mij. Ik zat een paar maanden op de bank. Toen ik aan spelen toekwam, kreeg ik drie rode kaarten. En toch gaat het nu goed met me." Het probleem zat in mijn hoofd, vanaf mijn acht tiende jaar was ik altijd de eerste keeper.' In hetzelfde interview sprak Lobont al over 'een lichte schouderblessure, niets ern stigs'. Hij zat toen, begin 2001, vol goede voornemens: 'Vanaf 1 januari ben ik opnieuw begonnen. Die dag was de eerste dag van mijn verdere leven. Ik heb mijn slechte dingen overboord gegooid en dat voelt goed. Mijn enige doel is nu: elke dag iets beter trainen, elke dag bijleren. Morgen moet ik het beter doen dan vandaag. Daar richt ik me op.' De schouderblessure bleek veel ernstiger. Een scheur in het kapsel van de rechterschouder, zo luidde de diagnose. Vier maanden revalidatie volgden. Bij de start van het seizoen 2001- 2002 was Lobont weer fit en klaar om de concurrentiestrijd aan te gaan met Fred Grim. Coach Co Adriaanse gaf de voorkeur aan de routinier Grim. Voor Lobont was verhuur de beste optie. Minuten maken onder de lat was noodzakelijk voor zijn ontwik keling. De Roemeense club van het leger en de politie, Dinamo Boeka rest, meldde zich. Oude liefde Rapid lag voor de hand, maar het handelen van die club valt onder de noemer 'Roemeens ama teurisme'. Lobont: 'Ik kwam 's avonds op de luchthaven in Boe karest aan om voor Dinamo te tekenen toen daar ineens de president van Rapid, George Copos, stond. Hij is tevens de vader van mijn ex-vriendin trouwens. "Ga niet naar Dinamo. Kom bij ons keepen," was zijn verzoek. Ik gaf hem een week de tijd om mij en mijn manager Giovanni Becali te bellen. Dat deed hij niet.' Kans verkeken dus. Valse verslaggeving Lobont werd dat jaar met Dinamo landskampioen en verloor de nationale bekerfinale. Een mooie prestatie, een beetje over schaduwd door wat Lobont 'Roemeens journalistengedoe' noemt. Hij geeft een voor beeld: 'Ik heb als international een grote naam in Roemenië. Dinamo wilde dat ik het nieuwe tenue presenteerde. Er waren bij de presentatie veel journalisten aanwezig, en ook een aantal supporters van Dinamo. Een van hen vroeg: "Hé, Bogdan, zeg eens iets tegen de supporters. Je hebt lang voor Rapid gespeeld, nu speel je voor ons. Help ons jouw Rapid-verleden te verge ten." Achter me stond een man die riep: "Wat een domme zigeuneropmerking." Fans van de andere clubs in Boekarest worden zigeuners genoemd. De volgende dag stond op alle sportpagina's: "Lobont noemt Rapid-fans zigeuners." Ongelooflijk! Ik zou zoiets nooit zeggen over mijn oude club. Ik kreeg allemaal telefoontjes van schel dende Rapid-fans.' Nederlandse journalisten zijn lieverdjes, ver geleken met Roemenen, meent Lobont. Eerlijkheid is daar ver te zoeken. Hij houdt zich dan ook liever afzijdig. 'In Roemenië staan de sportpagina's altijd vol met het privé-leven van voetbal lers. "Lobont was in dat restaurant met een meisje." Dat is gewoon verzonnen, maar lezers geloven dat. "Lobont verdient zoveel miljoen." Roemenen die dat in de krant lezen, staan de volgende dag voor je deur om geld te vragen.' Naast de valse verslaggeving heeft het Roemeense voetbal ook het imago corrupt te zijn. Lobont kent de verhalen. 'Maar ik bemoei me er totaal niet mee. Ik kom om mijn werk te doen, zo goed als mogelijk.' Goed, één voorbeeld wil hij wel noemen. Om aan te geven hoe iedereen in zijn geboorteland bij voorbaat uitgaat van gesjoemel. Lobont: 'Ik zat in een café met de ex- voorzitter van Rapid. Hij heeft nu een hoge functie bij de dou ane. De volgende dag kwamen de voorzitter, de vice-voorzitter en de trainer van Dinamo naar me toe: "Hoe smaakte het kopje koffie gisteren?" Ik antwoordde dat het een glaasje jus d'orange was. In Roemenië word je enorm in de gaten gehouden, leder een kletst met elkaar, je bent meteen verdacht. Eén week later moesten we tegen Rapid. Er vloog een bal in, in de korte hoek. De tegengoal was voor zeventig procent mijn fout. Gelukkig stond het bij rust toch nog 3-1 voor ons. Achteraf hoorde ik dat mijn trainer bij de 0-1 vanaf de bank riep: "Wat doet die kloot zak van een Lobont! Hij heeft onze wedstrijd verkocht!" Zo gaat dat, helaas.' Noodlot Tijdens zijn verhuur aan Dinamo Boekarest hield Bog dan contact met Amsterdam. Zo'n twee keer per week belde hij met keeperstrainer Wil Coort. 'Hij wilde alles over mijn prestaties weten en vroeg of ik videobanden van de duels kon sturen.' Telefonisch contact dus, ook met boezemvriend Cristian Chivu. Met zijn landge noot belde hij zo'n drie keer per dag. Als Roemeens kampioen keerde Lobont in juli 2002 terug in het kampioenselftal van Ajax. Ronald Koeman sprak het vertrouwen uit in de voor hem relatief onbekende keeper. Maar weer sloeg het noodlot toe. Bogdan Lobont herinnert zich het drama in de zomer van 2002 maar al te goed: 'Tijdens de voorbereiding was Celtic uit mijn eerste serieuze test. Ik raakte meteen gebles seerd; dit keer aan mijn andere schouder. Ik voelde al een klein beetje irritatie, maar mijn spieren waren toen nog warm. Die nacht kon ik echter niet slapen van de pijn. Ik kon mijn linker arm en -hand niet eens meer bewegen. Ik zag het onheil al voor me, de vorige keer duurde het drie maanden voordat ik weer kon gaan trainen. Ik herkende dezelfde pijn; alsof er een mes in mijn schouder werd gestoken, bijvoorbeeld bij het afdrogen van mijn rug.' Na de vriendschappelijke wedstrijden in Engeland kwam het Amsterdam Tournament met twee mooie duels op het pro gramma: Manchester United en Barcelona. Lobont wilde dus 8 AJAX MAGAZINE APRIL/MEI 2003

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2003 | | pagina 8