Elftalfoto vooraf
gaand aan de eer
ste oefenwedstrijd
van het seizoen,
tegen Borussia
Neunkirchen
(9 augustus 1964,
3-0). Boven vanaf
links: Jaap Hor
dijk, Ton Pronk,
Ron Boomgaard,
Henk Tijm, Frits
Soetekouw, Ben
nie Muller, Wer
ner Schaaphok, Co
de Groote, Toon
den Boer. Onder:
Sjaak Swart, Karei
Vesters, Klaas
Nuninga, Siem
Tijm, Kees de Rui
ter, Theo van Dui-
venbode.
in het tweede en kreeg dus geen schoenen. Ik stapte op Michels
af en herinnerde hem aan zijn belofte dat iedereen voor hem het
zelfde was. Van die dingen deed ik.'
Trudy den Boer roept op de achtergrond dat dit zijn doodklap bij
Ajax was. 'Ik houd er niet van om anderen de schuld te geven van
het feit dat ik mislukt ben bij Ajax,' zegt Den Boer, maar hij kijkt er
niet helemaal niet overtuigd bij. 'Er had meer ingezeten. Ik was
een technische, spelbepalende middenvelder die geregeld
scoorde.'
Achterhaald systeem
Als ervaringsdeskundige weet Den Boer misschien waarom Ajax
zo'n vreselijk slecht seizoen draaide. Ruim vijfendertig jaar na
dato is het antwoord voor Den Boer echter ook nog onduidelijk.
'We hadden een aantal onervaren spelers, zoals Cruijff. Die kon
de boel nog niet dragen. Keizer was de helft van het seizoen
geblesseerd. Maar we hadden toch ook spelers als Sjaak Swart en
Bennie Muller. Klaas Nuninga van GVAV was een grote aankoop,
maar hij kon moeilijk aarden. Ik heb zelfs nog met hem in het
tweede gespeeld. Vooral verdedigend was het heel moeilijk. Mis
schien waren de spelers niet meedogenloos genoeg. Dat kwam
eigenlijk pas na de komst van Rinus Michels.'
Een blik in de clubbladen van dat seizoen leert dat de gehan
teerde tactiek een mogelijke oorzaak was van de misère. Volgens
ingewijden was het door Buckingham gepropageerde, verdedi
gende stopperspilsysteem achterhaald. Brazilië was in 1958 reeds
wereldkampioen geworden met het moderne 4-2-4-systeem,
maar anno 1964 was Buckingham een van de weinige coaches
die zich nog niet aan de moderne tijd hadden aangepast. De
meeste tegenstanders, wél overgestapt op 4-2-4, hadden weinig
moeite met het ongeorganiseerde spel van de Amsterdammers,
die door Buckingham met niet veel meer dan een 'enjoy it' de
wei in werden gestuurd. Buckinghams zelf afgedwongen vertrek
bij Ajax (in januari 1965 wilde hij graag naar het Engelse Fulham)
kwam de club goed uit. Zijn opvolger, de 36-jarige Rinus Michels,
coachte Ajax geleidelijk aan richting 4-2-4-systeem, waarmee het
het volgende seizoen meteen landskampioen werd.
Den Boer zag dat kampioenschap vooral vanaf de tribune. In
1966 vertrok hij met Piet Hoeben, Arnold van Haren en Piet Pater-
notte naar Haarlem. Een bestuurslid van Haarlem werkte in de
elektriciteitszaak van Ajax-voorzitter Jaap van Praag, vandaar.
Johan Cruijff
Nadien zou Den Boer nog bij Blauw Wit en De Volewijckers spe
len. Ooit kon hij met Co Prins naar Amerika om daar te spelen. In
de snackbar van Prins' zus in de Wibautstraat sprak Den Boer met
zijn Ajax-makker over de overgang, maar hij zag ervan af. 'Ik was
niet zo'n avontuurlijke jongen.'
Dat bleek twintig jaar later ook. Den Boer, inmiddels een succes
volle jeugdtrainer bij Herenmarkt, kon bij het Ajax van technisch
directeur Johan Cruijff jeugdtrainer worden. 'Cruijff is bij Heren-
markt geweest. Ton Bruins Slot heeft me twee keer gebeld. Maar
ik had weinig trek, wilde Herenmarkt niet loslaten.'
Trudy den Boer vult aan: 'Bruins Slot zei tegen me: "Weet hij wel
wat hij weggooit? Zijn hele toekomst." Faalangst speelde ook mee,
denk ik.' Lachend: 'We hadden nu in een villa kunnen zitten.'
Beter op zijn gemak voelde Den Boer zich bij zowel Ajax als Blauw
Wit als De Volewijckers met Jany van der Veen. 'Een fantastische
man, heel menselijk en bovendien een goede trainer.'
Op zijn 29ste stopte Den Boer met betaald voetbal, na een conflict
met De Volewijckers-trainer Ger Blok. 'Na een in mijn ogen fou
tieve wissel zei ik na afloop van een verloren wedstrijd tegen Her
acles dat hij met het geld van de jongens speelde. Ik had ook de
pest erover in dat hij mij niet had laten invallen. Ik moest mijn
excuses maken, maar dat weigerde ik.'
Den Boer is 59 jaar en voetbalt nog steeds, bij Durgerdam. Een
baan heeft hij niet meer, 'dat is mooi geweest'. Vanaf zijn veer
tiende heeft hij gewerkt, bij zijn komst naar Ajax voor een elektrici
teitszaak in de Jordaan. Later had hij een niet zo succesvolle siga
renzaak (Trudy den Boer: 'Hij gaf aan bekenden gratis een doosje
sigaren mee.'). Hierna was Den Boer 23 jaar in dienst bij reisorga
nisatie Arke. Hij geniet nog volop van het sporten, dat voor hem
ook een therapeutische waarde heeft: zo kan Den Boer even het
intense verdriet vergeten om de plotselinge dood van oudste zoon
Tony, dertien jaar geleden. 'Maar je komt er nooit overheen.'
Marcelle van Hoof
AJAX MAGAZINE OKTOBER/NOVEMBER 2002
107