CD INTELLIGENTIE IS VEREISTE VOOR Tafeltennisster Bettine Vriesekoop heeft afscheid genomen van de sport waaraan zij drie kwart van haar leven wijdde. Dit afscheid nam ze in stijl, door vorig jaar op 40-jarige leeftijd nog maar eens een Nederlandse titel individueel te veroveren. Haar veertiende. In haar nieuwe leven wil Vriesekoop zich gaan toeleggen op het moederschap, radiowerk en schrijven. Als columniste voor het Algemeen Dagblad schreef ze een prikkelend stuk over Ajax en de Chinese trainingsmethoden, die zij zo goed kent. Of eigenlijk: over het gebrek aan die methoden. Een aanleiding voor een gesprek in huize Vrie sekoop met de inmiddels 41-jarige 'queen of pingpong'. I bij het eerste telefoongesprek waarschuwt Vriesekoop dat kze geen groot voetballiefhebber is. Ze volgt het voetbal op gepaste afstand en kijkt eigenlijk alleen maar naar de grote wed strijden. Haar interesse gaat eerder uit naar de psychologische en sociale achtergronden van de toppers. Bescheiden: 'Dus ik weet niet of het zo boeiend voor Ajax Magazine is om met mij over voetbal te praten.' Dat vond de redactie wel, en daarom zitten wij op de tweede avond van het nieuwe jaar tegenover elkaar in haar sfeervolle en ruime appartement in de Plantagebuurt, op een steenworp afstand van Artis. Er is opvallend veel licht in haar huis: verschil lende lampen, maar ook veel brandende kaarsen. Schilderijen aan de muur, thee op tafel. De televisie blijft tijdens het gesprek aan, met de volumeknop op nul. Ze oogt rustig en ontspannen. Nog voordat de eerste vraag is gesteld, begint Vriesekoop uit te leggen wat haar nu wel en niet boeit aan voetballers. Vriesekoop: 'Ik heb niets met het commentaar van spelers na afloop van een wedstrijd. Dat vind ik maar weinig opleveren. Hoewel er natuur lijk uitzonderingen zijn, zoals bijvoorbeeld Pierre van Hooijdonk. Dat is iemand die zijn sport goed uitdraagt. Hij is daarmee bezig, dat zie je. Een topper, die navenant praat. Geen clichés, maar duidelijke taal. Een voetballer die een duidelijke zin kan maken. Mijn ervaring als topsporter is dat je niet alles uit je lichaam kunt halen als je persoonlijkheid onvoldoende is uitgekristalliseerd. Dat manco zie ik vaak bij voetballers. 'Sommige spelers zijn intelligenter dan anderen. Daaraan is niets te veranderen. Voetballers die op het hoogste niveau spelen, hebben per definitie intelligentie in zich. Echte toppers zijn nooit dom. Zeker voor individuele topsporters geldt dat zij hun per soonlijkheid volledig zullen moeten ontwikkelen alvorens aan spraak te kunnen maken op de absolute top. Topsport vergt in alle opzichten het uiterste en dat kan niet worden verdoezeld. Een individuele sporter is meestal meer volwassen dan een teamsporter, want die kan zich in een wedstrijd nog weieens ver stoppen. Ik hoor ook weieens wat over uitgaan en drugsgebruik. Als een individuele sporter zoiets doet, wordt dat een dag later keihard afgestraft. Die is kansloos in de wedstrijd. In het voetbal heerst een cultuurtje waarbinnen zoiets nog gepermitteerd wordt. Ik heb de Ajacieden voor een wedstrijd weieens tot laat zien eten en drinken in een restaurant, terwijl er een dag later gewoon moest worden gevoetbald. Zoiets moest ik niet proberen hoor! Maar in het voetbal kan zoiets kennelijk wel.' Bewegen Let jij bij voetballers eerder op hun persoonlijkheid of heb je ook oog voor bijvoorbeeld het geweldige linkerbeen van Van der Vaart? 'Ik ben meer geïnteresseerd in de spelers die zich ook als mens manifesteren. Naast Van Hooijdonk vind ik ook Gullit, Van Basten en Bergkamp absolute toppers. Bergkamp zegt dan misschien niet zoveel, maar het is natuurlijk wel een grootheid. Allemaal AJAX MAGAZINE I EBRU ARI/M A ART 2003

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2003 | | pagina 100