De buitenstaander
Eigenlijk is Freek de Jonge (1944) geen buitenstaander wanneer het Ajax betreft. Hij was de zoge
naamde mistery guest in de Ajax-revue die ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan werd opgevoerd.
Daarnaast luisterde hij recepties en (kleine) feestjes bij de club op met zijn aanwezigheid en zijn confe
rences. De Jonge is gek op voetbal en volgt vrijwel alles. Zelf voetbalt hij nog twee keer in de week in
een vriendenploeg. Met dank aan zijn mentor Sjaak Swart. Een gesprek waarin typische De Jonge-
onderwerpen als concentratie, discipline en toeval niet ontbreken.
Keeper in Zaandam
Het wekelijkse potje
voetbal houdt Freek
in Nederland
De eerste contacten met De Jonge vinden plaats als hij nog in Frankrijk zit. Het is dan
begin september. Onmiddellijk begint hij kleine anekdotes te vertellen, zoals over een
'klassieke foto' die ooit van hem gemaakt is door Louis van de Vuurst. In een wedstrijd
van Lucky Ajax viel ineens zijn bril van z'n neus. 'Louis heeft dat bijzondere moment vast
gelegd en die afvallende bril was tegelijkertijd een metafoor voor de prestaties van Ajax
op dat moment, want die waren niet best.'
Enkele dagen later belt hij opnieuw, nog steeds vanuit Frankrijk. 'Sorry, maar maandag
middag gaat niet door, we rijden pas dinsdag weg. Kun je ook woensdagochtend komen?'
Natuurlijk, dat is geen probleem. En wie denkt dat De Jonge zijn telefoontjes kort en
zakelijk houdt, heeft het mis. Hij wil alles weten over de cruciale week van het Neder
lands elftal. Ik breng telefonisch verslag uit en vertel hem en passent over de door onze
jongens zo gewraakte enguête. Hij is zeer nieuwsgierig en vooral verbaasd dat Frank de
Boer in negatief opzicht zo hoog scoorde. 'Die houdt zich toch eigenlijk altijd wel op de
vlakte.' Hij heeft weinig vertrouwen in een goede afloop: 'Het zit volgens mij niet goed.'
Op de woensdagmorgen van Tsjechië - Nederland treffen we elkaar in zijn mooie woning
in Muiderberg. Hij is nog wat vermoeid van de lange reis terug naar Nederland, maar dat
weerhoudt hem er niet van om ruim een uur over Ajax te praten. In eigen omgeving is De
Jonge rustig en zelfs een tikje verlegen in zijn lichaamstaal en voorkomen, terwijl we op
het podium juist een zeer extraverte De Jonge kennen. Hij vertelt dat hij die nacht, net
teruggekeerd na een lange autoreis uit Frankrijk, heeft gedroomd over de wedstrijd in
Praag. Het werd een bloedeloze 0-0...
Freek de Jonge kreeg de liefde voor het voetbal van zijn vader mee. In het gezin De
Jonge stonden sport en vooral voetbal centraal. Als zevenjarige begon Freek aan zijn
eigen loopbaan: 'Ik weet nog wel hoe ik, samen met mijn broer, met een veel te groot
shirt en een paar tweedehands voetbalschoenen waarvan de neuzen zo hoog stonden dat
de noppen de aarde niet bereikten, richting ZVV in Zaandam trok. Later heb ik ook bij
ZCFC gespeeld, de Christelijke Football Club, waar ik enige tijd keeper was. Mijn vader was
ook keeper, dus ik zal dat wel van hem hebben meegekregen. Ik heb ook heel veel op
straat gevoetbald, op het kerkplein en bij school. Na onze verhuizing naar Goes heb ik
zeker drie jaar niet gespeeld. Pas tijdens mijn studententijd in Amsterdam ben ik weer
gaan spelen, bij De Schollevers.'
Zijn 'doorbraak' als speler volgde op latere leeftijd. In 1981 zocht Maarten de Vos De
Jonge na afloop van een voorstelling op en nodigde hem uit om in het vriendenteam van
Sjaak Swart te komen spelen. De Jonge: 'Toen heb ik van al die jongens veel bijgeleerd. Zo
is bij Zeeburgia mijn tweede carrière begonnen. Ik werd rechtsback.' De Jonge leerde er
zijn mentor Sjaak Swart kennen en vanaf dat moment hoorde hij een beetje bij Ajax.
Ineens werd hij een echte voetballer. 'Ik kon helemaal niet voetballen, maar daar heb ik
flKTORFR ?tm