Bij het afscheid van Velibor Vasovic
Henk Pil
VARIA
Velibor Vasovic behoorde tot
de allereerste buitenlanders
die voor Ajax kwamen spelen
(en was de eerste die dat met
succes deed; zijn drie
buitenlandse voorgangers
speelden bij elkaar slechts tien
officiële wedstrijden). Hij had
net met zijn team Partizan
Belgrado een Europa-
Cupfinale achter de rug en was
zeer in trek bij clubs die hem
het grote geld konden bieden.
Het werd Ajax, waar hij mede
de basis heeft gelegd van een
sportief hoogtepunt in de
geschiedenis van de club.
In het begin was het wennen. De middenvelder, die oorspronkelijk
uit Montenegro kwam, was een ander spelletje gewend, ander
voedsel, een andere mentaliteit. Wij moesten ook wennen aan
Vasco (Velibor Vasovic was te lang, dus al gauw heette hij Vasco).
Onder Michels waren de eerste weken van een seizoen moordend.
Dus rolde Vasco na een slopende training in het Amsterdamse Bos
zo van de weg de sloot in. We visten hem eruit en hoorden hem
zeggen: 'Ik denk, ik dood'. Hij was nog wat bescheiden.
Tijdens een trainingskamp lag de selectie in een legerbarak te
rusten na de broodmaaltijd (dat heette nou eenmaal zo). Vasco lag
te rusten en te ruften, ik pikte dat niet en zette hem met bed en al
op zijn kop. Grote hilariteit natuurlijk, maar hij was wit geworden
en doodstil. Na de rustpauze begon de vierde training van die dag.
Tijdens een duel wilde Vasovic mij bewust in tweeën schoppen,
maar dat zag ik aankomen. Ik wist mij te beschermen en schold
hem de huid vol. De boodschap was duidelijk, ik laat me niet in de
maling nemen. Het was ook duidelijk dat Vasovic trots, beresterk
en slim was.
Als laatste man was hij de leider en uiteindelijk de aanvoerder in
het veld. Ajax was een ploeg die bijna elke tegenstander onder druk
kon zetten. Hij was de commandant in het veld die zijn
verdediging opjaagde, waardoor aanvallers niet achter verloren
In memoriam
Op 6 maart 2002 overleed op 81-jarige leeftijd Henk Pil. Henk heeft zich
gedurende zijn zestigjarige lidmaatschap van Ajax verdienstelijk gemaakt
binnen diverse geledingen van de club. Hij was een back in de lagere
voetbalelftallen en 's zomers een succesvol cricketer, die in 1954 en 1958
het kampioenschap van de KNCB behaalde. Henk was negen jaar leider
van de cricketafdeling en had zitting in tal van commissies, zoals de
ledenraad (vijftien jaar), de terrein- en onderhoudscommissie (negen
jaar), de financiële commissie (negen jaar) en de commissie-Gianotten.
ballen aan hoefden. Ik heb
vele jaren een kamer met hem
gedeeld; op het veld waren
wij veel verder van elkaar
verwijderd.
Na de verloren finale in
Madrid tegen Milan kreeg
Vasovic er moeite mee zich in
de competitie volledig in te
zetten. Zijn hoop om ooit een
Europa-Cupfinale te winnen
was voor de tweede maal de
bodem ingeslagen. Het jaar
erop won Feyenoord de
Europa Cup. Daarna was
Ajax weer aan de beurt. Voor
Vasco telden alleen nog de
Europa-Cupwedstrijden. In die wedstrijden speelde hij voor zijn
grote wens.
We stonden eens na een competitiewedstrijd onder de douche.
'Waarom sta jij hier?' vroeg ik. 'Jij bent toch niet bezweet, nee je
zult het wel koud gekregen hebben vandaag.' Het raakte hem niet
echt. Iedereen wist dat in de grote wedstrijden ook de grote Vasco
zou spelen.
Drie maal was scheepsrecht voor hem. Na zijn en ons aller grote
triomf in Londen verliet Vasovic Ajax om terug te gaan naar
Belgrado. Hij wilde stoppen met voetballen. Dat zei hij althans en
iedereen geloofde het. Eigenlijk hoopte hij öp een nieuw
topcontract dat hem een goed leven zou bieden. Maar Ajax deed
hem geen aanbieding, en hij was te trots om op zijn woorden terug
te komen en zijn contract te verlengen.
Enkele jaren later werd hij benaderd door modekoning Daniel
Hechter die hem als president van Paris Saint Germain vroeg
trainer van de club te worden. Vasovic' eisen waren te hoog en de
zaak leek niet door te gaan, maar ik heb hem weten over te halen
en uiteindelijk kwamen ze een goed contract voor drie, vier jaar
overeen. Bij zijn komst beloofde hij binnen twee jaar een topploeg
te hebben gemaakt, die minimaal bij de eerste vier zou eindigen.
Dat bleek niet haalbaar, maar niettemin drong PSG er heel
openlijk en nadrukkelijk op aan hem voor langere tijd voor de club
te behouden. Vasco hield zijn woord en verdween weer.
Pas tijdens de eeuwwisseling is hij in Nederland teruggeweest voor
een klein feestje met zijn oude maatjes. Hij heeft het huidige Ajax
kunnen zien, en de vele buitenlanders die erin speelden. Bij Ajax is
iedereen daaraan gewend. Wekelijks komen (jeugd)spelers van alle
kanten naar Amsterdam om een contract te verdienen en voor
Ajax te spelen. De meesten verdwijnen weer in de leegte.
Wij, zijn makkers, Zullen Velibor Vasovic niet vergeten, en ik denk
dat het afscheid in de Arena hem, de eerste buitenlander die is
gegaan, gestreeld zou hebben.
Piet Keizer
AJAX MAGAZINE APRIL 2002
91