KATERN vt m mms Ajax bereikte in de wedstrijd tegen Feyenoord een prachtige mijlpaal door het vijfduizendste doelpunt sinds de invoering van de eredivisie te scoren. Topscorers als Cruijff, Swart, Groot, Keizer, Van Basten en Geels, maar ook helden-voor-één- keer als Reiziger, Santos, Schaaphok en Van AAourik werkten vanaf 1956 met een gemiddelde van 2,5 doelpunt per wedstrijd eendrachtig naar de uit een penalty gescoorde jubileumgoal van André Bergdolmo toe. Maar het moet gezegd: er was een beetje hulp van buiten. Voor Ajax begon het seizoen waarin de eredivisie van start ging (1956-1957), niet met een competitiewedstrijd maar met de bekerwedstrij d tegen Zeeburg ia (6-1 Wim Bleyehberg opende de score. Een week later maakte Loek den Edel tegen NAC Ajax' eerste eredivisie-doelpunt in de geschiedenis. Ajax werd kampioen en mocht het seizoen erop deelnemen aan het Europa-Cuptoernooi. Tegen het Oost- Duitse Wismut bracht Piet van der Kuil Ajax' eerste Europa-Cupdoelpunt op zijn naam. De grens van honderd doelpunten in officiële wedstrijden was in de wedstrijd daarvoor, tegen NAC, inmiddels bereikt én overschreden. De mijlpaal-doelpunten stapelden zich in de loop der seizoenen gestaag op. Een greep: Klaas Nuninga scoorde het duizendste op 13 november 1966 tegen Feyenoord (Ajax won); Ruud Geels het tweeduizendste op 27 oktober 1974, eveneens tegen Feyenoord (Ajax verloor). In 1983 maakte Felix Gasselich de drieduizend vol, tien jaar later Dennis Bergkamp de vierduizend. Mister Ajax Sjaak Swart smaakte op 22 september 1968 tegen NEC het genoegen het duizendste eredivisie- doelpunt te maken (het tweeduizendste kwam op 16 december 1979 van Karei Bonsink, het drieduidendste op 4 november 1990 van Stefan Pettersson, 96 door A/larcelle van Hoof het vierduizendste wordt volgend seizoen verwacht). Johan Cruijff zocht ook een paar mooie momenten uit om te scoren: hij zorgde voor het honderdste doelpunt in een bekerwedstrijd (17 maart 1966), het honderdste in een Europese bekercompetitie (20 september 1967) en het eerste in een wereldbekerwedstrijd (6 september 1972). De aantrekkingskracht van de ronde getallen gaf bij al deze gelegenheden de Ajacieden een extra reden tot juichen. Er werden daarnaast ook doelpunten gemaakt die de tegenstander een extra reden tot droefenis gaven: de eigen doelpunten. Ajax heeft in de geschiedenis van zijn vijfduizend doelpunten in bescheiden mate (76 maal) gebruik gemaakt van de diensten van onbedoelde handlangers, die soms heel fraai, soms uiterst ongelukkig het gehate (e.d.) achter hun naam wisten te schieten, koppen, schampen of glijden. Uit erkentelijkheid voor hun bijdragen volgen NOAD-speler Jo Walhout komt de twijfelachtige eer toe de eerste tegenstander te zijn geweest die Ajax een handje hielp op weg naar de vijfduizend- doelpuntengrens. AJAX MAT.A7INIF APRII 7007 hieronder alle niet-Ajacieden die meehielpen aan het bereiken van de vijfduizend Ajax-goals (met na hun naam het hoeveelste Ajax-doelpunt zij op hun geweten hadden, de datum, de wedstrijd, de eindstand en tussen haakjes de stand die hun doelpunt op het scorebord bracht). Jo Walhout 45 13-01-1957 NOAD-Ajax 1-4 (0-3) De ongeslagen reeks tot aan het eerste landskampioenschap in de eredivisie zette Ajax in Tilburg in met hulp van Jo Walhout. Walhout was de eerste handlanger die op weg naar de vijfduizend- doelpuntengrens van 2002 zijn steentje

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2002 | | pagina 96