Hij geeft Ajax de benodigde Deventer, 31 januari 1993. In het bomvolle stadionnetje de Adelaarshorst is Ajax op bezoek. Tussen de trouwe aanhang van de Eag les staat een ventje. Dertien jaar pas, maar bloedfanatiek. Natuurlijk, Go Ahead Eagles is zijn club, hij draagt sinds kort zelf ook het geelrode tenue. Maar stil bewondert hij ook één speler aan Amsterdamse kant. Dat hoeven zijn mede supporters op de tribune niet te weten. Bijna half drie, de spanning stijgt. 'Die Ajacieden heb ben het nooit gemakkelijk hier,' denkt de jongen trots. 'Het kan nog een leuke pot worden.' Al in de negentiende minuut valt de Deventer droom over een verrassende uitslag in duigen. Dennis Bergkamp maakt 0-1 en de roerige Adelaars horst valt een beetje stil. Victor, want zo heet de jongen, baalt. Maar heeft toch ook bewondering voor de doelpuntenmaker. 'Zo kunnen voetbal len...,' mijmert hij, kijkend naar de juichende Bergkamp. 'Mijn Ajax-gevoel is met één naam te omschrij ven: Bergkamp,' vertelt Victor Sikora, gezeten aan een tafeltje in Cinema Paradiso, een Itali aanse oase die verscholen ligt achter een onop vallende gevelrij aan de Amsterdamse Wester straat. 'Vroeger, in de jeugd, speelde ik bijna altijd achter de spitsen. Dan zag ik die acties van Bergkamp, ongelooflijk. Ik heb ze nog steeds op videobanden staan.' De 24-jarige Sikora oogt een beetje als de Oost-Nederlandse versie van Pietje Bell. Ondeugend, maar zelfbewust. Hij zegt waar het op staat en kijkt je recht aan. Met gepaste trots vertelt hij over zijn jeugd in Deventer, over het warme nest waar hij in opgroeide. 'Ik ben strak opgevoed. Het is goed om zo op te groeien. Als het er een beetje los aan toe gaat, dan gaat het al snel de verkeerde kant op. Deventer is best een criminele stad, die jarenlang op nummer één stond op het gebied van diefstallen, berovingen en moorden. Ik zag het onder mijn ogen gebeuren. Maar ik heb niet veel met criminaliteit te maken gehad, puur door mijn opvoe ding. Mijn oude buurtje werd gesplitst door een spoorlijn. De ene kant was goed, de andere kant was slecht. Ik ken jongens die de verkeerde kant op zijn gegaan, loshandig waren en heel snel het ouderlijk huis verlieten.' Go Ahead De hechte familieband loopt als een rode staaldraad door het leven van Sikora. Zijn vader ging, zoals Sikora het zegt, 'voor twee kwartjes' van amateurclub Labor Deventer naar Go Ahead. Franti- sec Fahdronc, de latere oefenmeester van Oranje, was daar toen nog trainer. 'Mijn pa was een pure verdediger en een groot lief hebber van het spelletje. Ik heb hem nooit zien voetballen, omdat hij al vroeg problemen kreeg met zijn knie. Wel voetbalde ik een keer tégen hem, bij Roda Deventer. De jonge jongens tegen de oudjes, een soort erewedstrijd. Ik stond op de goal en hij scoorde ook nog. Dat was iets minder, maar goed.' Van Roda Deventer was het voor Sikora een kleine stap naar de grote broer, Go Ahead Eag les. Het talentje viel op: 'Na een uitwedstrijd vroegen mensen in het clubhuis altijd: "Hoeveel heb je er nou weer gescoord?" Toen kreeg ik een brief van Go Ahead Eagles dat ze me wilden hebben.' Na zes weken in de woensdagmiddag- groep, die werd getraind door Jan Verslijen, kwam hij al in de B-jeugd. De eerste wankele stappen naar een profcarrière waren gezet. Sikora: 'In de omgeving van Deventer was Go Ahead dé club, zelfs uit Apeldoorn en Hengelo wilden jongetjes daar voetballen. Het was voor mij goed daarheen te gaan, dat vond mijn fami lie ook. Ik stond zelf als supporter tussen de harde kern. Mooi stadionnetje, fanatiek publiek, heel kritisch ook. Ze willen zien dat er wordt gewerkt. Als je dan uiteindelijk verliest, vinden ze dat niet zo erg.' Op zijn vijftiende stond hij in het eerste waarvan Henk ten Cate de trainer was. Het tweede sloeg Sikora voor het gemak maar over.. 'De eerste keer in de kleedkamer ging ik stil in een hoekje zitten. Maar ik werd goed opgevangen door de jongens. Nog steeds heb ik respect voor hen: Marco Heering, Toine Rorije. Mare Overmars was net weg, zijn broer Edwin was er nog wel. Ik was heel leergierig. Dat ben ik nog steeds trouwens.' In februari 1995, toen Ajax aan de vooravond stond van groot Europees succes, maakte Sikora zijn debuut in het betaalde voetbal, uit tegen RKC. Rijp Al snel onsteeg hij het niveau van de eerstedivisionist in Deven ter. Na één jaar rammelde Vitesse aan de poort van de Adelaars horst, maar de Arnhemmers kregen geen gehoor. Het besluit bij Go Ahead te blijven, werd in huize Sikora aan de keukentafel genomen. 'Mijn vader zei: "Je gaat niet weg, je bent niet rijp genoeg om te gaan. Je blijft gewoon lekker bij ons, bij de familie. Klaar." "Maar ik wil graag hogerop," bracht ik daar tegenin. Daar kwam niets van in.' Twee jaar later stond Vitesse wederom op de stoep. Wéér hield zijn vader een transfer tegen. 'Hij zei: "Victor, je gaat niet weg. Teken maar voor vier jaar bij Go Ahead, jongen." Dat deed ik, met een clausule in het contract waarin stond dat ik voor een bepaald bedrag kon vertrekken. Drie jaar later was ik echt niet meer te houden. "Nu ben jij rijp genoeg om weg te gaan," zei mijn pa.' Sikora's houding van toen lijkt erg volgzaam voor een 21-jarige die het liefst als een stoomtrein de wereld wil veroveren. Opstand en rebellie zou je verwachten. Niets van dat alles. 'Aan spanwijdte op de vleugels. De voormalige 'Eagle' verliet pas sinds kort het liefdevolle ouderlijk nest, roofzuchtig en hongerig op zoek naar succes. 'Ik sta elke dag op met een glimlach, blij dat ik bij Ajax mag voetballen.' Victor Sikora is in Amster dam neergestreken. AJAX MAGAZINE OKTOBER/NOVEMBER 2002 7

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2002 | | pagina 7