Eentje!
DE WEDSTRIJD 12 april 1959
Ajax - SC Enschede 2-2 (0 0)
Vreugde bij de Ajacieden (rechts Ger van Mourik) als Sjaak Swart op 18 april 1960 tegen Volendam
de stand op 9-0 gebracht heeft en daarmee Ajax' honderdste competitiedoelpunt gescoord heeft.
Alleen Cootje Prins was wel brutaal tegen hem. Maar Horn was de baas in het veld.
Tegenwoordig laten scheidsrechters zich van alles aanleunen.
'Ook met andere Amsterdamse clubs gingen we vriendschappelijk om. Op zondagavond ont
moetten we de jongens van DWS, Blauw Wit en De Volewijckers in de stad. Op het veld was je
de vijand, buiten het veld ging je met elkaar uit. Ik ben ook naar het kampioensfeest van DWS
geweest. Je gunde elkaar alles.'
Aan zijn trainers bewaart Van Mourik goede herinneringen. Eentje had een drankprobleem,
maar zijn naam wil Van Mourik niet in het blad hebben. De Oostenrijker Karl Humenberger
heeft een speciale plek in Van Mouriks hart, en dat is niet alleen omdat hij met hem in 1957
kampioen van Nederland werd. 'Humenberger was tactisch heel sterk, maar bovenal een
goed mens. Hij en zijn vrouw gingen heel fijn met je om. Als aanvoerder kwam ik bij hem en
zijn vrouw op bezoek. Ze woonden in een hoekhuisje van het stadion. Daar dronken we koffie
en spraken we over het elftal. Trainers en spelers gingen voor elkaar door het vuur. Dat is
zó belangrijk. Als een trainer het respect van zijn spelers verliest, is de zaak verloren.
'Vic Buckingham, de trainer met wie we in 1960 kampioen van Nederland werden, heeft ons
prof gemaakt. Hij schafte bijvoorbeeld af dat vrouwen met ons mee in de bus naar uitwed
strijden gingen. Laaiend was ik, maar achteraf gezien had hij wel gelijk.'
Voetbal-abc
Van Mourik is na zijn loopbaan zelf trainer geweest, veertig jaar lang. Dit jaar stopte hij, op
71-jarige leeftijd. 'Ik heb alle hoofdklassers in Amsterdam kampioen gemaakt. De laatste drie
jaar heb ik de jeugd bij AFC getraind, waaronder mijn kleinzoon. Ik kon nog alles voordoen,
maar het is mooi geweest. Nu zie ik trainers bij AFC die tegen kinderen van acht jaar zeggen
dat ze geen patat mogen eten, of limonade met prik drinken. Waar ben je dan mee bezig?
Leer die kinderen het voetbal-abc. Dat is moeilijk genoeg.'
Zijn enige treffer maakte Van Mourik op 12 april 1959 in de tumultueuze slotfase tegen
SC Enschede. Vijf minuten voor tijd zette oud-Ajacied Arend van der Wel Enschede op 0-2.
Een minuut later trapte Odenthal in eigen doel en twee minuten daarop werd Bob Haarms
gevloerd. Penalty voor Ajax. Van Mourik miste, maar in de rebound zorgde hij alsnog voor de
gelijkmaker. 'Het gebeurde zelden datje een strafschop kreeg. We speelden anders. Als er
iemand doorbrak liet je hem gaan, je schopte hem niet in tweeën. Ik was een harde speler,
met een goede tackle. Maar in mijn hele loopbaan ben ik nooit het veld uitgestuurd.'
Eén doelpunt in dertien jaar Ajax 1. Weinig, maar niet verrassend, gezien in de tijd. 'Als back
kwam je zelden in de voorhoede. Er waren vijf voorhoedespelers, we speelden in een W-for-
matie. Niet dat dat ingewikkeld was. De hele tactische bespreking van Jack Reynolds luidde:
'Get your sleeves up, fight like the devil en scoor er één meer dan de tegenpartij.' Simpel. In
het veld regelden we alles zelf. Ik wist heus wel hoe ik tegen Coen Moulijn moest spelen.'
Marcelle van Hoof
Toeschouwers: 16.000
Scheidsrechter: Schings
Scoreverloop:
63. Janssen 0-1;
85. Van der Wel 0-2;
86. Odenthal 1-2 (e.d.);
OKTORFR ?fl03