Steven Pienaar En ik was toch ook altijd liever gewoon aan het voetballen met mijn vrienden.' Pienaar groet zijn neef en loopt de galerij op. Een buurvrouw klampt hem aan. 'Je hebt weer heel erg goed gespeeld, afgelopen weekend,' zegt ze in het Afrikaans dat in West- bury gesproken wordt. 'Je bent een echte ster.' Steven 'Scillo' (naar Toto Schilachi) Pienaar slentert naar zijn vrienden die vlakbij het transformatorhuisje op een hek zitten. Hij stelt ons voor aan Brandin 'Devil' Solomons, Dilon 'Doggy' Franklin en Collin 'Smother' Foster. Zelf moet hij weg voor een ander inter view met een Zuid-Afrikaanse krant. Zijn vrienden laten ons Westbury zien. Ze nemen ons mee naar het veldje waar ze altijd voetbalden. Het 'thuisveld' was een woestenij waarbij vergeleken het veld in het stadion van Polokwane Wimbledon was. 'Als jochies speelden we altijd voor geld,' zegt Collin Foster. 'Tien rand, vijftien rand per partijtje. Van het geld kochten we eten, of soms een nieuwe bal.' En verdienden jullie veel geld? 'Als we met Steven speelden wel.' Collin Foster ontkent ooit zelf met geweld in aanraking te zijn geweest. Maar later zal Pienaar lachend vertellen dat Collin ook een keer in zijn enkel is geschoten en dat dat zijn voetbalcarrière niet veel goed heeft gedaan. Foster speelt bij FC Argentinos, een club in Westbury die in de Zuid-Afrikaanse tweede divisie uitkomt, en waar Steven ook ooit voet balde. Brandin Solomons, een andere vriend, speelt ook voor Argentinos. 'Steven vergeet nooit waar hij vandaan komt,' zegt hij. 'Hij is altijd hier met zijn vrienden als hij in het land is. Hij doet van alles voor de buurt.' 'Met kerst had hij een lunch georganiseerd voor de ouderen,' vult Foster aan. 'En welke profvoetballer neemt de moeite om zijn vrienden in de gevangenis op te blijven zoeken?' vraagt Solomons retorisch. Zonderwater Gevangenis De hele week al was Pienaar bezig geweest voor elkaar te krijgen dat we mee mochten als hij zijn vriend, en voormalig idool, Tyrone 'Ben' Baartman ging opzoeken in de Zonder- water Gevangenis in Cullinan. Volgens 'Chief Mabusela van de gevangenis was het geen probleem, maar wij konden niet geloven dat we met camera en al naar binnen mochten. Bij de poort worden de twee auto's met daarin Pienaar en ongeveer zes van zijn vrienden tegengehouden door een bewaker die weet te melden dat de bezoektijden voor de Medium B-Section van de Zonderwater Gevangenis alleen in het weekeinde zijn. Maar zijn collega komt direct uit het wachthuisje gesneld om 'Schillo' te bedanken voor de winst tegen Ivoorkust. 'Graag gedaan,' zegt Pienaar. We mogen door. Bij de volgende poort staat Tyrone Baart man al te wachten. Vuisten tegen elkaar als groet. Als we naar binnen gaan moeten tele foons en vuurwapens worden ingeleverd. Steeds meer tralies. Sleutels die als clichés het slot in echoën. Een gedetineerde begint vanachter tralies enorm te schreeuwen en, naar later bleek, ook te schelden. De frustratie reikt ver bij de gedachte dat het hem, samen met nog wat geïsoleerden, niet is toegestaan Pienaar te ontmoeten. Op de binnenplaats waait het flink. Tussen de honderd en tweehonderd gedetineerden maken zich op om Pienaar in levende lijve te gaan ontmoeten. De groene broekspijpen van hun gevangeniskloffie wapperen als vaandels op het strand. Volgens Tyrone Baartman gaat het gesprek van de dag al twee jaar over deze ontmoeting. Normaal gesproken komt Pienaar altijd met zijn vrienden een potje voetballen tegen een team van veroordeelden. Dat is een select groepje. Nu zijn er meer uitverkorenen. Tyrone Baartman: 'Ik was een rolmodel voor Steven en zijn vrienden. Toen hij veertien was, was ik een van de beste voetballers van Westbury. Het was een slechte buurt om op te groeien. Sommigen van ons gingen het verkeerde pad op. Dat werden gangsters. Uit eindelijk gaf ook ik het verkeerde voorbeeld door me in te laten met gangsteractiviteiten. Nu ben ik tien keer trotser op hem dan hij ooit op mij geweest is. Hij heeft aangetoond dat Westbury je niet alleen kan breken, maar ook kan maken. Hij heeft de juiste weg gekozen. Hij is nu ons rolmodel. Hij is de toekomst van Zuid-Afrika. Alle jonge jongens kij ken tegen hem op.' Woorden van gelijke strekking vullen de speech die Steven Buda namens de gevangenis leiding houdt voor de gedetineerden. Buda: 'Ik weet waar hij vandaan komt. Uit Westbury, waar slechte dingen normaal zijn. Iedereen hier aanwezig zal beamen dat je zonder ruggengraat, zonder focus, zonder te weten wat je wilt, in Zonderwater eindigt. Maar Steven Pienaar is wat hij is doordat hij wist wat hij wilde. Hetzelfde geldt voor u heren. Jullie kunnen hier beslissen dat jullie hem als voorheeld nemen.' OKTORFR

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2003 | | pagina 35