We spreken af in zijn tabaksshop, onder metrohalte Reigers
bos in Amsterdam Zuidoost. Terwijl ik in de winkel op hem
wacht, valt me op dat bij de tijdschriften het Ajax Magazine ont
breekt. Met deze omissie geconfronteerd beaamt de 47-jarige
Bouma het blad niet in het assortiment te hebben. 'Maar ik zal er
eens naar kijken.'
We zouden het over voetbal hebben, en dan met name zijn
periode bij Ajax, waarin hij één officiële treffer maakte. Bouma
kan zich de treffer, gescoord op 29 oktober tegen WV (5-0), nog
goed herinneren. 'Ik viel vlak voor tijd in en maakte de laatste. Na
een corner nam ik de bal in één keer aan en schoot met de rech-
terpantoffel de bal boven in de hoek.' Het Ajax-publiek was
natuurlijk verrukt, want opnieuw scoorde een jonge invaller.
Edoch, Bouma was niet het product van een langdurige Ajax-
opleiding. Aitze Bouma is een geboren Fries, die later naar Ede
verhuisde. Zijn voetballoopbaan begon in de jeugd van Wagenin-
gen. Ook werd hij jarenlang geselecteerd voor diverse vertegen
woordigende jeugdeltallen. 'Maar ik was niet zo technisch, meer
een harde werker, met een goed spelinzicht. Ik was een spits,
een doelpuntenmaker. Als A-junior kwam ik in 1974 bij Ajax
terecht, in een elftal met Simon Tahamata, Rob Kok, Rob Ter
voort en Henk van Santen. Daarna volgde het C-elftal, met onder
anderen Berend Kist en Gerrie Kleton. In Oven/een volgde ik
daarnaast het CIOS, met als specialisatie voetbal. Op twintigjarige
leeftijd bezat ik al het diploma Oefenmeester 1.'
me een wedstrijd waarin Johan Zuidema rechtsachter speelde.
Ruud Geels raakte geblesseerd en moest uitvallen. En ik was
spits. Maar wat gebeurde er: Zuidema hinkte en wilde in de spits
spelen. En dus zette de trainer mij rechtsachter, terwijl Zuidema
in de spits de ballen uit z'n broek liep. En ik, het lulletje, speelde
achterin.' Ballen uit de broek? Bouma lacht: 'Dat betekent dat hij
als een beest tekeerging, terwijl hij had aangegeven geblesseerd
te zijn. Dat is zo'n moment waarin het mee moet zitten. Maar ik
was overal inzetbaar, en dat kwam op dat moment niet goed uit.
Stel ik speel wel in de spits en scoor. Wat was er dan gebeurd?'
We zullen het nooit weten. Bouma raakte ongeduldig en besloot
bij Ajax te vertrekken. Bouma: 'Ik koos voor Boom, dat in de Bel
gische tweede klasse speelde. Via die club hoopte ik weer
hogerop te komen. Dat was een misvatting: vanaf dat moment
ging het snel bergafwaarts; je ging van acht keer in de week trai
nen naar drie keer. Dat was helemaal niks, ik was fullprof en
deed er niks naast. Bovendien verwachtten ze van een ex-Ajacied
iets extra's. Maar ik had last van mijn knie en kon de groep tij
dens de looptraining amper bijhouden, terwijl uithoudingsvermo
gen juist een van mijn sterke punten was.
'Achteraf gezien heb ik spijt van die overstap, want ik kon nog
twee jaar bij Ajax blijven, wat Ivic me geadviseerd had. Ik was pas
twintig jaar en een laatbloeier. Mijn flair moest nog ontwikkeld
worden. Ik was een boer, laten we eerlijk zijn. In het tweede elf
tal ging het wel goed, daar maakte ik er dertig in één seizoen.'
Ruud Krol
Hij debuteerde, als invaller op 1 mei 1977 in Ajax 1, nota bene in
de kampioenswedstrijd bij FC Amsterdam (2-3). 'Ivic wilde me in
het succes laten delen. Het seizoen erop kreeg ik een A-contract.'
Dat jaar (1977-1978) speelde Bouma op zaterdag in het C-elftal
om de dag erop als reserve te fungeren bij het eerste. Een aantal
keren viel hij in, in een team dat geen eenheid bleek. 'Als jonge
speler had ik geen leuke ervaringen met de oude hap, zeg maar
Ruud Krol, Wim Suurbier of Piet Schrijvers. Ze deden niets extra
voor je. Als ik een grote speler was geweest, zou ik de jeugd op
sleeptouw hebben genomen. In die tijd gebeurde dat niet. leder
had zijn eigen hokkie, het was heel hiërarchisch. Je leerde niks
van ze. Je zat samen in een team, maar spreken deed je elkaar
niet. 'Ik moet de trainer, Ivic, nageven dat hij wél oog voor de
jeugd had. Hij was een goede trainer. Na de training gingen we
nog aan de gang in de sportzaal van de Meer. Hij liet het team
naar zijn mogelijkheden spelen. Ajax liep in die periode niet over
van kwaliteit, dus we speelden wat behoudender. Ik had al mijn
trainersopleiding, dus zijn tactische varianten begreep ik goed.
Ook Soren Lerby en Frank Arnesen hebben veel van Ivic geleerd.
'Meestal viel ik in als verdediger. Tegen Feyenoord stond ik wel in
de basis, als rechtsback. Feyenoord-trainer Vujadin Boskov
maakte me nog uit voor politiehond, omdat ik tekeerging tegen
mijn directe tegenstander Gerard van der Lem. In de Europa Cup
heb ik thuis nog meegedaan tegen Juventus. Weer als verdediger,
ja. In de Europese uitwedstrijden van dat seizoen, bij Lillestram,
Levski Spartak en Juventus, heb ik op de bank gezeten. Dat
enorme stadion van Juventus gaf wel een kick.'
Ballen uit de broek
Hoe zit dat met dat verdedigen; Bouma was toch een aanvaller?
Bouma: 'Dat klopt, maar ik zat laag in de hiërarchie. Ik herinner
Gerard van der
Lem poogt Aitze
Bouma te stop
pen (12 februari
1978, Feyenoord
- Ajax 1-1).
Elftalfoto 1977-
1978, met derde
van links op de
voorste rij Aitze
Bouma.
AJAX MAGAZINE APRIL/MEI 2003
97