Henk Groot (links) en Klaas Nuninga (tweede van rechts) 1966 tegen PSV (3*1). Nuninga kwam in 1964 voor een record bedrag naar Aiax. maar kende een moeizaam begin buitenlandse aankoop, de 36-jarige Joego slaaf Bozo Broketa in 1958, speelde mede door een ongekende traagheid slechts vier duels in het eerste.) In 1964 telde Ajax het Nederlandse recordbedrag van 250.000 gulden neer voor de 23-jarige Klaas Nuninga van GVAV. Het hoge transferbe drag zou Nuninga op het veld wel terug verdienen, zo was de algemene verwach ting. Daar aanvankelijk weinig van terecht te komen. Nuninga draaide slecht, net als heel Ajax trouwens, dat amper aan degra datie wist te ontkomen. Nuninga: 'Mijn transfer was vanwege dat hoge transfer bedrag een sensatie. Ik kon al eerder naar het westen, maar ik wilde mijn studie aan de kweekschool afmaken. Op dat moment speelde ik al in Nederland-B en later het Nederlands elftal. Ik zat bovendien in het militaire elftal, onder anderen met Pietje Keizer. Pietje vroeg aan mij of ik mis schien naar Ajax wilde komen. En ondanks dat ik al de top - het Nederlands elftal - had bereikt, wilde ik ook via een club hogerop. Met betere voetballers om me heen zou ik nog meer plezier krijgen in mijn werk c.q. sport. Jaap van Praag was juist voorzitter geworden van Ajax en hij wilde meteen een vuist maken. Dat paste bij Jaap en dat kon hij onder andere via een transfer van mij. 'Mijn start bij Ajax was niet denderend. Dat had in de eerste plaats te maken met mijn overgang van Groningen naar Amsterdam, maar het kwam mijns inziens vooral door het tekort aan kwaliteit van het elftal van 1964. Iedereen, pers en publiek, sprak echter over dat hoge trans ferbedrag. Dat speelde ook mee in mijn hoofd. Ik was geen instinctieve voetballer of een mens die alleen maar voetbalde en voor de rest niets dacht. Het was gemak kelijker geweest om overal maling aan te hebben, maar zo was en ben ik niet.' Na de doorbraak van Cruijff in 1965 ging het stukken beter met Ajax - en met Nuninga. Cruijffs komst verloste Nuninga van de spitspositie en als een 'nummer 10' avant la lettre speelde Nuninga in de jaren zestig met veel succes in Ajax. Waren die 250.000 gulden er tóch nog dik uit. Torenhoge verwachtingen Die jaren zestig, waarin het grote Ajax opgebouwd werd, waren relatief rustig op het transferfront. De spelers die Ajax kleur gaven (Cruijff, Keizer, Swart, Krol, Suurbier, Hulshoff) kwamen uit de eigen gelederen en de meeste aankopen aan het begin van ieder seizoen (onder anderen UAA A 7tkir

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2003 | | pagina 72