Inge Danielsson, Gerrie Mühren, Gert Bals,
Heinz Stuy, Nico Rijnders) wekten niet al
te hoge verwachtingen. Het leken slechts
nuttige aankopen, waarvan in stijgende
mate Rijnders, Bals, Stuy en Mühren hun
waarde dubbel en dwars zouden bewijzen.
Eén transfer trok wel veel publiciteit en
dat was die van Dick van Dijk van FC
Twente, die in november 1968 drie keer
scoorde tegen Ajax (5-1). Al tijdens het sei
zoen 1968-1969 legde Ajax Van Dijk vast
voor het seizoen erop. Het leverde Van
Dijk kritiek op binnen zijn eigen club (hij
zou zijn hoofd er niet meer genoeg bij heb
ben, en mede daardoor ging de landstitel
aan Twente voorbij) én een torenhoog ver
wachtingspatroon bij Ajax, dat maar liefst
550.000 gulden voor de topscorer van
Nederland had neergeteld.
Het inmiddels bovenmatig kritisch gewor
den Ajax-publiek beoordeelde Van Dijk van
het begin af aan wat oneerlijk. Men viel
over zijn 'beperkte' technische vermo
gens, terwijl hij wel aan de hoofdtaak van
Johan Neeskens wist het Ajax-publiek al in
zijn eerste wedstrijd voor zich te winnen.
een spits voldeed: scoren: in zijn debuut
seizoen 23 keer in de competitie, net
zoveel als ene Johan Cruijff. Die zei in
1997, na het overlijden van Van Dijk: 'Dick
werd door het kritische Ajax-publiek niet
altijd op waarde geschat. Dan zorgde ik
ervoor dat hij een doelpuntje kon maken,
zodat hij weer wat krediet had.' Van Dijk
speelde drie seizoenen voor Ajax, waarin
hij in totaal 117 treffers maakte. Zijn meest
bejubelde goal was de openingstreffer in
de Europ-Cupfinale van 1971 tegen Panat-
hinaikos.
Kraakpand
In die wedstrijd speelde een 19-jarige die
een seizoen eerder nog met RCH naar de
tweede divisie was gedegradeerd: Johan
Neeskens. De Heemstedenaar had het
Amsterdamse publiek al in zijn eerste
wedstrijd in de Meer voor zich gewonnen.
Het oefenduel tegen Chelsea op 26 juli
1970 was gua uitslag niet opzienbarend (1-
1), maar het felle, ongedwongen spel van
ni/Tnorn "71