigde hij ex aequo op de eerste plaats met Cédric Roussel, die nu zijn opvolger is bij
Genk.
'Vorig seizoen moesten we onze kwaliteiten van het jaar ervoor bevestigen én tegelijker
tijd strijden in de Champions League. Het liep heel wat moeilijker. Sommige spelers bleven
onder hun niveau en dat leidde bijvoorbeeld tot veel lezersbrieven in de kranten. In verge
lijking met de Nederlandse kranten besteden de Vlaamse bladen veel meer aandacht aan
sport. Elk dagblad heeft minimaal vijf pagina's te vullen en dan wordt er uiteindelijk over
van alles en nog wat geschreven. Ik had enkele malen kritiek op medespelers op het veld
en dat werd sterk in de verf gezet.'
Sonck praat nog even door over het verschil van benadering tussen de Nederlandse en de
Belgische pers.
'Ik word in België als een halve Hollander omschreven, omdat ik altijd zeg wat ik denk. Als
je eerlijk bent, kwets je soms mensen. Dat zit in mij. Wij komen in België ook veel te wei
nig op voor onze eigen mensen. Wij hebben nu twee fantastische tennisspeelsters met
Kim Clijsters en Justine Hénin. Wint Hénin een Grand Slam, dan wordt ze meteen in diskre
diet gebracht en denkt men aan dopinggebruik. Terwijl die Martin Verkerk hier als finalist
van Roland Garros anders wordt benaderd. Veel positiever. Men is er in de eerste plaats
trots op. Wij zouden ook fier moeten zijn. Uiteindelijk zijn er nu drie Belgen, in de kern van
Ajax. Dat is toch ook mooi?'
Hangend op rechts
Terug naar eind vorig seizoen. 'Ik wilde niet weg bij Genk, net zoals ik me eerder bij GBA
goed gevoeld had. Bij Genk had ik contractueel nog één jaar te gaan en mijn manager Hox
en ik hadden geen haast. Desnoods wilde ik dat laatste seizoen volmaken om daarna
transfervrij te kunnen vertrekken. Enkel voor een interessant voorstel wilde ik de club
verlaten. Ik zat in Spanje toen ik van de belangstelling van Ajax hoorde. "Ik denk dat ze
ver willen gaan," zei mijn manager. "Ze zijn heel concreet." Vrij snel bleek dat trainer
Koeman me echt wilde. Toen was het voor mij op zich klaar. Maar ik zat met een tactisch
probleem. Zes jaar lang had ik in een tweespitsensysteem gespeeld. Ik was naïef door te
denken dat het Ajax-systeem voor mij veranderd zou worden. "We wisselen veel," zei de
trainer, toen ik bij Ajax aanbeland was. Maar ik zag dat het team telkens in een 4-3-3-
opstelling het veld betrad. "Ai, wat nu?" dacht ik.'
Een lichte blessure van Zlatan Ibrahimovic bracht Sonck in het 4-3-3-systeem diep in de
spits.
'Het probleem is, dat als ik stilsta, ik niet zo sterk ben. Ik moest nu voorin wachten, terwijl
ik het nodig heb om veel te bewegen. Ik bakte er niks van en was aangeslagen, zeker men
taal. Ik had er niet bij stilgestaan dat ik me moest aanpassen. Ik was ervan overtuigd dat
ik in een 4-4-2-systeem zou terechtkomen, dat Ajax zijn stijl dus zou aanpassen. "Ze gaan
toch niet zoveel geld geven voor iets dat ik niet kan?" dacht ik steeds.'
NOVFMRFR 2003