getuige te zijn van het duel dat de kampioenswedstrijd had moeten zijn. Zelfs Jong-Oranjeklanten Stekelenburg, Seedorf en Bechan hadden van de bondscoach toestemming gekregen de wedstrijd bij te wonen en moedigden hun teamgenoten aan vanaf de tribune. Wegens het ontbreken van een aantal basisspelers versterkten Yakubu, Knopper en De Cler de ploeg en stond Didulica in de goal. Voorafhad trainer Olde Riekerink gewaarschuwd voor gemakzucht. Exscelsior mocht dan wel laaggeklasseerd zijn, de ploeg had eerder zowel PSV als Feyenoord verslagen. De waarschuwing was niet misplaatst. De eerste helft speelden de Rotterdammers aardig en was het spel van de Amsterdammers rommelig. Na twintig minuten bracht Will van Rhee de kampioensschaal het stadion binnen. En alsof het lot getart was, verzilverde Excelsior twee minuten later de eerste echte kans van de wedstrijd. De bal belandde in eerste instantie nog op de paal, maar in de rebound was het alsnog raak, 1-0. Ajax leek na de treffer wakker geschud en kwam dicht bij de gelijkmaker toen Yakubu op Quansah passte, die de bal breed legde op Culina, maar het schot van de Australiër ging net over. Na iets meer dan een half uur trok Obodai de score toch gelijk, nadat hij de bal rechts van de keeper in de hoek van het doel had geschoten, 1-1. Na de rust mocht Ole Tobiasen tot zijn genoegen weer zijn opwachting maken. De inmiddels fitte Deen had van Ajax te horen gekregen dat zijn contract niet verlengd zou worden. Het geïnteresseerde AZ zat in Rotterdam voor hem op de tribune en zo kon de verdediger met goed spel niet alleen zijn teamgenoten naar het kampioenschap proberen te helpen, maar ook zichzelf in de Foto: Yvonne Witte Jan Olde Riekerink feliciteert zijn aanvoerder Walker. Naast hen fysiotherapeut Niels Tammenga. Anthony Obodai en Kwame Quansah met de kampioensschaal. kijker spelen. Mofokeng schoof op rechts door naar het midden, Valencia deed dat op links, waardoor de verdediging naast Tobiasen bestond uit De Cler en Walker. Het spel van de Ajacieden bleef ook nu matig, maar ze gingen in ieder geval met meer passie op zoek naar de kampioenstreffer. Tobiasen had deze na een corner op zijn slof, maar doelman Varkevisser stond in de weg. Daarna waren zowel Valencia als Qaunsah dicht bij een goal, maar hun inzetten misten scherpte. Ook Excelsior kreeg nog een goede kans op een doelpunt, maar Didulica was alert en bracht redding. In de laatste minuut deed Richard Knopper de meegereisde Ajax- aanhang nog één keer van de stoelen opveren, maar zijn vrije trap ging op een haar na naast het Excelsior-doel. Zo moest de ploeg nog even geduld hebben met het heffen van de schaal, maar een punt thuis tegen PSV zou genoeg zijn om het kampioenschap binnen te halen. Prolongatie Een drukte van jewelste op de Toekomst een week later. Wat tegen Excelsior niet lukte, moest tegen PSV dan gaan gebeuren; het prolongeren van de titel. Olde Riekerink kon aangevuld met Knopper zijn 'eigen' team opstellen. Aangezien ook de Al zijn kampioenswedstrijd speelde, werd de bank naast Tobiasen bezet door spelers van de A2. Zo'n drieduizend toeschouwers, onderwie vele Ajax-prominenten en eerste- elftalspelers, waren getuige van het feit dat Ajax de Eindhovenaren meteen onder druk wilde zetten. De PSV'ers hadden gemene overtredingen nodig om de behendige Ajacieden te stoppen. Dit resulteerde na tien minuten in een tweede gele kaart voor Tarak zodat de Brabanders al vroeg in de wedstrijd met tien man verder moesten. Ajax speelde goed en aantrekkelijk voetbal. Walker en Seedorf kregen mogelijkheden om de score te openen, maar de beste kans was voor Culina. Zijn prachtig genomen vrije trap ging echter net over de lat van het doel van Coutinho. Vlak voor het einde van de eerste helft moest zijn collega en concurrent van Jong Oranje aan de andere kant ingrijpen. Stekelenburg blokte in eerste instantie het schot van Wau. De bal leek alsnog het doel in te gaan, maar belandde op de paal. Huntelaar was er 75

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2002 | | pagina 75