Eeuwig buitenspel
Nieuw partijlied
dick van dijk 1946-1997
een nieuwe wijs
Gaan voetbal en poëzie samen? De combinatie is
niet heel erg courant. Sommigen zien in voetbal
poëzie, waarmee zij bedoelen, bijvoorbeeld, dat de
manier waarop Marco van Basten een bal aannam,
zo knap was, dat het niet normaal meer was. Nee,
meneer, dat was pure poëzie. Sommige anderen
zien ook wel poëzie in voetbal, maar bedoelen dan
het omgekeerde: je kunt over zoiets gewoons als
voetbal best poëzie schrijven. De dichters rond het
literaire tijdschrift Barbarber (eerste nummer: okto
ber 1958) gingen in hun poëzie reeds bij voorkeur
uit van de alledaagse werkelijkheid. Tot deze kring
behoorde C. Buddingh', een groot voetballiefheb
ber, die zijn passie onderwerp maakte van onder andere een door hem gecom
poneerd 'Nieuw partijlied' (zie hiernaast).
In de jaren zeventig verscheen bij uitgeverij Thomas Rap een bundel met Elf
gedichten voor Piet Keizer. Het daarin opgenomen werk van C. Buddingh' (hij
weer), Remco Campert, Kees van Kooten, Nico Scheepmaker, Jan Wolkers en
(zes) anderen kon het onderwerp in kwestie maar matig bekoren. Modieus,
vond de linksbuiten het. 'En ook als je zegt dat je het in zeer beperkte oplage
gaat uitgeven, blijft het modieus.'
Toch bevatte de bundel juweeltjes, zoals de overpeinzing '1973' van Campert
(zie hiernaast). Een juweeltje, zeker, maar wel een nogal hoogdravend juweel
tje, zeker gezien het onderwerp. Dat geldt al helemaal voor Buddingh's
gedicht, dat zelfs uitgesproken melig is. Gaan voetbal en poezie dan toch niet
zo goed samen?
Inmiddels leven we in een volgende eeuw en floreert het 'voetbaltijdschrift
voor lezers' Hard gras, met hierin telkens wel weer een of meer voetbalge
dichten (ook van lezers).
Tot een hoge vlucht is het modieuze poëzie-gedoe zoals Piet Keizer het zag,
niet gekomen, maar een feit is dat in de marge van de literatuur gedicht wordt
over voetbal en dat in de marge van het voetbal(commentaar) een bescheiden
poëziestroming gestaag voortkabbelt.
In deze traditie van dichters (en dichteressen!) die niet schromen voetbal tot
hun poëtische onderwerp te verheffen, staat Chris Willemsen. Bij hem is het
alleen andersom gegaan. Begin jaren zeventig was Willemsen (1953) enkele
seizoenen betaald voetballer bij FC Den Haag. Hij haalde er niet het eerste,
maar hield er wel een diepgewortelde liefde voor voetbal aan over. Van het
(redametekst)schrijverschap maakte de voetballer vervolgens zijn beroep en
de combinatie leidde tot een aantal literair getinte publicaties over voetbal,
zoals de bundel voetbalverhalen De moeder aller nederlagen en de roman De
moord op Maradona. Toen kwam de poëzie, die getuigde van Willemsens ken
nelijke fascinatie door de dood. In de bundels Dood op de schoen en Kat in 't
bakkie publiceerde hij gedichten over gestorven voetballers (plus wat voorzit
ters, trainers, journalisten, scheidsrechters en een uitgever). Een selectie daar
uit, aangevuld met dertig nieuwe gedichten, is nu verschenen als Eeuwig bui
tenspel. Een opvallende nieuwkomer is de Meer, een overleden stadion,
waarover de conclusie luidt, hoewel de dichter zich inmiddels bij de nieuwe
behuizing heeft neergelegd: desondanks blijft de meer een litteken dat ik
wanneer men haar krenkt open peuter als een korstje dat jeukt zodra je
eraan denkt. Het verhaal van het gedicht overtuigt, de beeldspraak niet.
Waarom hierover dan toch in dichtvorm geschreven?
Anderzijds is er een prachtig gedicht over Dick van Dijk.
Eeuwig buitenspel is soms een nauwelijks-rijmend rijmelarijtje, soms een
knappe observatie, soms niet meer dan een anekdote, soms een doordenker
tje, soms melig en soms hoogdravend, maar gelukkig meestal een echte hom
mage aan een voetbalheld. En de bundel geeft in ieder geval een paar voorlo
pige antwoorden op de vraag of voetbal en poëzie samengaan.
Gaan poezie en de dood samen? Ja.
Gaan poëzie en voetbal samen? Niet echt.
Gaan poëzie, de dood en voetbal samen? Niet noodzakelijkerwijs, maar het
kan wel. (MS)
Chris Willemsen:
Eeuwig buitenspel,
Odes aan gestorven
voetballers.
Uitgeverij L.J. Veen,
€12.50
Cees Buddingh'
wat een ellende! (4x)
wat een diepe ellende: (4x)
zondag jl
nederland-belgië (2x)
alweer niet op de tv (4x)
beeldschermbezitters aller landen
verenigt u (2x)
asjeblieft (8x)
snel! (3x)
Remco Campert
1973
Sombere tijden, zwarte dagen
een glimp van licht zo nu en dan
als op het voetbalveld
jij met lome genialiteit
je van een verdediger bevrijdt
Ach, die na ons komen
nooit zullen ze weten
waarvan we droomden.
Chris Willemsen
hij kwam geen man voorbij
hij won nooit een sprint
hij kon geen voorzet geven
hij had geen linkerbeen
hij verdedigde niet mee
hij had geen uitstraling
hij wachtte balletjes af
hij ging nooit een keer alleen
de kenners wisten het zeker
met deze twent als diepste spits
wint ajax nooit een prijs
toen de voorzet kwam van keizer
en hij kort het hoofd liet spreken
zong men snel een nieuwe wijs
AJAX MAGAZINE APRIL/MEI 2003