Op zaterdag 2 november 2002 werd Wim Ande- riesen gehuldigd ter gelegenheid van zijn vijfen twintigjarig lid maatschap van Ajax. Uit handen van voorzitter Michael van Praag ontving de voormalige stop- perspil het jubi leumbord. Maar ik kon er niet van slapen. Mijn vrouw zei dat ik er nog niet aan toe was, stoppen. Heb ik nog drie jaar bij Holland Sport gespeeld, op het oude Houtrust. Ik kon ook naar Blauw Wit, maar Ajax wilde niet dat ik naar de concurrent vertrok.' Het was ook vreemd geweest, zo'n bekende Ajax-naam bij een Amsterdamse rivaal. 'Als jonge jongen moest ik me altijd rustig houden bij Ajax, omdat mijn vader in het eerste speelde. Dat was niet gemak kelijk. Tegelijkertijd was je trots op wat hij gepresteerd had. Daar kon ik nooit tegenop. Toen ik in het eerste stond, kwamen jochies van zes jaar mij om een handtekening vragen. En dan zeiden ze tegen me dat ik lang mijn vader niet was. Pikkies van zes jaar! 'Mijn vader overleed in 1944, toen ik twaalf jaar was. Hij heeft me nooit in het eerste zien spelen. Na het beëindigen van zijn loopbaan in 1940 is hij er sowieso nooit meer geweest, verbolgen als hij was over het feit dat hij geen afscheidswed- strijd had gekregen. Daar had hij gelijk in. Voor iemand met zo'n staat van dienst maak je een uitzondering. Maar de club Ajax heb ik nooit iets kwalijk genomen, alleen enkele mensen in het bestuur. 'Natuurlijk heb ik verdriet gehad toen mijn vader overleed. Toch was je als kind niet zo bijdehand als nu. Een voorbeeld: mijn vader was veertig toen hij overleed. Mensen zeiden tegen me: "wat jong, hè, veertig?" Maar ik was dertien, voor mij was mijn vader niet jong. Tegenwoordig beseffen kinderen dat meer. En ik had andere dingen aan mijn hoofd, het was oorlog. De lijk wagen moest zwart betaald worden. Op de dag van de uitvaart zijn overigens geen razzia's gehouden. Dat hadden de Duitsers beloofd. Het zag zwart van de mensen langs de kant van de weg. Als jongen keek je je ogen uit. Het grote verdriet is eigenlijk pas later gekomen. Boosheid, ook.' Tien truien Net als zijn vader, die pas op zijn 21ste naar Ajax kwam, voet balde Anderiesen tot op relatief hoge leeftijd (15) voor een 01-02-1959: Fortuna '54 - Ajax 3-1 Toeschouwers: 7.000 Scheidsrechter: Joop Martens Fortuna '54: Belski; Dormans, Pieneman; Notermans, Van der Hart, Munsters; Morand, Weber, Appel, Ravenstijn, Angenent Ajax: Hoogerman; Van Mourik, Ouder- land; Van Ham, Anderiesen, Muller; Van der Kuil, Fransz, Bleyenberg, Snoeks, D. Feldmann Scoreverloop: 18. Appel 1-0, 25. Angenent 2-0,53. Anderiesen 2-1, 87. Appel 3-1 RRON- FVFRT VFRMFFR andere club, ZSGO, waar zijn vader trainer was. Anderiesen: 'Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, ik vertrok uitein delijk toch naar Ajax. Ik ben bij Jack Reynolds begonnen. Een geweldige vent en trainer. Hij trainde de hele jeugd, en het eer ste en tweede. Maar hij was niet weg te slaan bij Ajax. Op het laatst was het een oude man. Het was triest dat hij nog zo lang op het veld wilde staan. In de winter had hij wel tien truien aan. De trainingen stelden niet veel meer voor, want hij kon slecht zien. Maar men had, terecht, zoveel respect voor hem, dat men het maar zo liet.' Ook Wim Anderiesen heeft inmiddels een lange staat van dienst bij Ajax. Op 2 november jongstleden werd hij vanwege zijn vijfen twintigjarig lidmaatschap geïnstalleerd in de Bordjeclub. Thuis in Heerhugowaard hingen de bordjes van zijn vader Wim sr al aan de muur. Iedere thuiswedstrijd gaat hij met Henk Elzer mee naar de Arena. 'Heerlijk om met mijn makkers van vroeger te zijn.' Maar anders dan veel van zijn generatiegenoten geeft Anderiesen niet af op het gedrag van de huidige Ajacieden. 'Dat koppige en onstuimige gedrag van Mido, daar kan ik me wel iets bij voorstel len. Dat verongelijkte van "waarom speelt die ander wel en ik niet?", dat heb je op jonge leeftijd. Al was je in mijn tijd gehoor zamer. Maar dat je je kont tegen de krib gooit, vind ik niet vreemd. Misschien herinnert mijn generatie zich alleen maar de fijne momenten. Maar moet je luisteren; Ajax is een verwende club. De leden, de vaste supporters zijn kam pioenschappen en bekers gewend. Bovendien is het voetbal zoveel sneller geworden. Als je een fractie van een seconde te laat bent, is het al een overtreding. Dan zegt men al snel: "dat is een waardeloze voetballer, die moet eruit", of vindt men dat vroeger alles beter was. Het enige wat ik tegenwoordig jammer vind, is het hoge aantal buitenlanders in het elftal. Ik zou wel weer eens team willen hebben met elf Amster dammertjes erin. Maar dat is een utopie, dat weet ik ook wel. 'Ik ben nu 71 jaar en nog redelijk gezond. Zo'n elf jaar geleden kreeg ik last van mijn hart. Jarenlang had ik als advertentieverkoper gewerkt, onder andere voor Het Vrije Volk en De Haagsche Courant. Ik heb ook nog drie jaar in de verzekeringen gezeten. Maar dat was te onzeker qua inkomsten. We zijn nogal jong getrouwd en kregen al snel kinderen. Enfin, ik was net gestopt met trainen, wat wedstrijdjes spelen. Op het moment dat ik ging tennissen liep het mis. Het was zelfs even kiele-kiele. Mijn linkerhartkamer is te groot, het pompen gaat daarom niet zo best. En ik rookte nogal veel, ik kreeg cara. Maar de medicijnen redden me wel. En ik wandel veel, doe oefeningen voor mezelf, dat gaat prima. Je kunt er oud mee worden, hebben ze gezegd, dus dat doe ik maar.' En weer buldert die aanstekelijke lach door de kamer. Op de achtergrond slaat de klok die zijn ouders eind jaren twintig cadeau kregen van Ajax bij hun huwelijk. En ook die tikt nog goed. Marcpllp vnn Hoof 98 AJAX MAGAZINE DECEMBER 2002/JANUARI 2003

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2002 | | pagina 98