Het hadden er trouwens twee kunnen zijn, en dan was Van der
Sar verloren gegaan voor deze rubriek, dus laten we vooral
Edward Metgod dankbaar zijn. Maar laten we eerst wat dieper op
de historie ingaan. Scorende keepers: hoe, wat, wie, waar en
waarom?
Dat een doelman, ondanks zijn beperkte leef- c.q. strafschopge
bied, nog altijd ergens een drang naar dat andere doel voelt, is
uit de evolutietheorie des voetbals te verklaren. In de oertijd van
de voetbalsport zoals we hem vandaag kennen, zo'n honderdvijf
tig jaar geleden, waren doelmannen afgekeurde veldspelers. In
het begin mochten ze hun handen niet eens gebruiken, en ble
ven het dus eigenlijk veldspelers. Het was geen erebaantje om
onder de (nog afwezige) lat te staan; de sukkels, de kleintjes of
diegenen met de kleinste mond moesten het keeperschap op
zich nemen. In de begintijd van
Ajax wilde Fok Kramer wel tus
sen de palen gaan staan, maar
alléén als hij aanvoerder mocht
zijn. Zoveel brutaliteit kon niet
getolereerd worden en Kramer
werd weggestuurd. Later
keerde hij bij de club terug, als
veldspelen Hij kon eindelijk
scoren.
Een andere veldspeler die in
het Ajax-doel heeft gestaan is
Joop Stoffelen, al bleef zijn
optreden beperkt tot twee
wedstrijden. Ajax' aanvoerder
debuteerde als keeper op
30 april 1950 tegen Blauw Wit
toen hij de tot twee maal toe
geblesseerd buiten het veld lig
gende Ad van der Pol verving.
Hij herhaalde zijn kunststukje
op 8 oktober 1950 tegen
Enschedese Boys, wederom als
vervanger van Van der Pol, die
bij het tweede tegendoelpunt
geblesseerd was geraakt. Ajax
speelde thuis en de gelegenheidsgoalie kon rekenen op een
staande ovatie bij iedere bal die hij tegenhield. Een kwartier lang
hield hij zijn doel schoon, toen kwam aan Stoffelens keeperscar
rière een einde door het debuut van Remi Rosendahl, die er in
zijn enige wedstrijd voor Ajax 1 twee doorliet.
Ook Frank de Boer verkeerde even tussen de palen. In januari
1997, tijdens de finale van het 'mini-voetbaltoernooi' Euro 6ix's
in de Arena, probeerde Ajax tegen AC Milan met De Boer als
'vliegende kiep' de achterstand in te lopen. Dat mislukte finaal:
De Boer werd onder andere met een lob verslagen.
Een andere landbouwarbeider, Jan de Boer, schopte het in de
jaren twintig als Ajax-doelman tot international. En dan te beden
ken dat hij als middenvelder bij de club was begonnen! Na zijn
loopbaan in het eerste werd De Boer in Ajax 6 weer (een sco
rende) veldspeler, om vervolgens op verzoek (keepersproble
men) weer in het eerste terug te keren, om, u voelt het al aanko
men, na zijn tweede afscheid weer te gaan scoren als veldspeler
in een lager elftal.
Weddenschap
De eerste écht scorende doelman van Ajax was Fred Grim. Of
ook weer niet, want Grim keepte na zijn vertrek bij Ajax halver
wege de jaren tachtig jarenlang voor Cambuur. En het was daar
(of ook weer niet, want het was op het veld van FC Zwolle) dat
Grim voor zichzelf kon juichen. De blijde gebeurtenis vond plaats
in het seizoen 1991 -1992, het jaar waarin Grim met Cambuur
promoveerde naar de Eredivisie. Een minuut voor tijd stond het
2-1 voor FC Zwolle. Zoals wel vaker gebeurt stormen nerveuze
doelmannen dan bij een corner naar voren om in het vijandelijke
strafschopgebied verwarring te zaaien (en bij de eigen verdedi
gers die, ineens in vertwijfeling - 'er staat niemand in ons doel!' -
meters naar achteren gaan). Maar nu slaagde de actie van Grim.
Uit een corner kopte Grim de bal in het doel: 2-2. Grim, in 1998:
Een anomalie,
ook in dit verhaal
over scorende
keepers: veldspe
ler Stoffelen op
doel tegen
Enschedese Boys.
Stuy in de spits
leverde geen
doelpunt, wél een
blessure voor
Suurbier op.
AJAX MAGAZINE FEBRUARI/MAART 2003
91