co
co
B
LIEFHEBBER
Henk Spaan (Heerhugowaard, 1948) houdt
van voetbal. Een liefde die voortvloeit uit het
gezin Spaan, waar vader in de weekends bij
ij Henk Spaan is de liefde voor het voetbal nooit gaan roes-
'ten. Zelfs een met succes afgeronde studie Nederlands,
de plaatselijke amateurdub de lijnen kalkte
en waar alle kinderen naar de radio moesten
oo luisteren als er een belangrijke wedstrijd
was. 'Ik heb daarom altijd gedacht dat voet
bal wel heel belangrijk moest zijn.' Een
gesprek met een liefhebber.
waarin hij tevens een graad tot lesbevoegdheid haalde, bracht
hierin geen verandering. In 1973 begon Spaan met schrijven voor
de Haagsche Post en een jaar later mocht hij al het WK in West-
Duitsland verslaan, zij het vanuit Nederland. De komende zomer
viert hij zijn zesde lustrum, want dan schrijft Spaan dertig achter
eenvolgende jaren over voetbal.
Bij schrijven alleen is het overigens niet gebleven. Spaan maakte
voor radio en televisie diverse programma's. Hij werd daardoor
vooral bekend als de doorgaans wat humeurige aangever van
Harry Vermeegen. Inmiddels maakt hij alweer enkele jaren zijn
eigen programma, Studio Spaan. En ook daar zien we hem van
tijd tot tijd zijn rol spelen als schreeuwende voetbalwereldverbe
teraar. Spelen, want de Henk Spaan in werkelijkheid is eerder
verlegen en vriendelijk dan orerend en nors. Tijdens het inter
view, dat plaatsvindt in een Amsterdams café bij Spaan om de
hoek, lijkt Spaan oogcontact met mensen zo veel mogelijk te wil
len mijden. Zijn ogen dwalen vrijwel voortdurend af naar het
voorbij razende verkeer op de Weteringschans. Praten daarente
gen doet hij onophoudelijk en graag. Dat hij inmiddels de status
van bekende Nederlander heeft, deert hem in het geheel niet.
Misschien is het wel typerend voor Spaan dat hij dit niet eens
door lijkt te hebben. 'Mijn vrouw zegt weieens: Henk, iedereen
zit naar je te kijken. Zelf heb ik dat helemaal niet door.'
Supporter
Hoewel hij een seizoenkaart heeft bij Ajax, beschouwt Spaan zich
niet als een supporter. Jezelf openlijk aan een club verbinden is
wellicht iets te gevaarlijk voor een programmamaker bij de
publieke omroep en vaste medewerker van een landelijke, maar
vanuit de hoofdstad opererende krant. Spaan: 'Ik reken me niet
tot de supporters van Ajax. Ik heb weliswaar een seizoenkaart en
kom graag in de Arena, terwijl ik ook altijd hoop dat ze winnen.
Maar ik ben opgegroeid in Amsterdam West. Mijn echte liefdes
zijn DWS en FC Amsterdam geweest. Als Ajax verliest, vind ik dat
lullig, meer niet. Als FC Amsterdam vroeger een wedstrijd verloor,
was mijn hele zondag verpest. Dan was ik verschrikkelijk chagrij
nig.
'Ik vind het leuk om naar de Arena te gaan en ga samen met een
vriend en onze kinderen. Iedere twee weken zitten we met z'n
vieren op de tribune. Hij met zijn zoon, ik met mijn dochter. Ik
kom in eerste instantie voor het voetbal zelf. In iedere wedstrijd
zitten nu eenmaal leuke dingen. Ik ga nooit voor mijn verdriet
naar het voetbal. Ik kom heel bewust zo weinig mogelijk in een
perskamer. Alleen bij interlandwedstrijden zie je mij daar. Ik vind
het op de tribune veel leuker.'
Feyenoord-columnist Gerard Cox schrijft bij herhaling dat de lan
delijke media veelal op de hand zijn van 'onze Mokumse vrien
den', zoals hij Ajax het liefst omschrijft. Heeft Rotterdammer Cox
volgens Amsterdammer Spaan gelijk? Spaan, resoluut: 'Nee,
APRIL/MEI 2003
IK Mgr