Bogdan Lobont heeft het in
Nog secondenlang trilt het aluminium doel
na. Bogdan Lobont hield zojuist met een
magnifieke redding de kwartfinales van de
Champions League binnen bereik. Ajax staat
tegen de Romeinen nog steeds op 1-1.
AS-Romaspeler Vincent Candela vervloekt de
katachtige reflex van de Roemeen na zijn vrije
trap. Maar hoe is het met de linkerschouder van
Lobont? In volle vaart met je schouder tegen een
doelpaal klappen, dat is niet prettig. Helemaal
niet als er aan beide schouders al net zoveel is
gesleuteld als aan een gemiddeld toestel van
TAROM Romanian Air. Even is er Amsterdamse
bezorgdheid in het Stadio Olimpico. Maar de
schouder kan door. Lobont kan door. En Ajax
gaat uiteindelijk door, naar de kwartfinales van
de Europese kampioenenliga.
Voor Ajax' nummer 1 is de bezorgdheid over zijn
schouders verleden tijd. Sommige spelers lijken
na een lange blessure alleen uit de gewonde
ledematen te bestaan. Rafael van de Knie, Bog
dan van de Schouders. Daar moet je als speler
wel goed mee om kunnen gaan. Vlak na zijn
tweede schouderblessure realiseerde Lobont
zich iets: 'Ik zei tegen mezelf: "Oké Bogdan. Dit
was je laatste schouder. Alleen als er een derde
schouder op jouw rug groeit, kun je weer een
schouderblessure oplopen. Je hebt nu echt alles
gehad." Vanaf dat moment werd het rustig in
mijn hoofd.'
De mentale veerkracht van Lobont is bewonde
renswaardig. Roemenië kent geen patatgenera
tie. De meeste jongens zijn van de stevige bruine
bonensoep, zoals Cristian Chivu. Karakters vor
men zich al in de prilste jeugd. Lobonts levensgeschiedenis
begint op 18 januari 1978. In Hunedoara, een stadje zo'n vier
honderd kilometer van de hoofdstad Boekarest. Lobont: 'Nu is
het wel een prettige plek om te wonen. Vroeger stond er een
grote metaalfabriek die het gezicht van Hunedoara bepaalde.
Toen ik een kind was, werkten wel twintigduizend mensen uit de
omgeving in die fabriek. Mijn vader niet. Hij verdiende zijn brood
onder de grond, in de mijnen.' Er was gebrek aan geld, maar niet
aan nestwarmte. 'Mijn ouders hebben veel opgeofferd om voet
balschoenen en spullen voor mij te kopen. We hadden één voet
bal voor twintig jongens. Als de bal kapot ging, werd hij thuis
genaaid, totdat hij niet eens meer op een voetbal leek.'
Zaal
Bogdans vader was een grote Steaua-fan. Zijn droom: dat zoon
lief eens voor zijn favoriete team uit zou komen. Het liep anders.
Als zesjarig jongetje werd Bogdan aangemeld bij FC Corvinhu
Hunedoara. 'De hele groep was twee jaar ouder dan ik. De jon
gens vonden mij maar een opgeschoten ventje. "Ga jij maar op
doel staan, kleintje," zeiden ze. Ook op straat gaat het vaak zo, de
kleinste van het stel mag meedoen, maar moet keepen. Ik
speelde tot mijn achttiende jaar 's winters in de zaal. Alle jongens
in Roemenië beginnen op de harde, vaak hou
ten ondergrond. Over blessures maakte ik me
geen zorgen. De velden waren vaak net zo hard
als de zaalvloer. Alleen de grote clubs hebben
een mooi grasveld. Keepen in de zaal was voor
mij een goede ervaring. Daar ontwikkelde ik
mijn reactiesnelheid. Ik deed alles wat ik nu als
doelman op het gras doe. Duiken, uitlopen,
alles. In de zaal ben ik erg sterk geworden.'
Zijn debuut in het eerste elftal van tweededivi
sionist FC Corvinhu kwam snel. Lobont is erg
exact als het gaat om de datum. '13 April 1996/
meldt hij meteen. 'Natuurlijk, ik weet het nog
precies. We verloren met 2-1 van Foresta. Ik was
achttien jaar. Voorafgaand aan mijn debuut
speelden we tegen Resita, de oude club van
Cristian. Hij deed niet mee. Onze voorzitter zei
na de wedstrijd in de kleedkamer dat we te
gemakkelijk een doelpunt tegen hadden gekre
gen. De eerste doelman is nooit meer op
komen dagen; niet op de maandagtraining,
nooit meer. Hij is van de aardbodem verdwe
nen. De coach koos voor mij. Toen ik voor een
vakantie thuis was, zag ik een foto van mij tij
dens mijn debuut. Wat een klein jongetje was ik
zeg; zo ongelooflijk jong.'
Nog geen jaar later stond Rapid Boekarest voor
Lobonts deur. In de jaren negentig een grote
club, vooral door de inbreng van coach Mircea
Lucescu. Bij de karmozijnrood-witten maakte
Lobont voor het eerst echt kennis met de man
netjesmakerij in het Roemeense voetbal.
'Tijdens de trainingen toonde ik aan de beste
doelman te zijn. De geldschieter van de club
vroeg aan de trainer met welke opstelling hij ging spelen.
"Lobont in het doel," was het antwoord. Hij werd voor gek ver
klaard; een jonge keeper uit de tweede divisie! "Ik bepaal de
opstelling. Als we verliezen, is het mijn schuld. Dan vertrek ik
onmiddellijk," zei de trainer. Voorafgaand aan mijn debuut voor
Rapid probeerde de coach mij gerust te stellen. Ik nam het luch
tig op en zei dat ik heus niet vermoord zou worden na een
slechte wedstrijd. Maar ik wist niet dat hij zó zijn nek voor mij
uitstak. We wonnen met 4-2.'
Roemeens amateurisme
Zijn goede keeperswerk bij Rapid bracht hem in het nationale
elftal. Scouts van Ajax spotten de dynamische, snelle Roemeen
met de flitsende reflexen. Door bemiddeling van de Becali-
brothers Giovanni en Victor werd maart 2000 in Amsterdam een
contract getekend. Lobont tekende voor zes jaar.
De eerste periode bij Ajax was erg moeizaam voor de toen
22-jarige. Cristian Chivu hielp hem door de soms donkere dagen.
'Af en toe kwam ik thuis na een training en wilde ik meteen mijn
koffers pakken, wegwezen,' bekende Lobont in een eerder
gesprek, ruim twee jaar geleden. 'Cristian vertelde me dat ik niet
zo dom moest doen, dat mijn tijd nog wel zou komen. "Kijk naar
de sterren gelezen: zijn toe
komst en die van Ajax zijn
hoopgevend. Twee ingrij
pende schouderblessures
hebben zijn kijk op het
leven veranderd. Geloof,
vriendschap en de nakende
geboorte van zijn zoontje
Cristian sleepten Ajax' num
mer 1 erdoorheen.
AJAX MAGAZINE APRIL/MEI 2003
7