Jeugc leeftijd moetje helemaal terug naar de basis. Je moet ze leren hoe ze een bal moeten trappen en ze leren combineren. Zo was ik begonnen met een positiespel "7 tegen 3". Maar dat is nog te moeilijk voor ze en dan moet ik dus een stapje terug doen.' Naast het trainen van de E3 gaat Roy stage lopen bij de C1 van Maarten Ste kelenburg en loopt hij nu al mee met Danny Blind. 'Van zijn aanpak, van zijn manier van benaderen en training geven, leer ik een hele hoop. Maar ook van jon gens in de onderbouw met wie ik werk, leer ik veel. Ik houd goed mijn oren open als Patrick Ladru (El) en Edwin Kortlevers (E2) wat vertellen over hun ervaringen met die leeftijdsgroep. Dat is voor mij op dit moment heel belangrijk. Ik heb ver stand van voetbal; ik kan kinderen wat bij brengen, maar ik moet ervarener worden en kijken hoe anderen bepaalde dingen doen. Dan probeer ik daar weer een eigen schwung aan te geven binnen de mogelijk heden die geboden worden.' Natuurlijk overwicht Ook Silooy traint nu een heel andere groep dan tijdens zijn stageperiode. In de B1 zitten jongens onder de 17 en nu heeft hij een selectie onder de 12, bestaande uit dertien veldspelers en twee keepers. 'Dit is een groep die je het spel moet leren. Ze moeten vanuit hun posities voetballen en ruimtes leren creëren. Het leuke is wel dat bij die kleintjes het leren van de techniek veel sneller gaat. Volwassenen moetje meestal alleen maar dingen afleren, kin deren kun je dingen aanleren. Vaak is het eerst even wennen en dan pikken ze het snel op.' De meeste mensen die zich de Roy en Silooy van tijdens hun voetballoopbaan voor de geest halen, zien voornamelijk breed lachende gezichten en denken aan het dollen en het uithalen van grappen. Wie de mannen nu op het trainingsveld ziet staan, ziet twee uiterst serieuze trainers die vol passie en geduld hun pupillen blij ven uitleggen wat zij moeten doen. 'leder een ziet mij nog als Pipo,' zegt Silooy. 'Ik ben echter heel serieus; ik ben best een strenge trainer, maar daar hoort ook een dosis humor bij. Jongetjes moeten wel met plezier trainen.' Roy omschrijft zichzelf als een trainer die absoluut niet autoritair is. 'Dat past niet bij me. Ik vind dat niet goed naar kinderen toe. Met deze kinderen ga ik om zoals ik met mijn eigen kinderen omga. Op zo'n natuurlijk mogelijke manier probeer ik overwicht te hebben. Ze moeten zich veilig en fijn voelen bij mij zodat ze niet bang zijn om fouten te maken en om stoute din gen te doen.' Roy en Silooy praten vol liefde over hun nieuwe beroep. Hun ogen zijn gericht op de toekomst. Zij zijn veranderd van dartele voetballers in ambitieuze trainers. 'Na een jaar stage heb ik het geluk gehad dat ik hier mocht komen werken,' zegt Silooy. 'Het gaat nu heel lekker, maar ik blijf kri tisch en mezelf corrigeren. Ik ben heel ambitieus en aan het investeren in de toe komst.' Voor Roy geldt niet veel anders. 'Ik kom natuurlijk wel in een warm bad en een gespreid bedje, maar dat betekent niet dat ik op mijn lauweren kan gaan rusten. Ik ben geen voetballer meer. Daar ben ik me goed van bewust. Het is absoluut niet zo dat ik, omdat ik heel veel voetbalervaring heb, dit ook even uit mijn mouw schud. Ik moet nog heel veel leren. Maar ik denk dat ik op de goede weg ben. Ik hoop me te ontwikkelen tot een verdienstelijk trainer. Dit is absoluut mijn toekomst.' Simone Tacx DKTORFR

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2003 | | pagina 47