Van Val Monte naar P2
Hotel Val Monte... het klinkt als een kuuroord in de Vogezen, of in
Franstalig Zwitserland. Als in een kuuroord is het er ook sereen,
zelfs de regenvitrage rond het hotel voegt kalmte toe. Maar Hotel
Val Monte ligt niet in de Vogezen noch in Franstalig Zwitserland.
De locatie is Berg en Dal, een dorpje, nee, een vlekje bij Nijmegen.
Van die grote Keizer Karei-stad is hier niets te merken. Het is,
inderdaad, berg en dal. Hotel Val Monte koestert zich in het natte
lentegroene lover en aan de achterzijde is er een majestueus
uitzicht over een diepe, weide vallei.
Het is een uur of zes in de avond van zaterdag 4 mei wanneer de
zilvergrijze Ajax-bus de parkeerplaats opknort. Drieëntwintig
Foto: Louis van de Vuurst
mannen stappen uit, slepen hun tassen uit het vooronder en
melden zich aan de receptie: Ajax zal zich hier voorbereiden op de
kampioenswedstrijd.
Om klokslag zeven zit het gezelschap aan tafel voor het diner en
tweeëneenhalf uur later staat er voor de grote hongerigen nog een
lichte maaltijd. Tijdens het intermezzo zoeken de voetballers de
masserende handen van Pirn van Dord op, of eikaars gezelschap op
de kamer. De gedachten zijn bij morgen, al gaan de gesprekken
over andere zaken.
Zondag half tien reveil. Wie waren er al wakker? Wie hebben er als
een os geslapen en wie hebben de slaap amper kunnen vatten? Tien
uur. In de eetzaal staat de flip-over met daarop in het stevige,
heldere handschrift van Ronald Koeman de vermoedelijke
opstelling van tegenstander NEC. Drie tafels in de eetzaal
ontvangen de voetballers en de stafleden. Is het stiller dan
gewoonlijk? Het lijkt er toch op. Het gevecht tegen de resterende
uren is begonnen. Op dagen als deze, waarop het er echt om gaat,
willen de betrokkenen liefst zo snel mogelijk in een kleedkamer
staan, hun spullen aantrekken, het veld op. Maar de klok kruipt
traag. Ach, dat wachten. Tijd om te peinzen over het merkwaardige
seizoen dat bijna achter ons ligt. De gespannen start, de
overspannen breuk met de vorige trainer en de weg naar serieuze
ontspanning die vooral tijdens het trainingskamp in Portugal werd
uitgezet. En nu staan we in het voorportaal van het kampioenschap.
Kwart over elf en de eetzaal is bespreekkamer geworden. Kort en
krachtig vertelt de trainer zijn mannen hoe NEC bestreden zal gaan
worden. Een woord van aanmoediging is niet nodig, de gezichten
zeggen genoeg over de instelling en de beleving.
De bus ronkt aan, de koppen zijn geteld, er komt beweging in de
zaak en daar gaan we, naar De Goffert. Mooi Nijmegen. Brede
lanen, buigend lover, fraaie villa's. Maar wie in de bus kijkt en ziet
dat moois? De stilte heeft de kwaliteit van
de aanloop naar een Champions-
Leaguewedstrijd. With A Little Help From
My Friends' zingt schor Joe Cocker. Als dat
zou kunnen. Maar we voelen dat er van door David Endt
NEC geen cadeaus mogen worden
verwacht. Dat is Neeskens' eer te na.
COLUMN
De motorrijder loodst ons langs de barricades en daar doemt,
helder wit, de gevel van het stadion op. Geklap, geschreeuw.
Aanmoedigingen en schimpen: er staat al vrij veel volk op de stoep
van het stadion. Gelijk met scheidsrechter Bossen wordt een kijkje
genomen op het veld en daar wacht een verrassing: de zoden zijn
doorweekt, aan de eretribunekant liggen plassen. Mannen in dikke
jassen prikken en priemen en wroeten met hooivorken in het
zompige gras. Ach, de omstandigheden doen er in een
kampioenswedstrijd allang niet meer toe. Naast het bloed, het
zweet en de tranen kan het Ajax-shirt ook nog wel wat modder aan.
Drukte rond het veld tijdens de warming-up. Ook bij NEC is een
extra spanningsveld te ontwaren. En dan wordt de wedstrijd
aangestoken en komt Ajax via supportersgejuich te weten dat er in
Doetichem een winnend De Graafschap tegen een verliezend PSV
staat. Ho! Ha! Hé! Wat een meevaller. En dan scoort Mido zijn
kampioensgoal. En later maakt ook Andy er één! De shirts kleuren
blubbergrauw maar op de borst twinkelt, steeds helderder, een
kampioensster. Ja, ja, het gebeurt, het is werkelijkheid. Kampioen!
Kampioen!
Dolle vreugde. Echt, dólle vreugde want de spelers weten amper
waarop zij hun spattende blijdschap moeten richten. Oerkreten,
gekrijs, geloei en dan... De Schaal. Vier jaar wachten op De Schaal.
Het is maar vier jaar, maar het leek zo lang en de jongens en de
trainers en iedereen van Ajax dompelt onder in de gekte van
blijdschap. Het davert door tot in de kleedkamer, tot in de bus.
Juichend, zingend, gillend en genietend blijken de kilometers naar
Amsterdam geen straf maar een feest. Daar ligt de Arena,
kampioenentempel. En daar, kijk, die menigte, P2.
Op het podium neemt de vreugdewaanzin weer ontembaar bezit
van die hongerige Ajax-jongens die met hun supporters zo
gesmacht hebben naar de titel. Niet te stuiten springen en tuimelen
ze over de bühne, schorre kelen geven de
toon aan. Zie de trots in de ogen van
Ronald Koeman. Daaromheen de wilde
vreugde, knetterende triomfkreten, hossen
en dansen, kabaal en tumult. Het is nu, het
is echt, het is tastbaar waar. Kampioenen,
kampioenen! Een pandemonium op P2.
AJAX MAGAZINE JUNI 2002
37