Erehaag voor Sjaak
Gekkenhuis
Vos preekt de passie
Bob Haarms, Arnold Mühren, Fred Grim, Rinus Michels en Rob de Wit staan klaar om na afloop van Ajax - FC Zwolle afscheid te nemen van
Sjaak Wolfs. Ook Danny Blind, Pirn van Dord, Dick Schoenaker en Rob Witschge waren van de partij om de legendarische materiaalman uit te
wuiven. Met de spelers en trainers van het huidige Ajax vormden de oud-spelers een imposante erehaag, waardoor de ontroerde Wolfs
handen schuddend naar de middenstip liep. Daar werd hij toegesproken, toegejuicht en overladen met cadeaus. Kort maar krachtig
bedankte Sjaak zijn fans: 'Mensen effe stil. Fantastische mensen, jullie zijn fantastische mensen, houdt dat zo. Er zit karakter in, liefde in,
alles in!'
Het voetballoze tijdperk dat zomerstop heet, betekent niet dat je je
als supporter rustig kunt overgeven aan de vakantiegeneugten. Er
wordt dan wel niet gevoetbald, gehandeld in voetbal wordt er des te
meer. De makelaars betreden het veld; voorzitters dromen van
nieuwe successen en stallen hun waar uit. Trainers eisen inwilliging
van hun verlanglijstjes als verwende kinderen bij hun verjaardag. En
de supporter ligt rusteloos in z'n ligstoel aan het strand, wandelt
niet vrij van zenuwen door een museum en probeert elke dag een
vaderlandse krant te bemachtigen. Of is gespitst op elk bericht van
het thuisfront via de gsm. Wie van de idolen zal weggaan en welke
mogelijke idool wordt aangetrokken?
Voor ons Ajacieden leek het een rustige zomer te worden. Geruchten
waren er genoeg, maar voorlopig leek er niets aan de hand. Trabelsi,
Chivu, Maxwell, Pienaar, wie werd er niet in verband gebracht met
een grote club uit grote competities?!
De transferstorm scheen over te waaien. Maar dan toch het plotse
bericht: Chivu naar AS Roma; Van der Meyde naar Inter. Ja, Andy ook
weg. Daar had geen supporter rekening mee gehouden. Aardige spe
ler, onberekenbare speler, soms briljant, vaker irritant slecht. Als die
al naar Inter kan, dan moet ook voor vertrek van betere spelers als
Trabelsi, Maxwell en Pienaar gevreesd worden. Zeker nu een Dago-
bert Rus is opgedoken en uit de achterzak Chelsea heeft opgekocht
en alsof het om broodjes gaat de ene na de andere topper aan zijn
stal heeft toegevoegd. Veertig jaar lang moest een Koude Oorlog en
een kernwapendreiging de Russen uit het vrije Westen zien te hou
den. Nu komen ze alsnog. Wie is de volgende Dagobert van de voor
malige vijand en wie het volgende slachtoffer? Voorlopig zijn we nog
gevrijwaard van de begerige blikken van zulke megamiljonairs. Ter
wijl, als ze echt van voetbal zouden houden... nee, laat maar.
En zo kom je van vakantie terug en weet je het antwoord van onze
club op het vertrek van Chivu etcetera. Escudé, Grygera, Sonck,
Mitea en later Soetaers. Op het oog prima aankopen. Maar hoe snel
en hoe goed passen ze zich aan aan de andere en hoge eisen die het
Ajax-spel stelt?
Je ziet de eerste wedstrijden, waarvan je denkt; komt dat wel goed,
gaan we echt beter worden en kampioen worden en ver komen in de
Champions League?
En dan blijkt Chivu nog eigendom van Ajax, omdat dat Roma finan
cieel zo onbetrouwbaar is als een rotte paal onder een Amsterdams
grachtenhuis. Ja, welkom terug in het gekkenhuis van de voetballe
rij.
Dat laatste is niet goed geformuleerd. Alsof je uit dat gekkenhuis
weg kan. Ik zelf ben dat gekkenhuis. Ik zelf ben de gek die zich druk
maakt om elke beweging in en rond mijn club. Besmet met een virus
waar geen kruid tegen gewassen is. Tijdens de zomer sluimert het
virus hoogstens, brandt het vuur voornamelijk ondergronds om weer
op te laaien bij elk bericht dat met mijn liefde, mijn club en zelfs met
het voetbal in het algemeen te maken heeft. Houdt het dan nooit op,
verzucht ik menig keer. Nee, het houdt nooit op. Gelukkig maar. Want
ik ben dat gekkenhuis, het behoort tot mijn identiteit; behalve veel
meer ben ik ook gebouwd uit de nervositeit, de verwachting, de
angst die elk seizoen weer oplaaien en een heel seizoen mijn
bestaan extra cachet geven. Om met de Hongaarse schrijver Sandor
Marai te spreken: 'zonder waanzin geen liefde'.
Ik ben wel gek als ik me niet wederom aan dat virus van liefde over
geef.
Klaas Vos