Een serie van tien
MAGAZINE JUNI 2002
KATERN
Dennis Bergkamp was in het seizoen 1988-1989 aanvankelijk nog
geen basisspeler, toen hij het eredivisierecord van PSV'er Coen
Dillen brak door in tien opeenvolgende betaald-voetbalwedstrijden
ten minste één keer te scoren. Dillen was dat in de jaren vijftig in
negen duels gelukt. De Bergkamp-reeks werd op 23 oktober 1988
Ui geopend met één treffer tegen FC Groningen (3-0). Daarna
maakten FC Utrecht (lx, 1-1), MVV (lx, 4-0), Feyenoord (lx, 2-1),
PEC Zwolle (beker, 2x, 4-1), Volendam (lx, 2-0), Haarlem (lx,
1-0,) BW Den Bosch (lx, 5-1), Willem II (lx, 5-2) en Veendam
(lx, 1-0) kennis met Bergkamps geldingsdrang. Henk de Haan van
Veendam was door zijn trainer Henk Nienhuis ongeacht de uitslag
honderd gulden beloofd als hij zijn directe tegenstander Bergkamp
van scoren zou afhouden. Een week later, toen Fortuna Sittard op
bezoek kwam, kon Bergkamp echter pas geen goal aan zijn serie
van tien wedstrijden met doelpunten toevoegen.
Jari Litmanen was in
het seizoen 1993-1994
de eerste buitenlandse
Ajacied die het, met
26 doelpunten, tot
topscorer van
Nederland schopte.
Foto: Louis van de Vuurst
het middenveld kwam. Hij maakte niet
alleen af, maar creëerde zelf ook kansen of,
nog vaker, werd gelanceerd. Maar
Litmanen kon niet alleen scoren, hij had
overzicht, dichtte gaten en, ongekend voor
een topscorer, knapte zelfs verdedigend
werk op. In tegenstelling tot eerdere
topscorers als Ruud Geels en Wim Kieft
ging Litmanen volledig voor het
teambelang. Litmanen was de
multifunctionele, tactisch sterke speler, die
zijn trainer Louis van Gaal zo graag zag.
Litmanen was in het seizoen 1993-1994 de
sinds het seizoen 1990-1991 onomstreden.
Daarvoor speelde hij weliswaar ook veel
wedstrijden, maar voelde hij zich nog geen
basisspeler. Ronald de Boer, Ron Willems
en Wim Jonk, nota bene zijn latere
aangever, betwistten Bergkamp de plek van
schaduwspits. In november 1990 gaf hij
een verklaring voor zijn 'late' doorbraak:
'Waarom het nu wel lukt? In eerste
instantie toch die positie achter de spitsen,
waar ik me steeds beter thuis ben gaan
voelen. Al mijn sterke punten komen er tot
hun recht: snelheid, techniek, schieten,
passeren. Bovendien ben ik fysiek sterker
geworden. Daardoor lukken me dingen die
me vroeger niet lukten.'
Vanaf dat moment ging het heel snel met
Bergkamp. Zijn doelpunten groeiden niet
alleen in kwantiteit maar ook in kwaliteit.
Als het even kon werd er gescoord met een
lobje, een 'stiffïe'. In 1993 zei hij daarover
in Vrij Nederland: 'Ik deed op mijn
vijftiende al exact dezelfde dingen als nu.
Stiftballen, een schot ineens uit de lucht,
dat soort ballen doe ik op de automaat.
Allemaal op intuïtie, aanvallersintuïtie. Ik
heb nog nooit een stiftballetje geoefend.
Het is een touch die je hebt of niet. Het is
gewoon mijn soort voetbal, voetbal waar ik
me lekker bij voel. Die bal wil ik daar
hebben, denk ik dan.'
Bergkamps grote voorbeeld was géén
topscorer, maar een middenveldstrateeg,
de Engelsman Glenn Hoddle. 'Ik was gek
op hem. Hij was balverliefd, maar op een
heel bijzondere manier. Niet door zo lang
mogelijk te pingelen maar juist door de bal
zo snel mogelijk af te geven. Altijd naar
voren, richting goal. Alles wat ik hem zag
doen, deed ik na. De meeste dingen lukten
na één keer. Dan zag je ze kijken bij Ajax:
wat doet hij nou?'
Teambelang
Bergkamp was de eerste niet-
voorhoedespeler van Ajax die topscorer
van Nederland werd. Zijn opvolger Jari
Litmanen was de tweede. Litmanen was de
exponent van een modern type topscorer
binnen Ajax. Hij was een speler die vanaf
Foto: Louis van de Vuurst
Dennis Bergkamp was
drie seizoenen
achtereen topscorer
van Nederland.