Een fraaie pas seerbeweging van Weggelaar in de wedstrijd tegen FC Groningen, waarin hij met zijn enige Ajax- goal de eindstand bepaalde op 5-1. nergens op slaan... Het je laten kleineren door trainer Kurt Under bijvoorbeeld, die de reserves of spelers van het tweede niet eens zag staan. Zo behandel je mensen niet. Under was een dramati sche, verschrikkelijke man. Hij had een visie van "ik moet puin ruimen", maar hoeveel puin en wie is het puin? Hij was alleen met zichzelf en het eerste elftal bezig en dan nog het liefst met maar zes spelers van het eerste elftal. Aad de Mos was zijn assis tent, en die heeft dat gedrag overgenomen: alleen belangrijk zijn voor jezelf en de gevestigde orde. Daarom wordt De Mos ook overal weggestuurd.' Een seizoen eerder (1980-1981), het enige waarin Weggelaar uiteindelijk een basisplaats veroverde, was Leo Beenhakker lange tijd zijn trainer. 'Met hem kon ik wel goed opschieten. Hij was al mijn coach geweest in de A-jeugd en bij het C-elftal. Je kon met Beenhakker ook over andere dingen dan voetbal praten. Met Rijkaard en Kieft was ik redelijk bevriend. Dat zijn twee jongens die tot nu toe zijn blijven nadenken. Met Johan Cruijff kon ik ook overal over praten, maar dan alleen omdat hij overal denkt ver stand van te hebben. Daar kon ik wel om lachen. Maar zijn voetbal was fenomenaal, hij was tachtig procent van het elftal.' Begonnen als rechtsbuiten speelde Weggelaar in het eerste in de verdediging. 'Maar wat is in de verdediging spelen bij Ajax? Druk zetten en van achteruit opkomen. Ik kon wel twintig keer de achterlijn halen.' Eén keer scoorde Jan Weggelaar, en hij weet nog precies wanneer, waar en hoe. 'Dat was in het begin van het seizoen, thuis tegen FC Gro ningen. Na een vrije trap van Frank Arnesen, die nam in die tijd overigens alles, werd de bal weggewerkt. Vanaf zestien meter schoot ik in één keer in. Jazeker, ik was heel blij.' Lachend: 'Een goal in de Meer, dat pakt niemand mij meer af. En dat blijkt ook wel: in 2003 word je er nog mee lastig gevallen.' Gepasseerd Het seizoen 1981 -1982 was voor Weggelaar een ramp: Linder gaf hem geen enkele kans in het eerste meer. Maar vooral door de in december teruggekeerde Johan Cruijff draaide Ajax wél en behaalde het met veel spektakel het kampioenschap. Dat ging een beetje langs de gepasseerde Weggelaar heen. 'Na afloop van dat seizoen dacht ik: ik heb hier geen zin meer in, ik ga weg. Ver volgens heb ik een aantal jaren met veel plezier bij PEC Zwolle gespeeld. Dat was in die tijd een vooruitstrevende club, in die zin dat we geen afbraakvoetbal speelden. We stonden keurig in de middenmoot. Eén seizoen ben ik uitgeleend aan Willem II. Na een jaar konden ze mij niet meer betalen en keerde ik terug bij Zwolle. En daar had men mij niet meer nodig. Ik ben meteen met "pensioen" gegaan en ben het geld op gaan maken dat ik met voetbal heb verdiend. Daarna kwam ik in de wereld van ten toonstellingen terecht.' Maar het cliché is van toepassing: het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Het zojuist afgelopen seizoen speelde Weggelaar al bij de veteranen van Ajax. En in zijn gedachten gaat hij nog verder. Hij is gefascineerd door het gedrag van ouders van jeugdspelers. 'Ik heb het er al eens met Kees Zwamborn over gehad. Zoals gezegd heeft het gedrag van veel ouders me in mijn actieve periode gestoord. En op de Toekomst zie ik ze weer, die ambiti euze ouders. Kinderen worden soms doodziek van hun eigen vader. Ouders verhuizen van België naar Amsterdam omdat hun zoontje in de Ajax-jeugd speelt. Maar stel je voor dat dat zoontje na een jaar weg moet. Wie krijgt dan de schuld? Stort de wereld van die ouders dan niet in? Misschien moet Ajax bij de overweging of ze spelertjes wel of niet nemen zwaar laten mee tellen hoe de ouders zich gedragen. Hoe labiel zijn die? Niet alleen de spelers, maar ook de ouders moeten bij de les worden gehouden. Want die Ajax-spelertjes gaan toch ook naar huis, neem ik aan. Ik zou daarom misschien wel als ouderbegeleider willen fungeren. Ik begrijp bijvoorbeeld niet goed dat ouders toe staan dat zo'n kind al een zaakwaarnemer krijgt. Want de kans dat het mislukt, is heel groot. Uiteindelijk halen maar heel weinig jeugdspelers het eerste. En hoe gaan de ouders met al die kinderen om die op een gegeven moment weg moeten?' Zijn eigen kinderen probeert Weggelaar vrij op te voeden. 'Mijn zoons kunnen bijvoorbeeld redelijk goed voet ballen, maar ik ga ze heus niet vertellen dat ze bij een club moe ten gaan spelen. Ik zie me al in zo'n kantine staan... Ze moéten zelf weten wat ze wel of niet doen.' Weggelaar lijkt ontspannen in het leven te staan. 'Zonder het te weten heb ik een hartstikke druk leven. Maar ik probeer het bin nen de perken te houden. Ik wil niet iedere dag werken. Ik heb de neiging om me niet heel erg druk te maken.' Marcelle van Hoof "O 28-09-1980: •I-5 Ajax - FC Groningen 5-1 (3-1) ^3 Toeschouwers: 11.500 Scheidsrechter: Egbert Bakker <D Ajax: Schrijvers; Wijnberg, Ziegler (75. Weggelaar), Zwamborn, Boeve; q Molenaar, Arnesen, Lerby; Jensen, Kieft, Van Geel (46. Wiggemansen) FC Groningen: Ploeger; Bloemberg, Hiddink, Waalderbos, Boer; Van Dijk, Mulder (46. Timisela), Veldmate; Van Loon, Houtman, Dijkstra Scoreverloop: 8. Kieft 1-0; 21. Kieft 2-0; 34. Van Loon 2-1; 39. Van Geel 3-1; 57. Kieft 4-1; 83. Weeeelaar 5-1 AJAX MAGAZINE JUNI/JULI 2003

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2003 | | pagina 86